Regeerperiode: 25 december 967 – 7 mei 973 – 7 december 983 Bijnaam: De Rode
Zijn moeder, Adelheid, steunde aanvankelijk de troonopvolging van Hendrik, die werd geboren toen Otto al keizer was. Later steunde ze Giselbert van Lotharingen, de echtgenoot van haar dochter Gerberga. Pas sinds 9?? stond ze trouw aan Otto’s zijde.
Otto II begon zijn bewind als reeds verkozen en gezalfde koning en keizer. Reeds in 961, vóór de tweede Italiëtocht van zijn vader, werd hij in Worms tot koning gekozen en op 26 mei in Aken gekroond.
Tijdens de conflicten tussen de Byzantijnse keizer en Otto I over de Zuid-Italiaanse gebieden, werd Otto II op 25 december 967 tot medekeizer gekroond, om zijn status te verhogen. Dit gebeurde met het oog op een huwelijk met Anna, de dochter van de Byzantijnse keizer, als oplossing voor het conflict. Dit plan viel echter uiteen na de dood van haar vader. In plaats daarvan trouwde Otto II met Theophanu, de nicht van de nieuwe Basileus. Hun huwelijk werd gesloten op 14 april 972, waarbij Theophanu tot keizerin werd gekroond.
Otto II streefde naar een soepel voortzetting van zijn vaders beleid, maar kort na zijn aantreden laaiden oude machtsstrijd binnen de familie opnieuw op. Vooral zijn neef Hendrik de Twister probeerde een eigen machtsgebied in Zuid-Duitsland te vestigen. Hij sloot zich aan bij hertog Boleslav II van Bohemen en Mieszko van Polen, met als doel Otto van Zwaben ten val te brengen. Dit plan werd echter verraden en Hendrik werd in 974 in Ingelheim gevangengezet.
In 976 wist hij te ontsnappen en een opstand in Beieren te ontketenen, maar ook deze mislukte en Hendrik werd naar Bohemen verbannen. Otto II herstructureerde daarop het Zuidoosten van het rijk door de Beierse Oostmark (sinds 955) toe te kennen aan Liutpold van de Babenbergers, wat de bijna 300 jaar durende heerschappij van de jongere Babenbergers inluidde. Dit leidde tot de ontwikkeling van de Oostmark tot het hertogdom Oostenrijk.
Otto scheidde ook Karinthië, evenals de Italiaanse Markgraafschappen Verona en Aquileja van Beieren, en stelde het nieuwe hertogdom onder leiding van Hendrik, de zoon van Berthold van Beieren. Deze maatregelen onderstreepten de decentralisatiepolitiek, die reeds in 958 in Lotharingen was ingezet.
Tijdens de eerste zeven jaren van zijn heerschappij wist Otto II het binnenlandse bestuur te stabiliseren en de hegemonie in het Westen te verzekeren.
In 980 trok Otto II naar Italië, waar binnen korte tijd twee door de keizer goedgekeurde pausen door de Crescenti-familie waren vermoord of verdreven. In 981 trok Otto Rome binnen en herstelde de orde.
In Zuid-Italië laaiden ondertussen conflicten weer op door Saraceense invasies vanuit Sicilië sinds 976. Otto besloot tot een gewapende aanval tegen de invasoren, maar dit bracht hem onvermijdelijk in conflict met Byzantium, omdat hij nu Byzantijns grondgebied moest binnendringen.
In 981 begon Otto II zijn veldtocht tegen de Saracenen, maar hij leed in 982 een verwoestende nederlaag bij Capo Colonne, door een Arabische hinderlaag. De keizer kon zichzelf slechts zwemmend naar een Grieks schip redden.
In 983 werd op de Rijksdag van Verona een nieuwe veldtocht naar Zuid-Italië en Sicilië goedgekeurd. Daarbij werd Otto’s driejarige zoon tot koning gekozen, met zijn kroning in Aken als volgende stap.
Tijdens de voorbereiding van deze veldtocht ontving Otto het bericht van een grote opstand van de Slaven in het noorden. De kerkprovincie Magdeburg en grote delen van de Noordmark vielen in handen van de Obodriten, Liutizen en Wenden. Otto II wist echter Meißen en Lausitz veilig te stellen, waardoor de Elbe-lijn als oostelijke grens behouden bleef.
Otto II stierf op 7 december 983 in Rome en werd begraven in de Sint-Pietersbasiliek.
Laatst gewijzigd:
11 juni 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-6027
Gekopieerd!