Stamboom van Hagenbeek

juli 1607: Geertge Pietersdr weduwe van Dirk Aertsz, in leven te Hoornaar, met haar tegenwoordige man, Cornelis Marcelisz ter eenre, en Ot Aertsz. Vermeer, haar zusters man, ter andere zijde, delen boedel.

4 jan 1657: Jan Otten Vermeer en Adriaan Hendriksz van Hof, voogden van de onmondige kindern van Floris Pietersz. Doctorum, overleden te Meerkerk op het dorp, en Jan Gerritsz. den Vijl, te Langerak, als vader en voogd van zijn onmondige kinderen bij Aeltjen Pieters Doctorum, zijn overleden huisvrouw, zullen openbaar verkopen percelen van landerijen: de helft van 4 morgen in de Broek, belend O. door Reijer Verhoeff en W. Leendert Stolkenaar, strekkend van de halve Broekerdijk tot de gerechte helft van de kamp toe, alwaar door de kopers en Cornelis Hendriksz de Cleijne voor gezamenlijke kosten een dwarssloot zal worden afgegraven. Het land is belast met 7 gulden per jaar te betalen aan de pastorie; het achterliggende land zal overpad hebben.

Voorts een morgen weiland mede in de Broek gelegen, belend O. Reijer Verjoeff en W. Leendert Stolkenaar, zijnde 2/3 achterste delen van 1½ morgen strekkende van achter de halve Middelbroekse wetering. ook hier zal op gezamenlijke kosten door de kopers en Cornelis de Cleijne een dwarssloot gegraven worden.

Ten derde de helft van 1½ morgen land over de Middelbroekse wetering, zijnde de helft van een kamp, waar belend zijn O. Dionijs Cornelis Stolkenaar en W. Leendert Cornelis Stolkenaar, strekkend van de halve wetering tot de helft van de kamp, waar de kopers en Cornelis Hendriks Cleynen op gezamenlijke kosten een sloot zullen graven,