Stamboom van Hagenbeek

Vader: Gerardus dictus Momme de Dedem
Moeder: NN

vermeld te Didam 1346. Hendrik Momme, Ambtman te Didam (zie boven blz.100 CD-rom blz. 105), is met anderen getuige en borg bij de deeling van Graaf Frederik v. Meurn met zijne broeders, 30 Mrt. 1346. Hij schijnt reeds in Augustus van het volgende jaar dood te zijn. Hij was denkelijk de vader der 3 volgenden : 1. Jurden of Jorden Mumme, ontvangt met zijne beide broeders Frederik en Gerard te Didam door den bode Alekin een schriftelijk antwoord van de stad Deventer, 5 Aug.1347 Hij draagt zijn Huis te Blankenvoorde als mansleen en open huis op aan Johan Graaf v. Cleve, waarbij zijne getuigen zijn : Sweder v. Voorst en Frederik v. der Eze zijne bloedverwanten en Frederik Mumme, zjn broeder, 25 Jun.1359. Zijn zegel is aldaar afgebeeld, evenals dat van zijn broeder Frederik; beide hebben eene breuk in den regterhoek van het schildhoofd, die op Jordens zegel is onkenbaar, die op Frederikszegel is eene vijfpuntige ster. Hendrik Momme, Heer Wierszn., belooft hem schadeloosstelling voor geleden schade aan zijn Huis Blankenvoorde, 8 Jan. 1362. De geschiedenis met dit Huis Blankenvoorde is eenigzins duister. Het schijnt wel, dat Hendrik Momme, Heer Wierszn., dit eerst voor Heer Willem v. d. Berg veroverd heeft, en dat het toen door dezen ter leen is opgedragen geworden aan Jorden Momme, dat het daarna veroverd is geworden door Johan Graaf v. Cleve, die genoemden Jorden dwong het hem als leen en open huis op te dragen, 1359 (zie hierboven). Hendrik Momme schijnt ondertusschen ook oneenigheid met den Graaf v. d. Berg gekregen en zich aan de zijde van den Graaf v. Cleve geschaard te hebben. In dien strijd schijnt Diederik Momme, mogelijk Jordenszoon, om het leven te zijn gekomen, niet gesneuveld, doch denkelijk vermoord, en Jorden Momme eischt nu van zijn leenheer den Graaf v. d. Berg vergoeding voor geleden schade bij de belegering en inname van Blankenvoorde door den Hertog v. Cleve en vervolging der moordenaars van (za. zoon) Diederik, die dezen moord met geld en goederen moeten afkoopen. Bij de verzoening nu tusschen Hendrik Momme en Willem v. d. Berg neemt de eerste op zich om Jorden Momme voor een en ander schadeloos te stellen