Richeza van Lotharingen, ook Rixa, (ca. 1000 - Saalfeld/Saale, 21 maart 1063) was koningin van Polen tot 1034.
Na de moord op haar man, Mieszko II Lambert van Polen, vluchtte Richeza met haar kinderen naar haar familie in Duitsland. In 1047 overleed haar broer Otto II van Zwaben. Tijdens de begrafenis van Otto legde Richeza haar juwelen af en verklaarde plechtig dat zij ook in een klooster zou treden.
Na haar overlijden werd Richeza niet in Brauweiler begraven (zoals zij had gewenst) maar in het nieuwe Mariagarden klooster in Keulen (in de immuniteit van de dom). Aartsbisschop Anno II beriep zich op een mondelinge afspraak met Richeza. Hij eigende zich ook de schenkingen toe die Richeza aan Brauweiler had gedaan als tegenprestatie voor haar begrafenis. Na lange juridische strijd wist het klooster van Brauweiler deze schenkingen in 1090 alsnog in handen te krijgen. Het Mariagarden klooster werd in 1817 afgebroken, het gebeente van Richeza werd toen verplaatst naar de Johanneskapel in de Dom.
Richeza werd heilig verklaard vanwege haar grote schenkingen aan de kerk en omdat ze een groot aantal kerken bouwde. De Nicolaas- en Gertrudiskerken in Keulen, Klotten, Brauweiler, Saalfeld, Bonn en Essen, zijn door haar gesticht.
Een persoonlijk evangeliarium van Richeza is bewaard in de Hessische bibliotheek. Haar graf is meerdere malen geopend om relikwieën uit te nemen. In 1959 is haar graf voor het laatst geopend. Uit haar skelet blijkt dat ze een kleine, tengere vrouw was met een genezen sleutelbeenbreuk en ouderdomsverschijnselen aan de wervelkolom.
Richeza was de dochter van paltsgraaf Ezzo van Lotharingen en Mathilde van Saksen, dochter van keizer Otto II. Zij huwde in 1013 met de Poolse koning Mieszko II Lambert (990-1034)
Laatst gewijzigd:
2 november 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-5930
Gekopieerd!