Vader:
Pippijn De Middelste de Herstal
Moeder:
Alpheid des Bruyeres en Etampois von Sachsen
- Geboren: ± 686 te Namen
- Gedoopt: [[https://gw.geneanet.org/jimi55?lang=nl&pz=jean+michel&nz=leborgne&p=charles+martel&n=maire+du+palais]]
- Hofmeier 717-741
- Overleden: op 19 oktober 741 (22 okt 741) À la mort du roi Thierry IV (737), Charles, fort de son très grand pouvoir, décida de ne pas lui choisir de successeur, le rôle des monarques mérovingiens étant devenu totalement insignifiant. Il prit donc réellement le pouvoir du Royaume franc, et régna donc ainsi en toute illégalité jusqu'à sa mort.
Il meurt le 15 ou le 22 octobre 7413 à Quierzy. Son pouvoir fut alors partagé entre ses deux fils : Carloman obtient l'Austrasie, l'Alémanie et la Thuringe. Pépin le Bref obtient la Neustrie, la Bourgogne et la Provence.
Bien qu'il n'obtînt jamais le titre de roi, il eut malgré tout plus de pouvoir que les souverains francs de l'époque, la dynastie mérovingienne était déjà à ce moment en pleine décadence. Son pouvoir marque les prémices de la lignée carolingienne, confirmée par le sacre de Pépin le Bref le 28 juillet 754. (ongeveer 55 jaar oud) te Kiersy-sur Loise Quierzy
- Begraven: op 26 oktober 741 Charles obtint le privilège de reposer après sa mort en 741 dans la basilique royale de Saint-Denis, dans un imposant sarcophage en marbre au nord du maître-autel de l’abbatiale. Les liens entre la lignée carolingienne et l’abbaye existaient déjà à l'époque de Charles Martel. Charles avait en effet confié l’éducation de ses deux fils aux moines dionysiens et choisi Saint-Denis comme lieu de sépulture. On ne sait exactement où se trouvait celle-ci.
Au XIIIe siècle, les restes supposés de Charles et de son fils Pépin le Bref furent ramenés sous la croisée du nouveau transept pour y recevoir les gisants qui existent encore. Entre la translation des cendres royales, ordonnée par Louis IX et effectuée en deux campagnes durant l’année 1264, et la dédicace des nouveaux tombeaux en 1267, trois ans s’étaient écoulés permettant la commande et la réalisation des monuments funéraires.
Ces effigies n’étaient pas réalistes. Les gisants étaient conçus comme des figures en pied malgré leur position horizontale. Le gisant de Charles Martel le représente comme s'il avait été roi, avec une couronne et un sceptre. te Saint Denis
Bastaard, hofmeijer van Autrasië in 714 en van Neustrië in 719. Koning der Franken in 737.
Karel Martel, geb. ca. 690, gest. Quierzy, 22 october 741, hertog der Franken 717-741. Zijn moeder Alpaïde was de tweede vrouw van Pepijn van Herstal en zijn stiefmoeder Plectrude nam direct de teugels in handen bij het overlijden van Pepijn terwille van haar zoon Théobald en sloot Karel op. Neustrië kwam, door Pepijn in 687 onderworpen, direct in opstand en versloeg Plectrude vernietigend, waardoor Austrasië ernstig bedreigd werd. Dit was het moment (714) dat Karel wist te ontsnappen, een leger vormde en de Neustriërs aanviel met desastreus resultaat, overigens de enige maal in zijn leven dat hij een slag verloor. Na een eerste overwinning in 716 volgde een grote slag op 28 mei 717 te Vinchy tegen de koning van Neustrië Chilperic II en Karel was heer en meester in Francië. Plectrude werd in een klooster gedaan, waar we elk spoor van haar verliezen. Karel voerde zijn gehele leven strijd, in 718 onderwierp hij de Saksen, in 719 de Friezen met de inname van Utrecht. In datzelfde jaar versloeg hij nogmaals de Neustriërs, die ditmaal bijgestaan werden door Eudes van Aquitanië. Karel prefereerde om hofmeier te blijven en handhaafde Chilperic II op de troon, erkende diens opvolger Thierry IV en wist Austrasië en Neustrië te verenigen, stimuleerde de kerk en de evangelisatie, installeerde verschillende bisschoppen, waaronder zijn zoon Gewileb in Mainz en Gregorius in Utrecht. In 724 overleed zijn vrouw Rotrude (zie 5) en hertrouwde hij Suannechilde, nicht van Odillo, hertog van Beieren. Inmiddels waren de Saracenen aan hun opmars in Spanje begonnen (711), hetgeen rond 720 resulteerde in hun veroveringstochten aan de andere zijde van de Pyrenëen. Eudes van Aquitanië wist bij Toulouse een krappe overwinning te behalen, maar toen de heilige stad Tours werd bedreigd riep hij de hulp van Karel in. In 732 volgde de beroemde slag bij Poitiers, waar Karel de Arabieren tot staan wist te brengen. Drie jaar later stierf Eudes en Karel wist zijn opvolger Hunaud met geweld onder zijn invloed te brengen. Van 736 tot 738 veroverde hij Bourgondië, de Provence en Marseille. Zijn macht was inmiddels zo groot dat bij het overlijden van de Merovingische koning Theoderic IV in 737 hij niet de moeite nam deze te vervangen. Bij zijn dood verdeelde hij zijn rijk tussen zijn drie zonen. Aan Carloman Austrasië, Alemanië en Thüringen, aan Pepijn Neustrië, Bourgondië, de Provence en de Moselgouw en aan Griffon (zoon van zijn huwelijk met Suannachilde) een stuk land in het centrum van het rijk. Bovengenoemde Plectrude zou een dochter zijn van de senechal Hugobert en Theodrada en een zuster van de Irmina, getrouwd met Chariveus, de schoonouders van Berthe van Prüm.
Karel Martel (ca. 686 - 22 oktober 741) was een Frankische staatsman en militair leider die, als hertog van de Franken en hofmeier, feitelijk heerser van het Frankische rijk was van 718 tot aan zijn dood. Hij was de zoon van de Frankische staatsman Pepijn van Herstal en een edelvrouw genaamd Alpaïde. Karel wist met succes zijn aanspraken op de macht als opvolger van zijn vader te bevestigen en werd als hofmeier een sleutelfiguur in de Frankische politiek. Voortbouwend op het werk van zijn vader, herstelde hij het gecentraliseerde bestuur in het Frankische rijk en begon hij een reeks militaire campagnes die de Franken opnieuw als onbetwiste heersers van heel Gallië vestigden.
Na zijn inspanningen om eenheid in Gallië te bewerkstelligen, richtte Karel zich op buitenlandse conflicten, waarbij het tegengaan van de islamitische expansie in West-Europa een belangrijke zorg werd. Arabische en Berberse moslimtroepen hadden het Iberisch schiereiland veroverd (711), de Pyreneeën overgestoken (720), en de Narbonnaise Gallië, een belangrijke afhankelijkheid van de Visigoten, ingenomen (721-725). Na enkele sporadische confrontaties trok Abd al-Rahman ibn Abd Allah al-Ghafiqi, de Arabische gouverneur van al-Andalus, verder richting Gallië en naar Tours, "de heilige stad van Gallië". In oktober 732 ontmoette het Omajjaden-kalifaat onder leiding van Al Ghafiqi de Frankische en Bourgondische troepen onder leiding van Karel tussen de steden Tours en Poitiers (huidig centraal-noord Frankrijk), wat leidde tot een belangrijke en historisch beslissende Frankische overwinning, bekend als de Slag bij Poitiers (of Ma'arakat Balâ? ash-Shuhadâ, "Slag van de Martelaren"). Deze overwinning maakte een einde aan de "laatste grote Arabische invasie van Frankrijk" en werd beschouwd als een briljante militaire prestatie van Karel.
Na de slag leidde Karel de tegenaanval en vernietigde vestigingen in Agde, Béziers en Maguelone, terwijl hij de moslimtroepen bij Nîmes bevocht. Hij slaagde er echter niet in Narbonne (737) te heroveren of de Visigotische Narbonnaise volledig terug te winnen. Vervolgens behaalde hij belangrijke territoriale successen tegen andere christelijke koninkrijken, waarbij hij Frankisch gezag vestigde over Beieren, Alemannië en Friesland, en enkele Saksische stammen dwong om tribuut te betalen (738).
Naast zijn militaire inspanningen wordt Karel beschouwd als een stichtende figuur van de Europese middeleeuwen. Hij stond bekend als een bekwaam bestuurder en krijgsheer en speelde een sleutelrol in de opkomst van de ridderstand en daarmee in de ontwikkeling van het Frankische feodale systeem. Paus Gregorius III, wiens koninkrijk werd bedreigd door de Longobarden en niet langer kon rekenen op de steun van Constantinopel, vroeg Karel om de Heilige Stoel te verdedigen en bood hem het Romeinse consulaat aan, hoewel Karel dit weigerde.
Karel verdeelde het Frankische rijk tussen zijn zonen Karloman en Pepijn. Pepijn werd uiteindelijk de eerste koning van de Karolingen. Karels kleinzoon, Karel de Grote, breidde het Frankische rijk uit tot een groot deel van het Westen en werd de eerste keizer van het Westen sinds de val van Rome.
In de late 20e eeuw werd Karel Martel een identiteitssymbool dat vooral door extreemrechtse groeperingen werd gemobiliseerd.
Laatst gewijzigd:
11 juni 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-332
Gekopieerd!