Hij zal als oudste zoon in het begin van de zestiger jaren zijn geboren en aanvankelijk evenals zijn voorouders Joris zijn genoemd. In het van zijn oom Jan van Renesse afkomstige dossier over de aan zijn moeder bij haar huwelijksvoorwaarden toegezegde 100 gulden ’s jaars (die zij in 1596 aan hem overdroeg) tekent hij zijn brieven aan dien oom steeds als Joeien van Lennip. Hij verblijft dan – na zijn huwelijk- eerst bij zijn schoonfamilie op het Huis te Warmont (1 november 1591 en 9 maart 1592, tussentijds 19 febr, 1592 te Leiden en vervolgens 14, 18, 21 mei, 10 juli en 29 aug. 1592) op het dan aan zijn vrouw toebehorende huis te Werve te Voorburg. Ambten schijnt hij aanvankelijk niet te hebben gehad. In de resolutie van de Staten Generaal van 9 juli 1602 komt hij voor als ordinaris commissaris van
de monstering. Ook zal hij “die heere Lennep” zijn, die 15 mei 1614 door dat college
“versocht ende geauthoriseert werd omme te coopen de cess peerden die den hertog van Lennox zijn vereert ende zijn belooft te beschicken”Hij werd overluid ten Dom 18 januari 1615. Hij was in ’s-Gravenhage overleden. In 1590 trad zekere Pieter Claesz als rentmeester van jonkheer Joriaen van Lennep, oeck responderende van de goeden van joff. Cornelia van F[o]reest, zijn huysvrouws moeye.
Laatst gewijzigd:
18 juli 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-77967
Gekopieerd!