Stamboom van Hagenbeek

Francois de Vedrines

Vader: Piere de Védrines
Moeder: Petronella Caron
  • Kostschoolhouder
  • Overleden: na 11 januari 1759

ondermeester op een Franse kostschool, had later een eigen Franse kostschool te Oudewater, 'Borger en Inwoonder' van Utrecht (1736), school ende schryfmeester (1739) te Utrecht, voerde van 1732 tot 1739 een jarenlang slepend proces tegen Jacob van Dorssen, kanunnik van de Dom te Utrecht en verhuurder van Vedrines' woning, over een huurkwestie, waarin hij stelde op 25 april 1732 (het voor die tijd en voor zijn financieel gebrekkige doen enorme achterstallige bedrag van) vijfhonderdvijftig guldens betaald te hebben aan Van Dorssen in diens huis, waarop deze in zijn bijzijn een kwitantie schreef van vijftig gulden, waarop Vedrines, Van Dorssen ziende schrijven, op zijn vergissing opmerkzaam gemaakt zou hebben, die vervolgens zeggende: 'Ja, dat is waar', 'vijf honderd en' tussen de regels bijgeschreven zou hebben (hoewel hij nog maar net begonnen was op een kwart velletje normaal papier) en het in cijfers in de kantlijn eigenhandig zou hebben herhaald, wat deze onder ede ontkende, evenals het ontvangen hebben van 550 in plaats van 50 guldens achterstallige huur, waarover Vedrines brochures schreef en verkocht voor zes schellingen terwijl de zaak nog onder de rechter was, en waarvoor hij, ook in revisie (hoger beroep) op 5 augustus 1739 is veroordeeld, na examinatie van vijf onafhankelijke schrijfmeesters, wegens niet betalen en valsheid in geschrifte, waarbij de tussengeschreven letters, die Van Dorssen onder ede ontkende te hebben geschreven, tijdens het proces te groot en te zwart bleken en te gelijkend op het handschrift van Vedrines, waarbij bovendien het woord honderd was geschreven met een d, zoals Vedrines spelde, en niet met een t, zoals Van Dorssen altijd gespeld bleek te hebben, waarover Vedrines in hoger beroep stelde dat Van Dorssen de woorden 'vijf honderd en', nadat Vedrines de kwitantie bij de rechtbank als bewijsstuk had ingeleverd, sindsdien had laten bewerken om ze meer op het handschrift van Vedrines te doen gelijken, aangezien de tussengevoegde drie woorden 'vijf honderd en' in de periode dat de kwitantie bij de rechtbank berustte volgens hem zogenaamd vervuild waren en intussen bijgewerkt, zoals Vedrines geconstateerd zei te hebben in zijn reeds in 1736 gepubliceerde Verzoek van François Vedrines aan de Staten van Utrecht etcetera, nadat hij op zijn verzoek na het verloren proces de door hem ingeleverde kwitantie had mogen examineren, en dat bovendien in andere geschriften van Van Dorssen niet altijd voltooid deelwoorden op dezelfde wijze met een d of t waren gespeld, tijdens welke verloren revisie de tegenpartij ook naar voren bracht dat Vedrines zijn school had laten verlopen door uit vissen en varen te gaan en gehele dagen door te brengen bij zekere dame D.B. op de Hofstede den Haring, waarover zijn vrouw zeer tot jalouzie werd verwekt en van haar hartzeer zo verre vervoerd dat zij zich in de drank heeft vergeten, in zoverre dat zij menigmaal tot spot en schimp van haar naburen is geweest en dat zulks ook is geweest de grootste oorzaak waarom zij het aan de Nieuwersluis niet langer konden houden, huurde in juli 1743 (of zijn gelijknamige zoon, dat was onderzoekster Caroline Pelser op 5 oktober 2015 nog niet duidelijk; volgens mij Senior, gezien de handtekeningen onder de huurcontracten: in 1743 F. Vedrines, met de overdadige krullen (tien stuks!) en onderstrepingen van iemand die even liet zien dat hij 'schryfmeester' was, de vader dus, tegenover het sobere F. Vedrines Junior uit 1748, met een totaal andere F, en maar één krul bij de J van Junior) voor zes jaar van Geerlach Frederick van der Capellen een huysinge met hofje daar aghter, met een poortweg aan de oostzijde van de Boothstraat, waarachter zich de Schydelmuur van de Groote Hoff bevond, werd op 5 mei 1755 als grootvader voogd van de kinderen van zijn op die dag overleden zoon François de jonge Vedrines (1722-1755), wijnhandelaar te Utrecht, te weten Françoise Maria Vedrines en Johanna Jacoba Vedrines, waarvan de eerste de grootmoeder zou worden van Françoise Maria van der Linden (1817-1911), 'de bruid van 1844', zoals mijn betreurde oom Hans, Johannes Hubertus François Kal (1916-1986) zijn overgrootmoeder placht te noemen in zijn verhalen over het voorgeslacht, die niet verder strekten dan de namen van haar ouders

Relaties:

Gehuwd met Judith Groot (†<1759)

Laatst gewijzigd: 28 mei 2023
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-75523 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1