Stamboom van Hagenbeek

Vader: Martin de Rennes
Moeder: NN

• Geboren: in 970
• Overleden: in 1040 (ongeveer 70 jaar oud)

Baron d'Acigné, Premier Baron de Vitré de 1008 à 1040, Seigneur de Marcillé, Sire de Combourg, Vicaire de Vitré, Avoué de Dol-de-Bretagne, Chevalier Miles (1015) Sire de Vitré.

Alle Bretonse historici zijn het erover eens dat het huis van Vitré voortkomt uit het hertogelijk huis van Bretagne. De eerste bekende figuur is Rivalon le Vicaire, zoon of kleinzoon van een graaf van Rennes.

Hij had vier kinderen, waarvan één zonder nakomelingen stierf.

De andere drie vormden de takken van Vitré en Acigné.

Zijn vrouw, die de titel vicomtesse van Rennes droeg, stichtte in de 11e eeuw het klooster van de Augustijnen.

Rivalon wordt vermeld als kasteelheer en ridder (miles) in documenten tussen 1008 en 1033. Hij verschijnt ook als ondertekenaar van een schenking tussen 1009 en 1019. Zijn nakomelingen vestigden zich definitief in Vitré, waarmee de baronie werd gevormd.

Riwallon was de eerste baron van Vitré en regeerde van 1008 tot aan zijn dood. Hij wordt beschouwd als de stichter van het Huis van Vitré, en lag tevens aan de oorsprong van de families van Acigné en Marcillé (?).

Volgens de 17e-eeuwse historicus en genealoog Augustin du Paz zou hij de zoon zijn van een zekere Martin, zelf zoon van Juhel Bérenger van Rennes, en van Gerberge van Nantes en een vrouw genaamd Salomé. Deze prestigieuze afkomst is echter niet bevestigd door officiële documenten.

Riwallon, bijgenaamd “de Vicaire”, was een trouwe bondgenoot van hertog Geoffroy I van Bretagne. Volgens de Chronique de Vitré van Pierre Le Baud zou hij tijdens een parlement in Auray een anonieme heer van Kemenet-Héboé hebben gedood, nadat deze de hertog had beledigd. Om aan wraak te ontsnappen, vluchtte hij naar Rennes, waar hij zo’n nauwe band met de hertog ontwikkelde dat deze hem in 1008 de bescherming toevertrouwde van een groeiende nederzetting en haar omgeving.

In de documenten van Alain III van Bretagne wordt Riwallon aangeduid als “vicarius”, oftewel plaatsvervanger of vertegenwoordiger van de graaf, wat hem tot vicaire van Vitré maakte. Dit gebied zou uitgroeien tot de baronie van Vitré, bestaande uit 80 parochies en vier versterkte kastelen: Vitré, Châtillon-en-Vendelais, Chevré en Marcillé-Robert.

Hij bouwde het eerste houten kasteel van Vitré en het kasteel van Marcillé-Robert, dat hij schonk aan zijn zoon Robert (vandaar de naam Marcillé-Robert).

Riwallon ondertekende vele hertogelijke oorkonden en lijkt een trouwe vazal te zijn geweest. Hij vroeg toestemming aan zijn leenheer om de kerk van Marcillé te schenken aan de abdij van Marmoutier, en hoewel hij een mottekasteel bouwde bij de kerk Sainte-Croix in Vitré, vestigde hij zijn hoofdverblijf in Marcillé-Robert, een zeer oude nederzetting die in de Merovingische tijd een muntatelier huisvestte.

Twee jaar later vertrouwde hij zijn derde zoon, Renaud, de kleine heerlijkheid Acigné toe. Renaud stichtte op zijn beurt het Huis van Acigné en verwierf controle over een machtig gebied dat later zou heersen over de heerlijkheden van Acigné, Combourg, Malestroit, Châteaugiron en Coëtmen.

Riwallon trouwde rond het jaar 1000 met Génergaude, mogelijk verwant aan de bisschoppen van Rennes.

Samen kregen ze drie kinderen:

Tristan de Vitré (ca. 1015 – ca. 1050), baron van Vitré, gehuwd met Innoguen de Fougères

Gautier de Vitré

O., non in de abdij Saint-Georges van Rennes (?)

Volgens Augustin du Paz had hij drie zonen met “Dame Génergaude”:

Tristan, baron van Vitré

Robert, heer van Marcillé

Renaud, heer van Acigné