Heer van Mechelen 1219, de Malines, 1226 Herr v.M, 1241 Voogd van Mechelen. Het echtpaar kreeg ook dochters. Hun bestaan is bevestigd in een laat 13e eeuwse genealogie van Boudewijn van Avesnes : "alium Walterum Bertolt et fratrem Henricum et alios ac sorores eorum" als de kinderen van "Domino Waltero Bertolt advocato Macliniensi" en zijn vrouw. Het aantal dochters wordt niet genoemd. (bron: Foundation of Medieval /genealogy: Balduinus de Avennis Genealogia, RHGF XIII, p. 562.)
Een van de dochters, `Dochter Bertouts' trouwt met Arnoldus Bac (Arnoud woutersz. Bac) of Waltherus Bac. De eerstgenoemde Arnoldus Bac wordt genoemd als hij zijn tiende te Oosttilburg (=Oisterwijk) heeft verkocht aan de Sint Gertrudisabij in Leuven (Bron: 06-04-1248: ['s-Hertogenbosch] L0226A waarin schout en schepenen deze gebeurtenis oorkonden).
Enkele jaren eerder is Arnoldus Bac getuige van Dirk, heer van (Berlaer of Herlaer ?) bij een transactie met de abdij van Berne, die in 's-Hertogenbosch wordt afgesloten. (de heren van Berlaer hadden bezittingen in de omgeving van Mechelen!).
Over Waltherus Bac, uziles, is bekend dat hij in 1234 getuige is van Arnoldus, Heer van Wesemaele wanneer deze aan de kerk van de H.Maria te Tongerlo het recht geeft om te vissen in de wateren van Westerlee. Samen met zijn kinderen Wouter en Gertrudis vinden we hem terug in een akte van 27 mei 1244 waarbij de deken van het Kapittel van Sint Salvator te Utrecht aan de abdij van Tongerlo de tienden overdraagt die Walter in leen had gehad en waarvan hij met zijn kinderen afstand doet
Laatst gewijzigd:
1 februari 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-16792
Gekopieerd!