Stamboom van Hagenbeek

Jan Willems Schim

Vader: Willem Jansz Schim
Moeder: Annitje Leendertsdr
  • Geboren: te Maassluis
  • Overleden: tussen 17 augustus 1658 en 13 september 1662

zeilmaker en kramer te Maassluis, welgeboren man van Delfland (genomineerd 5-11-1638 en geëligeerd 4-11-1639,
5-11-1640, 29-10-1646 en 31-10-1647),118 woont Noorddijk te Maassluis (1649), zuidzijde Noordvliet (1659)
Op 18 april 1630 maken Jan Willemsz. Schim jongman op Maassluis, en Claesgen Claesdr. Tou van der Burch jongedochter tot Vlaardingen huwelijkse voorwaarden.
De bruidegom wordt geassisteerd door Willem Jansz. Schim zijn vader en Doe Jansz. zijn oom, en de bruid door Aert Jansz. haar stiefvader, Willem Jansz. Tou haar oom, en Claes en Cornelis Pietersz. haar [voogden? niet ingevuld]. Willem Jansz. Schim belooft het jonge paar het eerste aanstaande jaar de kost te geven en schenkt ze bovendien het huis waar hij tegenwoordig in woont met de schuur en de ‘neringe van cramerijen ende seijlmakerije’. Claesgen brengt in hetgeen ze heeft geërfd van haar oom Arent Tou Jansz. van der Burch maar dit blijft buiten de gemeenschap van goederen en zal, mocht zij kinderloos overlijden, terugkeren naar de zijde vanwaar het gekomen is. Namens zijn vrouw verkoopt Jan Willemsz. Schim op 25 mei 1631 aan de Heilige Geestmeesters van Naaldwijk en Honselersdijk ten behoeve van de H. Geestarmen aldaar een bezegelde rentebrief door Adriaen Wiggersz. bakker alias Adriaen Cors verleden voor schout en schepenen van Naaldwijk op 28 juni 1615 inhoudende een jaarlijkse losrente van 25 gld. met een hoofdsom van 400 gld. Volgens het kohier van de 1000e penning over 1635 zijn Jan Willemsz. Schim en zijn huisvrouw voor 6000 gld. gegoed. Jan is ziek en Claesge gezond als ze op 16 juni 1636 een mutueel testament maken. De langstlevende zal hun kind of kinderen onderhouden en samen uitreiken een bedrag van 500 gld. en bij mondigheid of huwelijk een uitzet naar de staat van de boedel. Een van de getuigen is (de inmiddels bekende) neef Leendert Pietersz. Goutappel.
Op 13 december 1645 verzoekt Jan Willemsz. Schim het recht van naasting van een huis en erf aan de zuidzijde van de Noordvliet, door zijn moeder of zijn stiefvader Wouter Gerritsz. verkocht aan Jan Gerritsz.van de Wol. Dit verhaal krijgt pas een vervolg na de dood van Wouter Gerritsz. als Jan op 4 juni 1647 verklaart hoe zijn stiefvader aan Jan Gerritsz. van der Wol timmerman in Maasland een huis en erf aan de zuidzijde van de Noordvliet had verkocht voor 350 gld. te betalen met 200 gld. contant en de rest met 50 gld. per jaar. Jan heeft dit huis genaast, in eigendom verkregen bij sententie van 16 maart 1646, en vervolgens voor de zelfde prijs overgedragen aan zijn moeder die 200 gld. contant heeft voldaan en heeft beloofd de rest met 50 gld. per jaar te betalen aan de erfgenamen van Wouter Gerritsz. Jan en Claesge maken op 9 september 1649 opnieuw een mutueel testament. Ze zijn allebei kloek en gezond en bepalen dat de langstlevende de kinderen zal onderhouden en bij mondigen dage of huwelijk een [niet ingevuld] bedrag zal uitkeren. De langstlevende is enig voogd of voogdes en de weeskamer wordt uitgesloten. Als Jan Willemsz. overlijdt laat hij zeven kinderen na uit zijn eerste huwelijk en twee uit het tweede terwijl ook zijn weduwe gerechtigd is tot een kindsdeel. Op 13 september 1662 compareren Elijsabeth Louwerisdr. Bouwmans weduwe van Jan Wilhemsz. Schim die weduwnaar en boedelhouder was van Claasje Touwe, voor haar zelf en als moeder en voogdes samen met Adriaan Brant, schoolmeester in Maasland, als voogd van haar minderjarige kinderen, en Jan en Pieter Doensz. Schim en Pieter Cornelisz. van Wijn als voogden over de minderjarige en vervangende de meerderjarige voorkinderen van Jan Willemsz. Schim geprocreëerd bij Claasje Touwe, voor het gerecht van Vlaardingerambacht en verkopen samen aan Claes Meesz. Maen 5 morgen 4 hond 59½ roeden patrimoniaal weiland gelegen aan drie kampen naast elkaar op Vlaardingerwoud voor 3954 gld. 12 st. 6 d. in contanten. Dezelfde erfgenamen worden 14 november 1662 allemaal bij naam genoemd, t.w. Lijsbeth Louris, weduwe van Jan Willemsz. Schim, geassisteerd met mr. Adrijaen van den Brant, schoolmeester in Maasland, voor 1/10, en als als medevoogd over haar twee minderjarige kinderen Louris en Annetge Jans, voor 2/10, Jan Doensz. Schim, Pieter Doensz. Schim en Pieter Cornelisz. van Wijn als voogden van Claes Jansz. Tou alias Schim, Meijnsge en Jannetge Jans Schim, minderjarige kinderen van Jan Schim verwekt aan Claesge Claes Touwen, zijn eerste huisvrouw, verder de genoemde Jan en Pieter Doensz. Schim vervangende Dirck Cornelisz. van Dorp getrouwd met Annetge Jans, Neeltge Jans, Willemptge Jans en Pietertge Jans, alle vier mondige kinderen van Jan Willemsz. en Claesge Claes Touwe. Samen verkopen ze aan Jan Lourisz. van Schiebrouck, wonend in Maasland, een boomgaard met ‘alle plantagien en timmeragie’ aan de noordzijde van de
Noordvliet, voor 1350 gld. De negen kinderen (resp. hun voogden) verkopen 16 juni 1663 aan hun (stief)moeder Elisabeth Louris voor 3000 gld. 9/10 deel van een huis, bijhuis en schuur, de actie van het erf waarop het staat aan de oostzijde van de Hoogstraat, waarvan het resterende 1/10 deel de weduwe competeert. Het huis blijft belast voor de alimentatie van Louris en Annetgen Jans Schim, die dezelfde dag is overeengekomen. Op 19 juni 1663 (vier dagen voor ze in ondertrouw gaat met haar aanstaande nieuwe echtgenoot) bekent Lijsbeth Louris een schuld van 600 gld. aan de weeskinderen van Cornelis Jacobsz. van der Valck en Trijntge Pieters van Adrichem. Borgen zijn mr. Adrijaen Jansz. van den Brant schoolmeester in Maasland en (haar aanstaande) Jacob Dircxz. van der Eijck timmerman. Het geld wordt haar in contanten aangeteld door Willem Bogaert in Maasland, voogd van de kinderen. Jacob Dircsz. van der Eijck als man en voogd van Lijsbet Louwe Boumans, moeder en ex testamento gestelde voogd over haar twee minderjarige kinderen geprocreëerd bij Jan Willemsz. Schim, treedt 25 januari 1664 op voor het gerecht contra Pieter Doensz. Schim, die zich de administratie van de nagelaten boedel van Jan Willemsz. Schim heeft aangematigd, om op te komen voor de rechten van zijn Op 13 december 1645 verzoekt Jan Willemsz. Schim het recht van naasting van een huis en erf aan de zuidzijde van de Noordvliet, door zijn moeder of zijn stiefvader Wouter Gerritsz. verkocht aan Jan Gerritsz.van de Wol. Dit verhaal krijgt pas een vervolg na de dood van Wouter Gerritsz. als Jan op 4 juni 1647 verklaart hoe zijn stiefvader aan Jan Gerritsz. van der Wol timmerman in Maasland een huis en erf aan de zuidzijde van de Noordvliet had verkocht voor 350 gld. te betalen met 200 gld. contant en de rest met 50 gld. per jaar. Jan heeft dit huis genaast, in eigendom verkregen bij sententie van 16 maart 1646, en vervolgens voor de zelfde prijs overgedragen aan zijn moeder die 200 gld. contant heeft voldaan en heeft beloofd de rest met 50 gld. per jaar te betalen aan de erfgenamen van Wouter Gerritsz. Jan en Claesge maken op 9 september 1649 opnieuw een mutueel testament. Ze zijn allebei kloek en gezond en bepalen dat de langstlevende de kinderen zal onderhouden en bij mondigen dage of huwelijk een [niet ingevuld] bedrag zal uitkeren. De langstlevende is enig voogd of voogdes en de weeskamer wordt uitgesloten. Als Jan Willemsz. overlijdt laat hij zeven kinderen na uit zijn eerste huwelijk en twee uit het tweede terwijl ook zijn weduwe gerechtigd is tot een kindsdeel. Op 13 september 1662 compareren Elijsabeth Louwerisdr. Bouwmans weduwe van Jan Wilhemsz. Schim die weduwnaar en boedelhouder was van Claasje Touwe, voor haar zelf en als moeder en voogdes samen met Adriaan Brant, schoolmeester in Maasland, als voogd van haar minderjarige kinderen, en Jan en Pieter Doensz. Schim en Pieter Cornelisz. van Wijn als voogden over de minderjarige en vervangende de meerderjarige voorkinderen van Jan Willemsz. Schim geprocreëerd bij Claasje Touwe, voor het gerecht van Vlaardingerambacht en verkopen samen aan Claes Meesz. Maen 5 morgen 4 hond 59½ roeden patrimoniaal weiland gelegen aan drie kampen naast elkaar op Vlaardingerwoud voor 3954 gld. 12 st. 6 d. in contanten. Dezelfde erfgenamen worden 14 november 1662 allemaal bij naam genoemd, t.w. Lijsbeth Louris, weduwe van Jan Willemsz. Schim, geassisteerd met mr. Adrijaen van den Brant, schoolmeester in Maasland, voor 1/10, en als als medevoogd over haar twee minderjarige kinderen Louris en Annetge Jans, voor 2/10, Jan Doensz. Schim, Pieter Doensz. Schim en Pieter Cornelisz. van Wijn als voogden van Claes Jansz. Tou alias Schim, Meijnsge en Jannetge Jans Schim, minderjarige kinderen van Jan Schim verwekt aan Claesge Claes Touwen, zijn eerste huisvrouw, verder de genoemde Jan en Pieter Doensz. Schim vervangende Dirck Cornelisz. van Dorp getrouwd met Annetge Jans, Neeltge Jans, Willemptge Jans en Pietertge Jans, alle vier mondige kinderen van Jan Willemsz. en Claesge Claes Touwe. Samen verkopen ze aan Jan Lourisz. van Schiebrouck, wonend in Maasland, een boomgaard met ‘alle plantagien en timmeragie’ aan de noordzijde van de
Noordvliet, voor 1350 gld. De negen kinderen (resp. hun voogden) verkopen 16 juni 1663 aan hun (stief)moeder Elisabeth Louris voor 3000 gld. 9/10 deel van een huis, bijhuis en schuur, de actie van het erf waarop het staat aan de oostzijde van de Hoogstraat, waarvan het resterende 1/10 deel de weduwe competeert. Het huis blijft belast voor de alimentatie van Louris en Annetgen Jans Schim, die dezelfde dag is overeengekomen. Op 19 juni 1663 (vier dagen voor ze in ondertrouw gaat met haar aanstaande nieuwe echtgenoot) bekent Lijsbeth Louris een schuld van 600 gld. aan de weeskinderen van Cornelis Jacobsz. van der Valck en Trijntge Pieters van Adrichem. Borgen zijn mr. Adrijaen Jansz. van den Brant schoolmeester in Maasland en (haar aanstaande) Jacob Dircxz. van der Eijck timmerman. Het geld wordt haar in contanten aangeteld door Willem Bogaert in Maasland, voogd van de kinderen. Jacob Dircsz. van der Eijck als man en voogd van Lijsbet Louwe Boumans, moeder en ex testamento gestelde voogd over haar twee minderjarige kinderen geprocreëerd bij Jan Willemsz. Schim, treedt 25 januari 1664 op voor het gerecht contra Pieter Doensz. Schim, die zich de administratie van de nagelaten boedel van Jan Willemsz. Schim heeft aangematigd, om op te komen voor de rechten van zijn vrouw. Kennelijk om zich te verweren tegen de bemoeizucht van de Schimmen, benoemt Lijsbeth Louris op 27 juni 1665 tot voogden over haar twee minderjarige kinderen mr. Adrijaen van den Brant schoolmeester in Maasland, Jan Aldersz. Coudenhove en Cors Sijmensz. Hogeveen. Op 12 februari 1666 wordt daar aan nog toegevoegd Cornelis Lourisz. Bouwman arbeider in Maasland, haar broer. Op 21 februari 1671 inventariseert Lijsbeth Louris Bouwman, laatst weduwe van Jacob Dircxz. van der Eijck, de boedel die ze met hem in gemeenschap heeft bezeten, en bij hem voor de helft met de dood ontruimd, nalatende tot zijn erfgenaam zijn voordochter genaamd Neeltje Jacobs oud 13 jaar. De onroerende goederen bestaan uit een huis, bijhuis en schuur met de actie van het erf aan de oostzijde van de Hoogstraat, een huis met de actie van het erf met drie grote bargen aan de westzijde van de Hoogstraat, en de zeilmakerswinkel met de gereedschappen. De boedel is nog belast met ‘het groot maecken’ van Lauris Jansz. Schim het jongste kind van de inventariante geprocreëerd bij Jan Willemsz. Schim haar tweede man zaliger. Bij notariële akte benoemt Lijsbeth Louwen op 30 december 1673 Willem Pietersz. Bogert en Jan Aldertsz. Kouwenhoven tot voogden over haar minderjarige zoon Louris. De weeskamer wordt uitgesloten. In 1689 krijgen de zes nog in leven zijnde kinderen van Claesgen Claesdr. Touw een erfenisje van een nicht van hun moeder, Maritgen Pieters Verkrocht, nagelaten dochter van Pieter Claesz. Verkrocht die een volle broer was van Maertie Claes Verkrocht, hun moeders moeder. Op 21 juli van dat jaar machtigen Arij Willemsz. Nocx visser, als man van Neeltie Jans Schim, Pietertie Jans Schim weduwe van Heijmen Maertensz., Leendert Thijsz. van Proije visser getrouwd met Jannetie Jans Schim en Claes Janse Schim zeilmaker, hun zus Maertie (sic = Meijnsge) Jans Schim weduwe van Pieter Lambrechtsz. de Haeij en hun zwager Dirck Cornelisz. van Dorp getrouwd met Anna Jans Schim om samen met hun mede-erfgenamen de rekening van de boedel van de erflaatster te sluiten en de boedel te helpen scheiden. Dirck Cornelisz. van Dorp gehuwd met Annetie Jans Schim, voor zichzelf en vervangende de mede-erfgenamen van vaderszijde van Maritie Pieters Vercrocht voor de helft, en de erfgenamen van moederszijde voor de wederhelft, verkopen op 14 september 1690 aan het Weeshuis van Vlaardingen voor 80 gld. een schuldbrief d.d. 10 mei 1659.

Relaties:

Gehuwd met Claesje Claes Touw van der Burch (†>1649)

Bronnen:

1. Ons Voorgeslacht blz. 478 Jrg. 73, 2018

Laatst gewijzigd: 18 november 2020
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-32786 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1