(HER GERAERT v. KELRE), 1288, 89.
Gerardus, dictus Mumme de Dedem, hij, door Jan van Heelu in zijn Rijmkronijk Her Geraert uit Kelre genaamd, wordt in den slag bij Woeringen door de Keulenaars gevangen genomen, 5 Jun. 1288 (II, 529). Hij zweert aan de stad Keulen een eed, dat hij zich wegens zijne gevangenneming bij Woeringen niet wreken zal en noemt zich zelf bij die gelegenheid : Gerardus dictus Mumme de Dedem (Didam), 30 Jun. 1289 (II, 530). Hieruit blijkt, dat hij waarschijnlijk reeds in het bezit geweest is der Heerlijkheid Keil en dat hij tot Didam, 't zij door ambt of landbezit, in naauwe betrekking stond. Zeer waarschijnlijk zullen dan ook uit hem de Keller- en Didammerliniën van het geslacht verder gesproten zijn.
Gerardus dictus Mumme de Dedem. Fahne, maakt in deel II van zijn "Urkundenbuch des Geschlechts Momm oder Mumm" onder no. 630 (pag.3) gewag van Gerardus dictus Mumme de Dedem, die op 6 Juni 1288 met den graaf van Gelre in den slagvan Woeringen gevangen werd genomen en vervolgens op 30 Juni 1289 bekend maakte, dat hij aan de stadKeulen een eed had afgelegd, dat hij zich wegens zijne gevangenschap niet op haar zou wreken 1). Daarna treft men dezen met Dedem samengestelden naam niet meer aan. Genoemde genealoog houdt Dedem voor het tegenwoordige Didam 2) . en daarbij sluit de schrijver H. M. Werner zich aan 3). Meer reden hebben wij echter om aan het geslacht van Dedem te denken. Wij ervaren namelijk, dat in 1239 Henricus de Essende (Essen), Schout van Salland, gehuwd was met Luitgardis Mumme; hun zoon is waarschijnlijk Henricus de Essende dictus Mumme, die in 1266 voorkomt 4). De Mumm's hadden dus nauwe aanrakingen met een Overijsselsch milieu en aangezien dit toen blijkens kolom 196 van dezen jaargang mede het geval was met de Dedem's, lijkt het ons niet onwaarschijnlijk, dat een zoon van een Mumm en eene Dedem zich naar het even aangegeven voorbeeld dictus Mumme de Dedem heeft genoemd. Wellicht schuilt in eene dergelijke afstamming en naamsoverneming eene verklaring voor de gedeeltelijke overeenstemming tusschen de wapens van Dedem en Mumm. Dedem toch voert in rood drie van zilver en blauw geruite schuinbalken; Mumm heeft wel dezelfde kleuren, doch hier is het meestal één op drie rijen geschaakte dwalsbalk. Wil men de proef op de som voor de veronderstelde alliantie Mumm -Dedem ? In 1316 5). verschijnt een broederpaar Bruno en Gerardus Mumme, de zoons van Arnoldus Mumme, terwijl Arnoldus destijds de meest gebruikelijke voornaam bij de Dedem's was. De zusters van dit broederpaar zijn blijkbaar de op hen volgende Berto, relicta (weduwe) Piecke, Margaretha en Gisella, terwijl de famulus Arnoldus de Dedehenz in 1311 6) onder zijne vier dochters eveneens eene Grete en eene Berte telde.
1) Vgl. Ennen, Quellen der Geschichte der Stadt Köln, III, pag. 296, no. 329. 2) Waarschijnlijk dacht hij aan Henrich Momme, die in 1346 ambtman van Didam was (Fahne. Mumm, 1 no. 13). waarna in 1414 Henricus Mumme de Dedem en in 1458 Henric Momme te Diedam als beleenden met d'hof te Holthuisen worden vermeld (vgl. Mr. van Schilfgaarde, De leenregisters van de proosdij van Emmerik, in Gelre, XXXlV, blz. 242).
3) In zijne in 1883 in de Heraldieke Bibliotheek verschenen "Bijdrage tot de genealogie Mom". Zijne op blad 7-10 voorkomende gegevens vorderen eenige toetsing.
4) Fahne, Mumm, 1 nos. 3 en 5. 5) Ibid. no.s. 7 en 8. 6) N. L. 1936, k. 273/4
5) Ibid. nos. 7 en 8.
6) Ned. Leeuw 1936, k. 273/4
Relaties:
Relatie met onbenoemde persoon
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-8183
Gekopieerd!