Stamboom van Hagenbeek

• Geboren: ± 1440 te Strijen
• Gedoopt: [[https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2021/01/OV_651_januari_2013.pdf]]

In 1508 betaalden ‘Jan van den Stoep ende Gertuyt eius uxor’ uit Strijen intredegeld voor het lidmaatschap van de Illustre Lieve Vrouwen Broederschap in ’s-Hertogenbosch. In 1512 werd na de dood van ‘Geertruydt Jan Stoeps huysvrouw in Strien’ haar doodschuld betaald. In 1514 betaalde ‘Lysbeth Jan van den Stoeps uxor’ uit Strijen intredegeld voor deze broederschap. De Strijense schepenen Jan van der Stoup en Ocker Woutersz. getuigden op 20-12-1514 over een zekere erfscheiding.
Op 18-7-1536 werd er door de vierschaar van Strijen vonnis gewezen in een geschil tussen W(ille)m Reyersz. en ouden Stoup. De zaak handelde o.a. over een ‘dorlije’ ofwel een doorgang of sloot aan ‘den Walenwech’, gelegen tussen ‘den ouden Stoups lant’ en de ‘dwarsvairt’. Eén der schepenen in deze zaak was Jan van der Stoup Jansz., die de zoon van ouden Stoup moet zijn. De 72 jaar oude en van Strijen geboortige Jan Jansz. van der Stoup verklaarde op 10-8-1536 dat hij altijd in Strijen had gewoond, wel 40 jaar lang heiligegeestmeester van Strijen was geweest en pastoors van ‘Cyllishouck’ (= Cillaarshoek) had gekend, waaronder zijn inmiddels gestorven zoon Jan, die daar pastoor was geweest. Ook getuigde hij o.a. over een verdwenen dorp genaamd ‘den Broek’ in het Strijense, van de bedijking van het Nieuweland van Strijen 52 of 53 jaar tevoren en dat het Oudeland van Strijen 14 of 15 jaar tevoren (her)bedijkt was geweest na de inbraak van de Dordtse Waard.
Op 7-11-1540 pandde de weduwe van Peter van Baerdwijck de achtergelaten ‘goeden’ van Jan Verstoep en dezelfde dag dééd de weduwe van Aeriaen Reyns dit aan de achtergelaten goederen van Jan van der Stoup. In een akte van een dag later wordt gerefereerd aan het sterfhuis van Jan Verstoeps en blijkens een akte van 28-12-1540 werd Snel Janss. gepand met de van zijn vader Jan van der Stouip aanbestorven goederen. Op 22-11-1541 wordt voor de Vierschaar van Strijen melding gemaakt dat de weduwe van ‘Jan van der Stoup Janszoen den ouwen’ achteraf verklaard had dat haar man zaliger eertijds een huis en erf had verkocht, maar dat de zondaagse kerkelijke geboden daarvoor niet waren geschied, hetgeen tot een geschil had geleid. De schepenen vonnisten dat deze geboden alsnog dienden plaats te vinden. Ook akten van 31-l-(sch 1541=) 1542 en 14-3-(sch 1541=) 1542 refereren aan een huis dat ‘Jan van der Stoup de ouen’ verkocht zou hebben. Op de Vierschaar te Strijen van 31-7-1543 wordt melding gemaakt dat ‘den ouden Jan van der Stoup Jansoen pie memorie’ eertijds onwillig was geweest inzake een zekere rentebrief een jaarlijkse rente van een gouden engelse nobel te betalen. Gedaagde Jan van der Stoup Jansz. zou op een verklaring van Ariaen Andriessoen hierin ongelijk hebben. Op 18-12-1543 werd deze zaak voortgezet; waarbij Jan Bol, poorter van Dordrecht, procedeerde met ‘Jan van der Stoup Jansz. den jongen met zijn consorten’. Hieruit kan geconcludeerd worden dat jonge Jan wel een zoon van oude Jan moet zijn geweest en met de consorten of adherenten zullen de andere kinderen, eventuele kleinkinderen en wellicht ook nog de weduwe van oude Jan zijn bedoeld. De weduwe Stoup werd in de 10epenning van Strijen van 1543 aangeslagen voor het gebruik van 14 mr. in Oud Strijen en voor 2 mr. 1 h. in Nieuw Strijen, alsmede voor een huis in Strijen waars. Jan Jansz. van der Stoup(e) de oude alias Verstoup alias Stoup (Stoep), geb. Strijen ca. 1464, woonde te Strijen, heiligegeestmeester (ca. 1496-1536), pachter van de accijns (1510), schepen (1514, 1521, 1522)7 van Strijen, koper van tienden in het land van Essche (1504,1508,1517,1518,1520) en in Strijen (1508,1516,1518,1522), als inwoner van Strijen lid van de Illustre Lieve Vrouwen Broederschap in ’s-Hertogenbosch (sedert 1508), koper van lammertienden in Nieuw-Strijen (1506), pachter van de ‘vogelrije’ vande wilde en tamme zwanen in Strijen (1524-1526),2 overl. tussen 1539 en 7-11-1540, tr. le Gertruyt N.N., als inwoonster van Strijen lid van de Illustre Lieve Vrouwen Broederschapin ’s-Hertogenbosch (sedert 1508), overl. in of kort vóór 1512, tr. 2e ca. 1512/1514 Lysbeth N.N., als inwoonster van Strijen lid van de Illustre Lieve Vrouwen Broederschap in’s-Hertogenbosch (sedert 1514), landgebruikster te Strijen (1543), overl. na 6-10-1544.