Toxandrië is een regio in het noorden van Gallië, vermoedelijk de zandstreek tussen de Schelde en de Maas (Kempen, Brabant, Limburg). Volgens Lucien Musset kan het de regio van het volk van de Texandri zijn (waarschijnlijk later de Tongeren), door Plinius de Oudere aan de westkant van de Schelde gelokaliseerd, of de Texandria, vermeld in de 9e eeuw ten noordoosten van Antwerpen.
Het is de regio waar de Salische Franken zich vestigden na gevechten met keizer Constant I tussen 340 en 350, en later werden toegelaten als bondgenoten op dit grondgebied. Dit Frankische eiland binnen het Romeinse Rijk bleef slecht onderworpen, en in 358 moest keizer Julianus na een militaire interventie de vestiging van meer Salische Franken in Toxandrië erkennen.
In de vroege middeleeuwen werd Toxandrië een pagus en vervolgens een graafschap. Dit graafschap kwam grotendeels overeen met de Kempen, begrensd door de Maas in het noorden, de Schelde in het westen, de Dijle in het zuiden, en zich niet verder uitstrekkend dan de Peelmoerassen in het oosten.
Het westelijke deel van dit gebied behoorde in de Romeinse tijd tot de civitas van de Nerviërs, terwijl de rest van de Antwerpse en Limburgse Kempen toebehoorde aan de Eburonen. De kerkelijke organisatie liet het decanaat van Antwerpen altijd onder het bisdom van Kamerijk, terwijl de andere decanaten in Toxandrië onder Luik vielen. Het decanaat Antwerpen strekte zich uit tot Turnhout en Geel in het oosten, tot de Dijle in het zuiden, en werd in het noorden begrensd door een lijn boven Wortel, Hoogstraten, Brecht, 's-Gravenwezel, Wilmarsdonk, Stabroek en Zandvliet.
De Frankische bezetting, die intensiever was in het noorden van België, hield geen rekening met deze indeling en verenigde de hele zandstreek onder één bestuur. Desondanks bleef het decanaat van Antwerpen een apart pagus vormen: het pagus Renensium. Dit gebied werd echter in de 9e eeuw opgenomen in het graafschap Toxandrië.
Het is aannemelijk dat Évrard de Frioul de graaf van Toxandrië was in de eerste helft van de 9e eeuw, maar we kennen zijn opvolgers niet tot het einde van de 10e eeuw. Aan het einde van de 10e eeuw was Ansfrid, de toekomstige bisschop van Utrecht, graaf van Toxandrië. Toen hij besloot de zetel van Utrecht te accepteren, gaf hij zijn wereldlijke goederen op. Zijn graafschap Huy werd in 995 overgedragen aan de kerk van Luik. Rond dezelfde tijd schonk hij zijn bezittingen in het pagus Renensium (Westerlo, Olen, Bouwel, Westmeerbeek, Hombeek, Deurne) aan de kerk van Utrecht.
Het Teisterbant, dat ook aan hem toebehoorde, ging toen over naar zijn neef Unroch, hoewel een aanzienlijk deel ervan aan de kerk van Utrecht werd gegeven. Vanaf het begin van de 11e eeuw werd de markgraafschap Antwerpen gecreëerd door Hendrik II, waarbij Gothelon de beheerder werd. Dit markgraafschap omvatte niet de Limburgse Kempen en reikte niet verder dan Herentals, Geel en Turnhout.
Het is dus zeer waarschijnlijk dat de erfenis van Ansfrid hier, net als elders, werd verdeeld onder zijn erfgenamen.
Laatst gewijzigd:
24 februari 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/Hagenbeek/92780
Gekopieerd!
E-mail een vraag aan Cees Hagenbeek over deze persoon.