Vader:
Bouwen Jansz van Dorp
Moeder:
Aef
- Geboren: ± 1460
- Lakenkoopman
- Overleden: na 3 oktober 1505 (ongeveer 45 jaar oud)
van zijn vader krijgt hij op 27 april 1474 als jongste
zoon een lijfrente op diens leengoed (15). Van 1476-1492 wordt hij vele malen als drapenier genoemd in de Thesauriersrekeningen van Leiden als betaler van de velaccijns voor ingevoerde vachten. Op 27 februari 1491 verkoopt hij samen met zijn broer Jan een 'raam' in de Oude Hoef (34). In 1498 wordt hij aangeslagen in het Hoofdgeld voor een bedrag van 6 pond. In 1487 maakte hij met andere drapeniers een reis naar Calais om wol en schapevachten te kopen, maar hij is onderweg beroofd,
waardoor hij ernstig in schulden raakt. Na langdurig uitstel
van betaling beslist het Hof van Holland in 1505 dat Gerrit
zijn huis 'In de Olifant' moet verkopen (Uit de klappers
op de Tiende Penning van 1559 blijkt dat het huis door familieleden is gekocht: mede-eigenaars zijn dan Claes Gerritsz. van Dorp en de weduwe van Vranck Gerritsz. van Dorp). Overl. na
3 oktober 1505. Hij huwde ca. 1480 met Machteld Claesdr. Mast,
geb. ca. 1460, overl. na 1498, dochter van Claes Mast
(drapenier, schepen van Leiden in 1467) en Hase Geryt
Buytewechsdr. In 1498 worden beiden vermeld in de lijfrenteregisters
van Leiden
Laatst gewijzigd:
10 december 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-71681
Gekopieerd!