In 1642 spande hij voor zijn vrouw Cunera en haar zuster Margerita in 1642 een proces aan tegen hun broeder Carel van Lennep. Zij betwistten hem het bezit van de Poll ofte Hof tot Bovendorp, later genoemd Van-Lennepmolen, en verwijzen naar een kaart van Nic. Geelkercken, waarop ’n scheiding staat getekend
Hij werd, na afstand voor zijn moeder en behoudens ouderlijk vruchtgebruik, in juni 1597 met het huis te Werve beleend, zoals wij bij zijn ouders zagen.
Mogelijk speelde hierbij een rol, dat het goed veilig gesteld was tegen zijn mogelijk nog levende halfbroers of zusters van zijn moeders zijde. Op 18 januari 1608 als 15 jarige ingeschreven als student te Leiden. Volwassen geworden, verblijft hij echter te Utrecht, ten huize van zijn oom en tante Zuylen, vanwaar hij op 15 september 1615 zijn besloten testament deponeert bij notaris J.A. Wtenwaall. Op voordracht van zijn oom had hij op 9 december 1613 op een door de stad te vergeven beurt al een vacante prebende in het Domkapittel gekregen of gekocht en na op 8 september 1617 na het overlijden van Harmen van Daal te zijn toegelaten tot het supplement, werd hij op 12 december 1617 in het Domkapittel opgenomen285. Openbare functies schijnt hij verder niet bekleed te hebben. Na zijn huwelijk in 1619 woonde hij vermoedelijk op Te Werve, als leenman waarvan hij op 19 september 1622 octrooi tot dispositie (d.w.z. tot vrije beschikking per testament) verkreeg286.
Nadien treedt hij vooral in processen naar voren. In 1621 voert hij er een voor het Hof van Holland tegen Daniel Suycker287. Op 5 februari 1635 machtigt hij te Voorburg zijn oom Zuylen om het Huis te Werve (met bouwhuis en 50 morgen land) en de korenmolen te verkopen, wat op 18 juni 1634 tot een belening leidt aan een zekere Nicolaas Verlon. Maar daarmede was hij nog niet van de schuldeisers af. Op 6 maart 1635 volgt machtiging door Frederik Hendrik tot het doen van oproepen ter verkrijging van willig decreet en op 27 mei 1638 ging de koper van het huis, Nicolaas Verloo bij het Hof in appèl van een op 1 mei door het gericht van Voorburg gewezen vonnis, waarbij oom Zuylen wederom als gemachtigde van zijn neef en diens vrouw optrad. Ook tegen een derde werd in dat jaar voor het Hof geprocedeerd over erfpachten. Nog eenmaal moet zijn oom voor hem optreden. Op 11 mei 1639 machtigt het echtpaar hem voor een Utrechtse notaris om een verleibrief van 16000 lb Vlaams hypotheek op het Huis te Werve (vermoedelijk van een koop) te transporteren. De tien morgen op ’t Woud waren in 1600 al door zijn voogden vervreemd. Als de plaats van zijn ongedateerde bijdrage tussen andere van 12 oktober 1632 en 10 mei 1634 in het album amicorum van jonkheer Dirk Uitenhage de Mist (waarin alle inschrijvingen uit de jaren 1632-1636 dateren) door chronologise volgorde bepaald is, dateert de zijne nog uit zijn laatste Voorburgse jaren, ofschoon al tweemaal gedrukt, laat ik de zijne hier nog eenmaal volgen.
Aenigma Hispanicum
Que rosa es rosa
Hermoda coma una rosa
No tiene boca ni dientes
Muchos amigos, pocos parientes
Sum Wernheri a Lennip
en daarbij zijn eigen wapen met helm en helmteken en zijn vier kwartierwapens Lennep, Renesse, Duvenvoorde-Warmond en Foreest.
Alvorens over zijn verdere lotgevallen te berichten, dien ik hier eerst zijn daarmede
samenhangende huwelijk te vermelden. Volgens Dorth, die hem overigens abusievelijk Willem noemt, huwde hij in 1619 met zijn verre bloedverwante Cunera van Lennep, dochter van Johan tot Biljoen en Bernharda van Meeckeren alias Straatmans. Zoals boven gezegd, gaf hij in februari 1633 opdracht om het huis te Werve te verkopen. Nog in hetzelfde jaar, op 24 oktober 1633 kopen Warner en Cunera voor f 50.000 het huis Biljoen, dat toen nog onverdeeld bezit was van haar moeder, broeders en zusters en een neef Huyn van Amstenrade. Ook hier trad oom Zuylen, die Warners vaste mentor schijnt te zijn geweest als dedingsvriend op292. In 1640 procedeerde Werner voor het Veluwse gericht nog tegen zijn zwager Carel. In elk geval vestigt het echtpaar zich nu op haar ouderlijk huis, waarvan zij het bezit nog afronden door aankoop op 24 maart 1640 voor 102 gulden van circa 1 molder
gesaeys op de Velper Enck omtrent den huyse Billioen en aan de oostzijde aan hun bezit grenzende en-zij met haar volgende man- 17 oktober 1652 door ruiling met de Arnhemse magistraat en administrateur der vicarieën in de Grote kerk aldaar van een perceel bouwland bij het huis en bij de molen van Frans van Aelst tegen 1214 roeden vicarieland den Dumpelsteen bij Biljoen aan de Doesburgse straat293. Zoals uit de laatste acte blijkt, was Warner toen niet meer in leven. Hij overleed “seer haestig”, zoals Spaen weet te melden, op 7 juli 1651 en werd in de Velper kerk begraven. Een gave afdruk van zijn zegel hing onder een transportacte d.d. 11 juli 1648 in het Nassaus Domeinarchief294. De weduwe hertrouwde in 1652 met Willem van Broeckhuyssen tot Barlham, naar het heet zoon van Daniel en N. van
Loe Fransdr. , Rhemen, aan wie ik dit ten dele ontleen, gaf hem ook een rang van majoor bij de ruiterij. Sedert 1650 was hij weduwnaar van Anna van Ewijck. Lang duurde dit tweede huwelijk niet. In 1654 werd hij in een duel doodgeschoten door Borchard van Arnhem. Drie jaar later, op 3 juli 1657 deed zij afstand van haar eigendom en lijftocht rechten op Biljoen ten gunste van haar dochter en schoonzoon Walenburg. De overdrachtsacte geeft een uitvoerige omschrijving van het goed, die ik hier laat volgen: “’t huys Billioen, binnen ende buiten hoff, boomgaarden, grachten, cingels, grote ende cleine jacht, conijnewaranden, tins ende erffpacht, weylanden, rijschweerden, die hoffstede ende landerijen, d’welkcke verpachtet sijn, hett
katerstedeke in ’t kerspel Velp gelegen met die weijkens, die pampiermoelen, ’t huys nieuw Billioen gen-, die gronmt van den gehelen Elst, die bouwlanden, holtgewassen etc.” Voorts twee obligaties resp. ad ƒ 800 en ƒ 650 op de landrentmeester Zeger van Arnhem tot Nederhaegen, een kapitaal van f 1570 op een landman te Beekbergen, en jaarrenten van ƒ 104:12:- en ƒ 2000 resp. op de stad Arnhem en op den Haer van den Hair. Het stuk is getekend door haar (Kunera van Lennep), de Velper dorpspredikant, die zij als gekoren momber had aangezocht, en de kinderen G. à Lennip, Catharina Elisabeth de Cupere, C:J: van Weede, Gertrut van Lennep en Jan van Lennep. De Lennepzegels tonen het doorsneden wapen, met niet aanziende leeuw. Wat niet uit dit stuk blijkt, maar later ter sprake komt, is dat broeder Jurrien een vordering op de Weedes behield van ƒ 23.210,-. Of de moeder bij deze gelegenheid het huis heeft verlaten, is niet duidelijk
Laatst gewijzigd:
27 oktober 2024
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-77957
Gekopieerd!