Stamboom van Hagenbeek

Vader: Munio Nuñez el de Castrogeriz
Moeder: Gutierrez de Coimbra

• Geboren: in 909 te Saldaña de Burgos
• Ier comte de Saldaña
• Overleden: op 15 mei 951 (ongeveer 42 jaar oud)

Diego Muñoz, in het Latijn Didacus Munnioz (overleden rond 951), was een magnaat van Palentijnse oorsprong (provincie Palencia) en lid van de familie Banu Gómez. Hij was de eerste graaf van Saldaña. Ibn Khaldoun bevestigt in zijn geschiedenis van de christelijke koningen van Spanje dat de Banu Gómez regeerden over het gebied dat zich uitstrekt tussen Zamora en Castilië.

Hij was een van de belangrijkste figuren in het koninkrijk León in de eerste helft van de 10e eeuw. Diego Muñoz versterkte de macht van zijn familie dankzij een slimme huwelijksstrategie, evenals door afstand te nemen van en loyaliteit te tonen aan koning Ramiro II. Hij legde zo de basis voor de macht van zijn familie, de Banu Gómez, die volgens de Arabische historicus Ibn Jaldún "regeerden over het gebied dat zich uitstrekt van Zamora tot Castilië.

Diego's eerste historische vermelding dateert van 932, in de opstand van de Banu Gómez en Ansúrez tegen Ramiro II van León. Hoewel Ibn Hayyan Diego Muñoz niet specifiek noemt, zouden de Banu Gómez geleid zijn door Diego zelf.

Zijn eerste documentatie dateert van 936, waarin hij samen met zijn broer Osorio en de graven Fernán González en Ansur Fernández een schenking van Ramiro II aan het klooster van San Isidro de Dueñas bevestigt. In 937 woonde hij de inauguratie bij van de kerk van Santiago de Peñalba in El Bierzo. Na de slag bij Simancas (940) herstelden, vergrootten en schonken Diego Muñoz en zijn vrouw Tegridia het klooster van San Román de Entrepeñas aan abt Lecinio, waarbij zij voor het onderhoud het land doneerden waarop het klooster stond, evenals omliggende eigendommen. Ze schonken ook kerken zoals San Quirce in Guardo, Santa María van Arconada en Santiago de Galleta, waarvan de laatste zich in het gebied van Dueñas bevond.
In 941 verkocht Diego Muñoz een derde van zijn bezittingen op de berg Picones nabij San Pedro de Cansoles aan het klooster van Sahagún. Dit document bevestigt de theorie van Diego's Palentijnse afkomst, aangezien deze bezittingen eerder van zijn vader Munio Gómez waren.

Na twee jaar van gespannen vredesonderhandelingen na de slag bij Simancas kwamen Ramiro II en Abderramán III in 941 een wapenstilstand overeen. Hierbij werd de gouverneur van Zaragoza, Muhammad ibn Hashim al-Tuyibi, vrijgelaten, die sinds de slag bij Simancas in handen van León was. Bij deze wapenstilstand waren ook de koning van Pamplona, García Sánchez I, de graven Fernán González en Ansur Fernández en Diego Muñoz betrokken. Diego wordt expliciet genoemd in de kroniek van Ibn Hayyan.

Later kwam Diego opnieuw in opstand tegen Ramiro II, dit keer samen met de graaf van Castilië, Fernán González. De redenen voor de opstand zijn niet geheel zeker, maar het zou kunnen gaan om de zoektocht naar meer autonomie of onvrede over het bestuur van Ramiro II. Volgens Justo Pérez de Urbel diende de opstand Diego's eigen belangen om meer land te bemachtigen ten koste van het graafschap Monzón. Dit graafschap, gecreëerd door Ramiro II en bestuurd door Ansur Fernández, blokkeerde Diego's territoriale uitbreiding, wat leidde tot zijn alliantie met Fernán González, die eveneens territoriale aspiraties had in dat gebied.