26 april 1230:
Deken en kapittel van Sinte-Pieter te Utrecht geven aan het hospitaal van Emelisse het deel van de kerktienden (10 gemet) van Emelisse dat wijlen Hugo, zoon van Reilaf, van hen in pacht hield, in eeuwigdurende pacht voor veertien schelling Vlaams per jaar, te betalen op 1 augustus. Als getuigen zijn vermeld: Pontiaen en Alexander van Emelisse, Wiilem van Welle priesters, Egidius geestelijke, en Peter geestelijke, pastoor van Wissenkerke; en hun leken: Hendrick van Cats, Dankaerd Brantsz. en zijn broer Mathias, Hugo Wittesz. en Hendrick Rapeken en Dankaerd Bertezn. van Welle en Willem Hendricksz. van Vogeliet etc., de getuigen afkomstig van Noord-Beveland.
Op 8 april 1244 vrijwaart Arnulf Annekin (van Koeveringe bij Rilland) de broeders van de abdij Ten Duinen van de aanspraken van wie dan ook op anderhalf gemet twee en een half roe land die de abdij heeft verworven van Hugo Reilofszoon en diens broers.
In een volgende oorkonde van omstreeks dezelfde datum vrijwaart Gillis, ridder, heer van Schoudee de broeders van de abdij Ten Duinen van de aanspraken van wie dan ook op de anderhalf gemet twaalf en een half roe land die de abdij verworven heeft van Willeman Gilliszoon en diens erven.
De genoemde goederen in beide oorkonden zullen één geheel gevormd hebben. Mogelijk hebben zij te maken met de oorkonde van 1219 waarbij Godfried III heer van Breda verklaart dat enkele lieden uit Valkenisse aan de abdij ter Duinen 70 gemet lands verkocht hebben, gelegen tussen de Schoudee en het bezit van die abdij te Waarde, en dat de ambachtsheerlijkheid over die grond, door Willem van Valkenisse en zijn broers aan genoemde abdij verkocht, door dezen aan hem is opgedragen ten einde er de abdij van in het bezit te stellen; voorts dat Heina van Berga heeft afgezien van zijn aanspraken op land ter Duinen te Zande
Laatst gewijzigd:
28 mei 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-94609
Gekopieerd!