vermeld 1317-1335, bastaard, baljuw van Naarden, Gooiland, Amstelland en Rijnland. Rentmeester van Kennemerland.
Willem Cuser, huurt land in (het Middeleeuwse!) Noord-Holland 1317; is slotvoogd op de Dullenburg in de Mars bij Rhenen 12-10-1319; tocht zijn (eerste) vrouw met de helft van zijn bezit op IJselmonde 6-12-1327; is baljuw van Waterland en Amstelland 1332 e.v.; wordt door graaf Willem IV "onse neve" genoemd wanneer hij hem met het huis Schoten beleent 19-11-1339 voor zijn tweede huwelijk (met Machteld Reiniersdr. van Heemstede, die hij 27- 11-1339 tocht); is rentmeester van Kennemerland en (West-)Friesland 4-2-1340 en 7-4 -1342, ontvangt herhaaldelijk land en tienden in leen; voor het laatst vermeld (als lid van de grafelijke raad) wanneer Naarden het stapelrecht voor Zuiderzeevis krijgt Brussel 28-5-1342, tr. (1) voor 6-12,1327 Ida van Oosterwijk, getocht 1327, overl. voor nov. 1339, dochter van Coen, heer van Oosterwijk.
1 . Willem Cuser. Hij wordt gewoonlijk gehouden voor een bastaard van Graaf Jan II (1299-1304) of van diens zoon Willem III (1304-1337). In 1318 vinden wij hem als slotvoogd op den Dullenburg in de Marsch bij Rhenen, gesticht door den Utrechtschen Bisschop Guy van Avesnes (t 1317), als een sterken burcht (castrum), die strekken moest om den landzaat, inzonderheid den Gelderschman, door inlegering van krijgsvolk in bedwang te houden. Willem Cuser (bast.), huurt land in (het Middeleeuwse!) Noord.Holland 1317; is slotvoogd op de Dullenburg in de Mars bij Rhenen 12.10.1319; tocht zijn (eerste) vrouw met de helft van zijn bezit op IJsselmonde 6.12.1327; is baljuw van Waterland en Amstelland 1332 e.v.; wordt door graaf Willem IV "onse neve" genoemd wanneer hij hem met het huis Schoten beleent 19.11.1339 voor zijn tweede huwelijk (met Machteld Reiniersdr. van Heemstede, die hij 27.11.1339 tocht); is rentmeester van Kennemerland en (West.)Friesland 4.2.1340 en 7.4.1342, ontvangt herhaaldelijk land en tienden in leen; voor het laatst vermeld (als lid van de grafelijke raad) wanneer Naarden het stapelrecht voor Zuiderzee.vis krijgt Brussel 28.5.1342, tr. (1) vóór 6.12.1327 Ida van Oosterwijk, getocht 1327, overl. vóór nov. 1339, dr. van Coen, heer van Oosterwijk.
Echter:
Graaf Willem III van Henegouwen en Holland noemt "Willaem den Cuser" op 2 mei 1334 "onsen neve ende trouwen knape" (NA, archief van de graven van Holland, nr. 255, fol. 25v). Willem (die) Cuser kan daarom geen bastaardzoon van Jan II van Avesnes, graaf van Henegouwen en Holland, zijn. Het was Jhr. H.A. van Foreest, die als eerste deze conclusie trok (Regionaal Archief Alkmaar, familiearchief Van Foreest, nr. 590, onvoltooid manuscript van Jhr. H.A. van Foreest, Het huis Oosterwijk, p. 44). Wel is Willem (die) Cuser een kleinzoon of achterkleinzoon van Jan I van Avesnes en Aleid van Holland.
(met dank aan de heer J.F. Jacobs)
Laatst gewijzigd:
25 juni 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-5575
Gekopieerd!