Vader:
Hendrik I van Brabant
Moeder:
Mathilde van Boulogne
- Geboren: ± 1197 [[KdG: 17823]]
- Gedoopt: [[https://gw.geneanet.org/roodenburgr?n=van+holland&oc=&p=machteld]]
- Voogdes van Zeeland
- Overleden: op 22 december 1267 (ongeveer 70 jaar oud)
- Begraven: te Loosduinen
Floris IV werd van het slagveld van Corbie naar de abdij van Rijnsburg overgebracht en er in de abdijkerk bijgezet. Voogd over zijn jonge kinderen werd niet gravin Machteld, maar zijn jongere broer Willem. Gravin Machteld heeft er zich niet bij neergelegd. Na een hoog opgelopen conflict, waarin gezien de familiebetrekkingen Vrijwel alle omringende landen waren betrokken, werd op 27 mei 1235 te Keulen een overeenkomst gesloten tussen graaf Dirk van Cleef, die de kinderen van Floris IV vertegenwoordigde, in ruil waarvoor zei haar huwelijksgoed in Monster, Maasland, Lier en Zouteveen terug kreeg. Zij overleed op 22 december 1267, op ongeveer 70-jarige leeftijd werd begraven in het door haar gestichte klooster te Loosduinen.
De exacte geboortedatum van Machteld van Brabant is niet bekend, zij werd omstreeks 1198 geboren als vierde dochter van hertog Hendrik I van Brabant ( 1165-1235) en Mathilde van Boulogne. Zij werd door haar vader om politieke redenen in 1212 uitgehuwelijkt aan een 17-jarige neef van de Duitse keizer Otto IV, namelijk Hendrik II, keurvorst van de Palts die echter al in mei 1214 stierf. De 16-jarige Machteld was toen dus weduwe en keerde terug naar het ouderlijk slot in Brabant.
Vervolgens werd zij al in november 1214 door haar vader opnieuw uitgehuwelijkt, nu aan Floris IV van Holland die toen 4 jaar oud was! Zij verhuisde naar het grafelijke hof in Holland en verbleef daar 10 jaar totdat Floris oud genoeg geacht werd om met haar te trouwen. Bij hun huwelijk in 1224 was Floris 14 jaar oud en Machteld 26 jaar. In 1234 werd graaf Floris vermoord na afloop van een riddertoernooi in Noord Frankrijk, toen was Machteld dus op 36-jarige leeftijd na 10 jaar huwelijk voor de tweede keer weduwe. Zij bleef achter met haar kinderen, Willem II, die graaf van Holland zou worden en later tot Rooms Koning (koning van het oude rijk van Karel de Grote) gekozen zou worden, en verder Floris bijgenaamd "De Voogd", Aleida, Margaretha en Machteld die jong gestorven is.
We kunnen aannemen dat Machteld na 1234 (de dood van graaf Floris IV) met haar jonge kinderen hoofdzakelijk op haar kasteeltje in 's-Gravenzande woonde, dat naar mag worden aangenomen buiten 's-Gravenzande op een zandrug aan de rand van de latere Poelpolder lag. Nadat haar kinderen hun eigen weg hadden gevonden leefde zij daar rustig en teruggetrokken.
Volgens historische bronnen heeft Willem II samen met zijn moeder, rond 1242 nieuw land bedijkt. Waarschijnlijk heeft Machteld financieel bijgedragen aan de aanleg van een deel van het dijkje langs de Maas, dat later de grote Maasdijk zou worden. Daar had zij met haar kasteeltje aan de rand van de Poelpolder groot belang bij omdat er in die tijd nogal eens wat landerijen verloren gingen door grote overstromingen.
Kennelijk onderhield zij goede betrekkingen met de dorpsoudsten van 's-Gravenzande. Uit een charter (een perkamenten brief) uit 1246 blijkt dat het dorpje 's-Gravenzande op aanraden van Machteld stadsrechten krijgt van haar zoon graaf Willem II.
Verder heeft zij in de periode van ongeveer 30 jaar dat zij voor een groot deel in 's-Gravenzande woonde o.a. de 's-Gravenzandse Bagijnen, zoals in de schenkingsakte staat "wegens haar godsvrucht en vroomheid", begiftigd met het land waarop het Bagijnhof was gebouwd. Hiervan is een charter uit 1263 bewaard gebleven, gedateerd op de dag van de zalige Lucia (13 december). Deze brief wordt in het Historisch Archief Westland bewaard. Deze oorkonde is afgegeven te 's-Gravenzande dat betekent dat zij toen hier op haar hof verbleef.
Na de dood van haar tweede man Floris IV trachtte Machteld de voogdij over haar minderjarige zoon uit te oefenen. Dit leverde een conflict op dat in 1235 te Keulen via een verdrag werd opgelost door bemiddeling van Hendrik van Limburg. De inkomsten uit haar dowarium te Monster, Maasland, Lier en Zouteveen vormden nog geruime tijd naar haar overlijden een administratieve eenheid. Zij werd begraven in het door haar gestichte klooster te Loosduinen.
Op 15 aug 1255 bepaalt zij in overleg met de abt van Mariënweerd, dat in de kerk van's-Gravenzande twee priester zullen dienst doen, en wijst hun tot hun onderhoud het recht toe om 25 schapen te weiden in het Wintgat alsmede in plaats van de tiend van Masthucec, de tiend tussen de twee zijdewinden tot aan de fassarum Mengeri.
Tweede helft nov-dec 1254
Gravin-weduwe Maria verklaart dat het schip van Dirk le Brewere en dat van Nicolaas Ferling die te Great Yarmouth zijn aangehouden in verband met schade door lieden van rooms-koning Willem uit Zeeland aan lieden uit Great Yarmouth toegebracht, ongehinderd te laten uitvaren aangezien die schepen blijkens een oorkonde van gravin weduwe Maria van Holland afkomstig zijn uit het gebied dat deze bezit bij wijze van huwelijksgoed en niet uit het gebied van de rooms-koning.
Laatst gewijzigd:
31 oktober 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-2567
Gekopieerd!