Vader:
Jan Verstoup
Moeder:
Geertruijt
- Geboren: ± 1485 [[https://gw.geneanet.org/hvanderstelt?n=verstoup&oc=&p=lambrecht+jansz]] te Poortugaal [[https://gw.geneanet.org/foxkroon?lang=nl&p=lambregt+jansz&n=van+der+stoup+alias+verstoup]]
- Gedoopt: [[DE OUDSTE GENERATIES VAN HET GESLACHT MET DE NAAMDRAGERS (VAN DER) STOUP,GELDERBLOM EN TUIJTEL UIT MIJNSHEERENLAND. door K.J. Slijkerman ONS VOORGESLACHT I Jaargang 69 I januari 2014 I(hoewel mogelijk uit een ader document, deze tekst stond hier zonder bron)]] [[https://gw.geneanet.org/kurtenmariska04?n=verstoup&oc=&p=lambrecht+jansz]]
- Korenmolenaar
- Overleden: op 10 mei 1552 (ongeveer 67 jaar oud) te Poortugaal
- Begraven: te Poortugaal grafzerk in de kerk
Voor 1540 korenmolenaar. Lambrecht komt voor in het cohier van de 100e penning met 32 gemet land en een huis te Poortugaal.
In 1543 werd hij vermeld te Poortugaal (tiende penning)
Schout van 's-Gravenambacht 1543, 1549, landgebruiker te 's-Gravenambacht 1542, Poortugaal 1543 en Pernis 1543, landpachter in Oud-Strijen 1548, 1553.
Zijn welvaart en landbezit zal voor een groot deel te danken zijn aan de afkomst van zijn vrouw Liedeweij van Driel.
De naam Van der Stoup kan gerekend worden tot de oudst bekende familienamen te Strijen. In de schaarse vijftiende-eeuwse bronnen van de Hoeksche Waard wordt deze naam voor het eerst in 1471 aangetroffen. Na de Sint Elisabethsvloed van 1421, waarbij de Grote- of Zuid-Hollandse Waard grotendeels verzwolgen werd, kwam in 1436 de bedijking van de polder het Oudeland van Strijen tot stand.
Behalve polderwerkers zullen deze gronden ook lieden hebben aangetrokken die daar een permanent domicilie vonden en de gronden gingen bewerken en zo de basis legden voor boerendynastieën die daar eeuwenlang hun bestaan zouden vinden. Het blijft vrijwel altijd in nevelen gehuld wat de voorgeschiedenis is van deze lang niet altijd onbemiddelde vroege pioniers, die in hun nieuwe woongebied een rol van zekere importantie gingen spelen, zoals ook de hier te behandelen familie Van dér Stoup.
Hun status in het Strijense en hun al in de vijftiende eeuw stevig verankerde familienaam blijft dan ook intrigeren.
In de Strijense familie werd in ieder geval in de achttiende eeuw een wapen gevoerd vertonende op een gouden veld drie zwemmende zilveren alen vergezeld van drie rode lelies (2 en 1), met als helmteken een rode lelie tussen een vlucht in goud en rood.
Schout, Schout van 's-Gravenambacht (1543) en te Poortugaal 1549, vermoedelijk een zgn Jerusalemridder
Lambrecht van der Stoup komt voor in het cohier van de 100e penning met 32 gemet land en een huis te Poortugaal. Vermoedelijk was Lambrecht een zoon van Jan van der Stoup. Waarschijnlijk was hij een "Jerusalemridder". De Jerusalemsveer op zijn zerk wijst op een pelgrimstocht naar het Heilige Land en een gebroken Sint Catharinarad op de steen duidt op een bezoek aan Constantinopel. In 1543 werd hij vermeld te Poortugaal (tiende penning). Hij was toen schout te 's-Gravenambacht en in 1549 ook te Poortugaal.
Laatst gewijzigd:
29 oktober 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-34889
Gekopieerd!