Ze woonden in de Koenesteeg (Coenesteeg) in het bon Hogewoerd in Leiden.
Jacob Joris de Wint, molenaar, legde tussen 1628 en 1630 een verklaring af. Hij was toen 28 jaar.
In 1628 werd een verklaring bij een notaris in Leiden afgelegd ten behoeve van Jacob Joris de Wint, molenaar binnen Leiden. In 1632 legde Jacob de Wint, molenaarsknecht, een verklaring af. Hij was toen omtrent 33 jaar.
In 1635 werden er 2 kinderen van Jacob Joris, wonend in de Coenesteeg, begraven.
In 1637 stelden Jacob Cornelis de Wint, molenaar, en Cathalijn Esebout een akte bij een notaris in Leiden op, waarin ze verklaarden land in Loo in Vlaanderen verkocht te hebben aan (haar zuster?) Jacuemijntgen Ysebout, gehuwd met Bartholomeus Storm, die in Honschoten woonden. Ze had het land geërfd van haar vader. In 1641 stelden een gemachtigde aan om 300 gulden te innen van het verkochte land.
Jacob Joris de Wint was in 1643 schipper van Leiden op Utrecht en hij kocht toen een Rijn of veerschuit met toebehoren voor 80 Carolusgulden.
Jacob Joris de Wint was in 1656 getuige bij het huwelijk in Leiden van zijn broer Pieter Joris. Hij woonde in de Coenesteeg.
Laatst gewijzigd:
1 juni 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-94719
Gekopieerd!