Graaf van Holland en Zeeland 1349-1358. Aanvankelijk wilde zijn moeder Margaretha de macht weer overnemen. Ze werd in 1351 in de zeeslag bij Zwartewaal verslagen. In 1354 werd de vrede getekend. Willem V behield Holland en Zeeland. Na het overlijden van Margareta in 1356 werd hij ook graaf van Henegouwen. Later zelfs nog Hertog van Beieren. In 1358 werd hij waanzinnig. Zijn broer Albrecht nam toen de macht over. Willem V van Beieren, geb. april 1333, door zijn vader aangewezen als erfgenaam voor Holland, Zeeland en Henegouwen 7-9-1346 (met bepaling, dat bij zijn eventueel kinderloos overlijden de opvolging in deze drie gewesten op zijn jongere broer Albrecht zal overgaan) en door zijn moeder bij haar vertrek naar Beieren aangesteld tot stadhouder ("verbeidende" de drie graafschappen 8-9 en 24-9-1346) doch uiteraard met behoud van zijn rechten op Beieren (dientengevolge in theorie samen met zijn vijf broers na de dood van hun vader hertog van Beieren, door deling samen met zijn broers Stephan en Albrecht hertog van Niederbayern en in de Nederlandse gewesten Landsberg 12-9 -1349; door verdere deling samen met zijn broer Albrecht hertog van Niederbayern-Straubing Regensburg 3-6-1353; stelt Albrecht tot stadhouder in dat gebied aan 12-10-1354); door zijn moeder benoemd tot graaf van Holland en Zeeland (doch niet Henegouwen) München 5-1-1349 tegen een aanzienlijke uitkering welke echter veel verzet oproept (later leidende tot de Kabeljauwse verbondsbrief) waarna enkele steden hem, ook zonder betaling, huldigen als graaf en hij zich graaf van Holland en Zeeland gaat noemen sinds 28-4-1349; onderwerpt zich aan zijn in Henegouwen teruggekeerde moeder 12-4-1350 en moet de door hem gevoerde grafelijke titels herroepen Geertruidenberg 27-9-1350; wordt door enkele Hollandse edelen ontvoerd uit Ath in de nacht van 1 op 2-2 -1351 en overgebracht naar het Kabeljauwse centrum Delft, waarna hij door een deel van de adel en door tal van steden de facto als graaf erkend wordt febr. -apr. 1351, welke positie hij in de nu beginnende burgeroorlog aanzienlijk versterkt door de overwinning op de vloot van zijn, (dan nog) door zijn zwager koning Edward III gesteunde, moeder bij Zwartewaal 5/7-7-1351; wordt in feite als graaf van Holland en Zeeland (Willem V) door Edward III erkend wanneer deze vervolgens bemiddelt en hem Mechteld van Lancaster ten huwelijk geeft King's Chapel Westminster febr. 1352; verzoent zich na arbitrage opnieuw met zijn moeder (die wederom een aanzienlijke financiële schadeloosstelling vraagt, waarvan echter niets betaald is) Valenciennes 2-1 -1355; volgt na haar overlijden ook op als graaf van Henegouwen (Willem II), wordt volslagen krankzinnig in de winter 1357-58 waarop zijn broer Albrecht, gedachtig de regeling van 1346, ijlings uit Straubing wordt ontboden om hem als ruwaard op te volgen (Delft 23-2-1358) en hij wordt opgesloten in het kasteel Le Quesnoy ("de dolle hertog"), alwaar overl. 1389 (kort voor 15-3), begr. Valenciennes (Minderbroeders). Uit een buitenechtelijke verhouding met Catharina Gerrit Busendr.: 22/100. (bast.) Elisabeth van Beieren, vermeld vanaf 1359 wanneer zij van hertog Albrecht jaarlijks 30 pond Hollands voor haar onderhoud ontvangt; wordt door hem (aan wiens hof zij vaak vertoeft) bij herhaling zijn nicht genoemd; bevestigd in haar lijftocht in alle lenen van haar man in Holland en Zeeland (uitgezonderd Stavenisse) 8-4-1392; verkoopt een huis te Haarlem 1398; verkrijgt van hertog Willem VI diverse renten in 1412 en 40 pond uit het rentmeesterschap van Schoonhoven 17-4-1414; verkoopt als weduwe goederen te Zuilichem aan Gijsbert de Cock van Neerijnen 1415, tr . ca. 1370 Bruysten van Herwijnen, schepen van Tuil 1366; bezegelt (als knape) de Gelderse landvrede 6-1-1377; is Hollands leengetuige Geertruidenberg 22-9 -1377, wordt door hertog Albrecht aangesteld tot kastelein van Loevestein, is baljuw van Zierikzee 1385; neemt deel aan het beleg van Damme zomer 1385; is raad van hertog Albrecht in de jaren 1387-96; is baljuw van Kennemerland 21-7 -1388; wordt aangesteld tot rentmeester van Zeeland beoosten Schelde 7- l- 1390; belast met het bedijken van het oude land van Stavenisse 28-4-1391; is dijkgraaf van de Grote Waard 2-11-1392; koopt het ambacht Henegouwen op Duiveland 9-4-1393; wordt opnieuw aangesteld tot kastelein van Loevestein 20 -8- 1393 waar hij last krijgt twee schepen gereed te maken voor de tocht welke hertog Albrecht tegen de Friezen beraamt 27-5-1396; beleend met het land van Altena en Woudrichem 20-7-1396 als vergoeding voor aan de hertog voorgeschoten bedragen; moet zich wegens malversaties als rentmeester in gijzeling begeven naar Amsterdam, ontsnapt echter tussen 21 en 24-2-1397 naar Loevestein en bestookt van daar uit de Dordtse rivierhandel in april 1397 wat tot een beleg van Loevestein (dat door zijn naaste familie verdedigd wordt) leidt, doch waaruit hij zich tevoren verwijderd blijkt te hebben; verblijft daarna waarschijnlijk in Gelderland, doch verzoent zich met hertog Albrecht en wordt weer vermeld als diens raad 27-3-1400; verblijft daarna vermoedelijk op het huis te Herwijnen (de alde hofstat, later genaamd Wayenstein) waarmee hij beleend wordt 1402; tocht zijn schoondochter daaruit 1408, overl. ca. 1410, zn. van Dirk Wouters van Tuyll en Adelissa van Herwijnen
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-3764
Gekopieerd!