Stamboom van Hagenbeek

Vader: Gerard IV van Gelre en Zutphen
Moeder: Margaretha van Brabant

• Geboren: in 1214
• Graaf Gelre en Zutphen
• Verleend stadsrechten aan Harderwijk in 1231
• Sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënzerklooster Gravendal
• Verleend stadrechten aan Arnhem, Emmerich en Lochem in 1233
• Verleend stadrechten aan Doetinchem en Doesburg in 1237 en Wageningen in 1263
• Overleden: op 10 januari 1271 (ongeveer 57 jaar oud)
• Begraven: te Grafental klooster

Zij is eerder getrouwd geweest met Raoul de Coucy.
Otto II heeft van alle Gelderse graven de meeste bijnamen. Dit wordt veroorzaakt door een gebrek. Zo wordt hij 'de Lamme', 'de Hinkende' of 'Otto met de Paardenvoet' genoemd. Deze handicap heeft hem blijkbaar nooit gehinderd in het uitoefenen van de Gelderse macht.
In 1229 volgt hij zijn vader Gerard IV op minderjarige leeftijd op. Geboren in 1214 is hij dan pas 15 jaar oud. Otto II zal uitgroeien tot een van de beste vorsten die Gelre ooit zal hebben. De 42 jaren die hij zal regeren zijn jaren van voorspoed voor De Graafschap en dat in de moeilijke dertiende eeuw, waarin heel Europa in beweging is.

De lamme of met de paardenvoet. Otto II van Gelre, "de Lamme", geb. 1215, graaf van Gelre en Zutphen (1229-1271), stichtte tussen 1248 en 1255 het Cisterciënserinnenklooster 's-Gravendal, kocht o.a. Emmerik, Groenlo, Bredevoort en Zevenaar aan en verleende stadsrechten aan verschillende Gelderse steden, zoals Harderwijk, Arnhem, Lochem, Doetinchem, waardoor hij zijn grafelijke macht versterkte, werd na het overlijden van Hendrik III in 1260 voogd over de jonge Hendrik IV en werd tevens door de Hollandse adel tot voogd voor Floris V geroepen, steunde samen met zijn broer Hendrik de Keulse burgers in hun strijd tegen aartsbisschop Engelbert II van Valkenburg die hij gevangen nam, waarvoor hij in 1270 door de paus in de ban werd gedaan, gest. 10-1-1271, begr. 's-Gravendal; tr. (1) 1240 Margaretha van Kleef, gest. 1251; tr. (2) begin 1253 Philippa van Dammartin, gest. 14-4 tussen 1277 en 1284, begr. 's-Gravendal, dochter van Simon van Dammartin, graaf van Ponthieu en Montreuil en Maria van Ponthieu-Aumale, verleend stadsrechten aan Harderwijk 1231, Arnhem, Emmerich en Lochem 1233, Doetinchem en Doesburg 1237 en Wageningen 1263, sticht in zijn burcht Rott aan de Niers het Cisterciënserklooster Gravendal

Dossier: