Stamboom van Hagenbeek

Hendrik II 'de Rijke' graaf van Nassau

Vader: Walram I van Nassau-Laurenburg
Moeder: Kundigunde van Spanheim
  • Geboren: in 1180
  • Graaf, bouwt de Dillenburg
  • Overleden: vóór 25 januari 1251 (ongeveer 71 jaar oud)

Siegerland is het Nassause kern- en stamland, dat, dank zij een systematische uitbreidings- en verwervingspolitiek van het noorden uit met het landbezit der graven, dat zich intussen van de Taunus tot de Rijn uitstrekte, samengesmolten werd tot het latere Nassause ,,Gesammtbesitz”. ,,Zo ontstond een territorium, waarvan de afzonderlijke delen zich op een van Siegen naar de Mainmonding lopende linie met de burchten Siegen, Dillenburg, Herborn, Beilstein, Weilburg, Idstein en Wiesbaden als grensstenen tot een keten van paarlen aaneenrijgen en de omvang van het Nassause bezit tegen het ‘midden der dertiende eeuw kenmerken”. Daarom heet graaf Hendrik II van Nassau ,,de Rijke”. Wellicht ook heeft hij deze bijnaam gekregen door de vermeerdering van zijn bezit, verworven door zijn huwelijk met Machteld van Gelre. Die rijkdom is tot uitdrukking gebracht in het toen in gebruik genomen en sindsdien onveranderd gebleven Nassaus wapen: de gouden blokjes, op het blauwe veld rondom de klimmende gouden leeuw in willekeurig getal gestrooid, stellen de overvloed voor.
Hendrik II van Nassau leefde van 1197-1247 en stichtte of versterkte Dillenburg (in het oosten), Siegen (in het noorden), Ginsburg (in het noordoosten), Weilburg, Idstein en Sonnenburg aan de Main, terwijl zijn zonen Walram en Otto het slot Herborn stichtten.
Vooral de stichting van Dillenburg, c. 1240 aan de bocht van de Dill, was als militair steunpunt van belang om de in het noorden van zijn gebied machtige inheemse adelgeslachten als Bicken en Dernbach in bedwang te houden. Zulk een formidabele bouw was alleen mogelijk door medehulp in vroondienst van de horige bevolking en dank zij Hendriks gemalin Mechteld van Gelre, dus met Nederlands kapitaal.
Hendrik II de Rijke van Nassau is bekend geworden als kruisvaarder. Onder keizer Frederik II trok hij herhaaldelijk als krijgsman naar Italië. Door gebiedsuitbreiding omvatte zijn graafschap een langestrekt gebied van de bronbeken van de Sieg in het noorden tot over de Taunus in het zuiden, maar het vormde geen aangesloten geheel en een middelpunt ontbrak, daar de Lahn, de natuurlijke as, voor het grootste deel eigendom van vreemden was.
Na zijn dood in 1247 regeerden zijn zonen Walram en Otto aanvankelijk gemeenschappelijk en eendrachtelijk het vaderlijk erfdeel.
Waarom zij tenslotte na enige jaren hun goederen verdeelden is onbegrijpelijk. Beide graven steunden b.v. dezelfde pretendent naar de koningstroon, Willem II, graaf van Holland, die in de Rijnlanden algemeen erkend werd. Doch tenslotte had 16 december 1255 op de burcht Nassau, op de vijfde dag van het feest van St. Lucia, de Prima Divisio, de eerste deling, in het Huis van Nassau plaats.
Een scheidsgerecht verdeelde de goederen met de rivier de Lahn als grens. Beide delen waren vrijwel gelijk. Volgens oud-Germaans gebruik mocht de jongste kiezen, nadat zoals wel wordt beweerd, de oudste de verdeling had gemaakt. Otto koos zich als erfdeel het noordelijk gebied dat een vast geheel vormde, met Siegen, Herborn, Dillenburg en het "nieuwe slot”, waarmee niet de Dillenburg, maar de Ginsburg, ten noordoosten van Siegen, bedoeld is. Walram kreeg zodoende de gebieden rond Idstein en Weilburg.
Bij deze deling van 1255 was graaf Otto aan de winnende hand: politiek was hij de aktivere van de twee broeders geweest, en hij zal wel, met steun van zijn schoonvader graaf Emicho van Leiningen, op de deling hebben aangedrongen. Uit het patronaatsproces over het aan graaf Otto en zijn erfgenamen toekomende patronaatsrecht der parochie Nassau is verder bekend, dat Walram, die omstreeks 1270 gestorven moet zijn, later ontevreden met deze verdeling
was en in vlaag van verstandsverbijstering de oorkonden betreffende de verdeling heeft verbrand. In ieder geval is Walrams exemplaar der prima divisie teloor gegaan. Het document van Otto berust in het Koninklijk Huisarchief en is thans met toestemming der Koningin hier tentoongesteld. Het is een der kostbaarste Nassause documenten.
Waarschijnlijk uit piëteit werd in deze oorkonde het Stamslot Nassau met toebehoren tot gemeenschappelijk eigendom verklaard (hetzelfde gebeurde ook nog in 1814). De Laurenburg werd niet genoemd: deze bleef waarschijnlijk evenzo onverdeeld bezit. Gemeenschappelijk bleef ook de Einrichgau, de aloude gouw bezuiden de Lahn, beoosten de Rijn

Relaties:

Gehuwd met Machteld van Gelre (<1200->1247)

Bronnen:

1. Genealogie van Nassau blz. 42009

Dossier:


Laatst gewijzigd: 31 oktober 2023
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-2599 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1