Stamboom van Hagenbeek

Willem Jansz Schim

Vader: Jan Jansz Schim
Moeder: Anna Doensdochter van der Hooff
  • Geboren: ± 1570
  • Seylmaker
  • Begraven: op 12 mei 1635 te Maassluis

meester zeilmaker, later koopman (1631) te Maassluis, gecommitteerde ter visserij (1610, 1618,80 1620), genomineerd als welgeboren man Delfland (15-10-1618, 31-10-1620, 26-10-1621), en geëligeerd (25-10-1622 en 22-10-1623), zetter Maassluis (1628),81 lidmaat Kerstdag 1615, kerkmeester (1621), diaken Maassluis 1625,82 meester diaconie-armen (1631)
Op 20 mei 1610 maken Willem Jansz. Schim zeilmaker wonende op Maaslandse Sluis en Annetgen Lenertsdr. zijn huisvrouw, allebei kloek en gezond, een mutueel testament. De langstlevende behoudt alle goederen, huis, schuren, huisraad, land, ‘scheepsportien, rederien ende andere coomanschappen de scheepvaert ende andere eenichsints roerende’ enz. De langstlevende zal hun beide zoons, Pieter Willemsz. en Jan Willemsz. onderhouden tot hun twintigste jaar en bij mondigheid of huwelijk elk 600 gld. uitkeren. Bovendien krijgen de jongens als ze trouwen nog elk 100 gld. voor uitzet, kleding en reding.86 Willem Jansz. Schim verkoopt 10 mei 1615 aan Heijndrick Jansz. de Bije stierman, een huis met de actie van het erf op de Hoogstraat. De koper betaalt met een schuldbrief van 1400 gld. In de marge staat aangetekend dat de hypotheek op 22 september 1636 is afgelost.87 Willem Jansz. Schim en Lenert Marten Nelis beiden wonende Maassluis voor henzelf en vervangende hun mede ‘parteniers’ van een hoekschip waarop stuurman is Lenert Janz. Kijn, constitueren 3 juli 1620 een procureur.88 Voor 60 gld. verkoopt Willem op 1 augustus 1620 aan Willem Ghijsbrechtsz. schoenmaker een leeg erf gelegen achter Willem Ghijsbrechtsz.’ huis tussen de beide vlieten.89 De zelfde dag koopt Willem van Dirck Barentsz. van der Hoocht voerman voor 120 gld. een stuk vlietland strekkende oost en west beginnende van de sloot tussen dit verkochte erf en het land van (Willems oom) Vranck Doesz. aan de Westgaag in Maasland.90 Van Vliet vermeldt ene Leendert (sic) Jansz. Schim als gecommitteerde van het Maassluisse visserijcollege in 1622 en 1623. Dit moet uiteraard Willem Jansz. Schim zijn!91 Op 6 juli 1621 legt Willem Jansz. Schim zeilmaker een verklaring af. Hij is dan 51 jaar.92 Dertien jaar later, als hij 29 mei 1634 wederom een verklaring aflegt, is hij 64 jaar.93 Willem Jansz. Schim en Annetgen Lenertsdr. zijn beiden nog kloek en gezond als ze 4 augustus 1622 opnieuw een mutueel testament maken. De kinderen krijgen samen 1800 car. gld. en elk 100 gld. als bruidsstuk. Mocht de langstlevende hertrouwen, moet die nog eens 1200 gld. uitkeren aan de kinderen. Zo volgt nog een aantal bepalingen waarmee het testament behoorlijk wordt dichtgetimmerd met het oog op alle eventualiteiten.94 Van de kerkmeesters van Maassluis koopt Willem Jansz. Schim op 30 december 1622 twee erven die door Willem zelf zijn betimmerd, het derde en vierde erf van het blok erven liggende waar eertijds de Schans gelegen heeft. Hij betaalt met een losrente van 20 gld. 15 st. met een hoofdsom van 333 gld. gld. 6 st. 12 d. (die 26 november 1640 door zijn nazaat Wouter Gerritsz. wordt afgelost). De erven zijn belast met een opstal van 4 gld. per jaar.95 Op 6 mei 1625 koopt hij van de kerkmeesters (onder wie zijn broer Doen Jansz.) nog een leeg erf, het negende erf in het zelfde blok, voor 108 gld.96 Willem Jansz. Schim wordt in 1625 voor de 1000e penning aangeslagen voor 6000 gld.97 Willem Jansz. Schim, Doe Jansz. Schim en Claes Claesz. stierman samen kopen 27 maart 1627 van Soetgen Rutten weduwe van Cornelis Tonisz. Knol een huis en erf aan de zuidzijde van de Wateringer vliet. Het huis is belast met een custingbrief ten behoeve van Arijen Pietersz. Wassenaer smid te Maasland, waarop nog een restsom van 534 gld. openstaat. Bovendien staat er nog 208 gld. open aan vier achterstallige custingen. Als betaling nemen de kopers de custingbrief en achterstallige rente voor hun rekening.98 Grond is schaars in het dorp met een groeiende bevolking en voor Willem is de handel in stukjes erf kennelijk een lucratieve zaak. Zo verkoopt hij 17 oktober 1630 aan Jan Maertsz. en Pieter Govertsz. van Wijn beide schuttinglieden, twee erven liggende in het buitendijkse land alhier langs de haven voor 375 gld.,99 op 25 november dat jaar aan Cornelis Thonisz. koopman nogmaals twee erven in het buitendijkse land voor 100 gld. contant en een schuldbrief van 250 gld.100 en 2 juli 1631 aan Doe Corsz. zeilmaker, jongman, een stukje erf liggende achter het erf van de koper, voor 60 gld.101 Op 9 juli 1631 verkoopt hij aan Jacob van Ackersdijck schout, Doe Jansz. Schim (zijn broer), Aert Jansz., Jan Pauels, Cornelis Arensz. schuttingman (zijn zwager), vijf zesdeparten van een erf liggende aan de zuidzijde van de haven, waarvan de kopers het resterende zesdepart al in eigendom hebben. Er wordt betaald met een obligatie van 250 gld.102 Op 12 januari 1633 leent Willem Jansz. Schim koopman van Arent Jansz. van der Vorst brouwer in de Buijs te Delft 1000 gld. die hij verzekert op zijn huis, erf en schuit. Gerrit Jansz. van Pavia en zoon Jan Willemsz. Schim stellen zich borg. De hypotheek wordt 26 november 1640 afgelost door Wouter Gerritsz. die inmiddels met Willems weduwe is getrouwd.103 De handel in erven gaat inmiddels door. Op 16 november 1633 verkoopt Willem aan Vranck Ackersdijck bode van Maassluis een erf bezuiden de haven voor 152 gld.104 en dezelfde dag aan Gerrit Jansz. van Pavia een erf liggende achter het erf van de koper, ook bezuiden de haven, voor 180 gld. Beide kopers betalen contant.105 Als Willem in mei 1635 overlijdt, wordt voor de 1000e penning zijn boedel getaxeerd op 8000 gld. en die van zijn zoon Jan Willemsz. Schim op 6000 gld.106 Samen met haar zoon Jan zet Willems weduwe Annetgen Leenders de handel voort. Op 28 juli 1635 en op 22 april en 4 september 1636 verkopen ze een aantal stukjes land wat totaal zo’n 800 gld. oplevert.107 Ook in de visserij heeft Annetgen belangen. Op 23 oktober 1635 benoemt ze, met Maritgen Jacobsdr. weduwe van Jan Pietersz. Plaveijer en Gerrit Cornelisz. van der Claver, samen reders van het hoekerschip waarop Willem Meesz. Molenaer stierman is geweest, Jan Jochumsz. Oudaen om te innen van Pieter van Trielen, Lubbertus van Axele en Gijsbrecht Coning, kooplieden te Amsterdam, de assurantie van dit schip.108 Met het oog op haar voorgenomen tweede huwelijk sluit Annitge Leendersdr. op 27 november 1636 een overeenkomst met haar zoon Jan Willemsz. Schim als enige erfgenaam van Willem Jansz. Schim, inzake de erfenis van zijn vader. Jan zal alles behouden wat hij tot dusver uit de boedel genoten heeft en krijgt bovendien de opbrengst van een zekere boomgaard. Zijn moeder behoudt de rest van de boedel in eigendom.109 De nieuwe echtgenoot van Annetgen komt al snel in beeld als op 13 februari 1637 Leendert Pietersz. Goutappel, een neef van Annetgen, zich meldt die het recht van naasting verzoekt van een stuk land ‘besijden de haven’ dat Wouter Gerritsz. onlangs heeft verkocht.110 Vier dagen later verklaart Annitge Leenders dat ze aan de participanten van het voorgenomen taanhuis heeft verkocht een stuk land van omtrent acht hond liggende bezuiden de haven met het ‘eeuwig recht’ van uitpad om met paard en wagen over dit land te rijden. Voor het land heeft ze 1300 gld. ontvangen en voor het uitpad 200 gld.111 Hoewel Annetgen al in december 1636 met Wouter Gerritsz. is getrouwd, wordt ze in de laatstgenoemde akte nog aangeduid als weduwe. Mogelijk heeft de verkoop waarvan de transportakte op 17 februari is gepasseerd, al vóór haar huwelijk plaatsgevonden en gaat het hier om het zelfde land waar neef Goutappel op aast. De verkoop van erfjes gaat inmiddels gewoon door. Op 23 maart 1637 verkoopt Wouter Gerritsz. getrouwd met de weduwe van Willem Jansz. Schim aan Engebrecht Pietersz. Coudenhoven een erf liggende bezuiden de haven voor 65 gld.112 en op 20 januari 1640 aan Pieter Govertsz. van Wijn en Jan Maertsz. van Crimpen de helft van twee gemeen liggende erven waarvan de andere helft de weduwe van Leendert Gerritsz. Bocxhorn toekomt, voor 125 gld.113 Op 26 november 1640 vindt een woningruil plaats met neef Leendert Pietersz. Goutappel mandenmaker die zijn huis met de actie van het erf bij de Noordspui overdraagt aan Wouter Gerritsz. Hiervoor in de plaats krijgt Goutappel van Wouter Gerritsz. een huis en erf staande in de Schans bij de Nieuwe Kerk. Omdat laatstgenoemd huis hoger getaxeerd is, past Goutappel een (niet genoemd) bedrag in contanten bij.114 Anderhalf jaar later, op 16 mei 1642 verkoopt Wouter Gerritsz. getrouwd met de weduwe van Willem Jansz. Schim aan Leendert Hubrechtsz. hoekmaker een huis en erf aan de zuidzijde van de Noord-vliet. De prijs bedraagt slechts 200 gld. door de koper voldaan met een custingbrief. Dit bescheiden huisje is vermoedelijk afkomstig uit de boedel van Willem Jansz. Schim.115 Vijf jaar later is Annetge Leendertsdr. voor de tweede keer weduwe en deelt ze erfenis van Wouter Gerritsz. met diens voorkinderen. Op 3 juni 1647 verkopen Annetge voor de helft, en Wouters kinderen en kleinkinderen voor de wederhelft, aan Susanneken Arijens weduwe van Joris Jacobsz. van der Gaech in zijn leven secretaris van De Lier, een huis en erf staande in de Schans voor 1300 gld.116 De zelfde dag verkopen Annetge en haar stiefkinderen voor 600 gld. aan Jan Willemsz. Schim zeilmaker een boomgaard ‘met alle de plantagie ende timmeragie’ aan de zuidzijde van de Noordvliet.

Relaties:

Gehuwd met Annitje Leendertsdr (†1647)

Bronnen:

1. Ons Voorgeslacht blz. 475 Jrg. 73, 2018

Laatst gewijzigd: 18 november 2020
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-7546 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1