De Varjagen waren Denen en vooral Zweden die vanuit Scandinavië naar het oosten trokken. Levend van handel, piraterij en als huurlingen boden zij hun diensten aan en doorkruisten het rivierennetwerk van wat later Rusland zou worden, tot aan de Kaspische Zee en Constantinopel.
De Rus’, ook gespeld als Rous’, en in middeleeuwse Franse bronnen vertaald als Russie of Roussie (vanaf de 19e eeuw als het Kievse Rusland of Rusland van Kiev in historiografische werken), was een middeleeuws Oost-Slavisch vorstendom dat bestond van circa 860 tot het midden van de 13e eeuw, een periode waarin het uiteenviel in een veelheid van vorstendommen, alvorens formeel ten onder te gaan bij de Mongoolse invasie van 1240.
In de 11e eeuw was het Kievse Rusland qua oppervlakte de grootste staat van Europa. Oorspronkelijk gesticht door de Varjagen en gecentreerd rond Novgorod, ontleent de Rus’, legendarisch gesticht door Hrörekr (Riourik), haar naam aan het varjaagse rodslagen (“het land van het roer”).
De Rus’ strekte zich uit tot aan de Zwarte Zee, de Wolga, het Koninkrijk Polen en wat later het Grootvorstendom Litouwen zou worden.
In de 9e eeuw was Kiev, een Slavische stad die tot het begin van die eeuw schatting betaalde aan de Chazaren, de hoofdstad van de Rus’. Kiev werd in 864 ingenomen door de Varjagen.
De bevolking van de Rus’ was cultureel en etnisch divers, bestaande uit Slaven, Germaanse volkeren, Fins-Oegrische en Baltische groepen.
De Rus’ is de oudste politieke entiteit die gemeenschappelijk is aan de geschiedenis van de drie moderne Oost-Slavische naties: de Wit-Russen, de Russen en de Oekraïners.
Opmerkelijk is dat hedendaagse Finnen nog steeds “Ruotsi” zeggen voor Zweden, een naam die verwant is aan “Rous”, wat erop kan wijzen dat de Finnen vroeger de volkeren aan beide zijden van de Oostzee als verwant beschouwden.
De Rus’ werd bestuurd door een dynastie van Scandinavische oorsprong: de Riourikiden, die snel geslaviseerd werden en waarvan de gerussificeerde voornamen, zoals Oleg en Vladimir, sterk lijken op de Scandinavische Olav en Waldemar.
De regeerperiodes van Vladimir de Grote (980–1015) en zijn zoon Jaroslav de Wijze (1019–1054) vormden de gouden eeuw van de Rus’, die zich tot het orthodoxe geloof had bekeerd en waarin de eerste Slavische geschriften verschenen, waaronder juridische codificaties zoals de Rousskaïa Pravda (“Russisch Recht”).
Deze bloei was te danken aan de handelsroutes tussen Scandinavië (hout, huiden en vooral barnsteen) en Constantinopel (bijenwas, honing, zijde en goud).
De Rus’ beheerste twee handelsroutes:
De handelsroute van de Wolga, van de Oostzee naar het Oosten via de Kaspische Zee
De handelsroute van de Dnjepr, van de Oostzee naar het Byzantijnse Rijk via de Zwarte Zee
Handel en militaire expedities wisselden elkaar af tussen de Rus’ en het Byzantijnse Rijk. De eerste leiders van de Rus’ behoorden zeer waarschijnlijk tot de Scandinavische elite, terwijl zij een meerderheid van Slavische onderdanen bestuurden. Deze Scandinavische elite assimileerde zich snel met de Slavische bevolking, en de kleinzoon van Riourik, Sviatoslav I, droeg al een Slavische naam.
In de 12e eeuw viel de Rus’ uiteen in meerdere vorstendommen, als gevolg van het erfopvolgingssysteem van Varjaagse oorsprong, die aanzienlijk verzwakt werden door de invasie van de Tataren en de onderwerping aan het Mongoolse rijk.
Prins van Novgorod, van Beloezero en van Izborsk, stichter van de dynastie der Riourikiden.
Laatst gewijzigd:
28 september 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/Hagenbeek/87997
Gekopieerd!
E-mail een vraag aan Cees Hagenbeek over deze persoon.