De vicomté van Bezaume is een heerlijkheid die zich uitstrekte tussen de 10e en 13e eeuw van Sainte-Foy-la-Grande naar Marmande en de Garonne overstak. Het bestaat uit alle parochies die vallen onder het aartsdiaconaat van Bezaume en enkele bezittingen aan de linkeroever van de rivier. De oorsprong van de vicomté van Bezaume gaat terug tot ten minste de laatste jaren van de Karolingische periode. In november 982 schenkt een zekere Juvenis wijngaarden gelegen in Ludlino en landerijen in Campania, afhankelijkheden van La Réole, aan het prioraat Saint-Pierre de La Réole. De schenkingstitel vermeldt dat deze werd gedaan onder het bestuur van graaf Guillaume en onder de bescherming van vicomte Arnaud, de eerste bekende vicomte van Bezaume. De genoemde graaf Guillaume is Guillaume-Sanche, hertog van Gascogne, aangeduid als graaf in het document zoals in andere teksten uit die tijd. In 982 staat het prioraat van La Réole dus onder de bescherming van Arnaud, vicomte van Bezaume. In een document uit 1026 schenkt vicomte Rodulfe, ook wel Artauld genoemd, zoon van Amalvin en Rosenberge en broer van vicomte Guillaume, overleden, de kerk van Saint-Hilaire de Moustier aan het prioraat Saint-Pierre de La Réole. De vicomté gaat verder in het land van Bezaume onder Rodulfe en zijn broer Guillaume, aan wie Rodulfe opvolgt. Beiden worden aangeduid als vicomtes in de schenkingakte. Deze titel wordt niet gegeven aan Amalvin in het genoemde document, maar hij wordt wel toegeschreven in de Vita van Sint Abbon geschreven door Aimoin van Fleury. Amalvin is ook avoyer van het klooster Saint-Pierre de La Réole. Amauvin [Aimon] (-voor 1026). De "Vita Sancti Abbonis Floriacensis" noemt Amauvin als Prepositus in het klooster van La Réole aan het einde van de 10e eeuw. Volgens Jaurgain was Amauvin de zoon van Utzan Amanieu, hierboven genoemd, maar hij citeert geen primaire bron die dit bevestigt of Amauvin's patroniem geeft. "Bernardus Willelmus Comes" bevestigde de stichting van Saint-Sever, bevestigd door "germano meo Sancio et beatæ memoriæ matre mea Urraca, cum duobus consanguineus nostris Aymone…et Aymonio", door charter gedateerd 3 april [1009]. Volgens Jaurgain waren "Aymone…et Aymonio" broers.
Rosenberge, dochter van --- (-voor 1026). "Vicecomes Rodulfus, qui et…Artaldus" schonk eigendom "in pago Bezelmelsi" aan Saint-Pierre de Réole, voor de zielen van "patris mei Amalvini et matris mee Rosenberge et fratris mei Guillelmi Vicecomitis", door charter gedateerd 1026. Amalvin en zijn vrouw hadden twee kinderen: - Guillaume; - Amalvin.
Laatst gewijzigd:
23 maart 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-93173
Gekopieerd!