De Sarmaten (of Sauromaten, zoals de protohistorische Sarmaten werden genoemd) waren een oud Scythisch nomadenvolk uit de steppen. Op etnisch-taalkundig vlak behoorden zij tot de noordelijke Iraanse tak van de grote Indo-Europese familie. Oorspronkelijk waren ze gevestigd tussen de Don en de Oeral. De geschiedenis van de Sarmaten is indirect bekend via Griekse en later Romeinse historici, evenals dankzij vele archeologische en toponymische getuigenissen.
Volgens Herodotus stamden de Sauromaten af van de Scythen, hun naburige volk, die zich naar verluidt met de Amazones zouden hebben vermengd. De legende van de Amazones is mogelijk ontstaan door de prominente rol die Sarmatische vrouwen innamen in de samenleving. Archeologische ontdekkingen bevestigen de hoge status van deze vrouwen: sommige vrouwelijke graven bevatten wapens en waren rijk uitgerust.
De term Sauromaten, door Herodotus gebruikt, zou afkomstig kunnen zijn van het Griekse woord sauros (hagedis), wat "dragers van hagedissenvellen" zou kunnen betekenen, mogelijk verwijzend naar hun pantser van schubben. Dit blijft echter onzeker. Volgens Herodotus namen deze vroege Sarmaten deel aan de campagnes van de Scythen tegen Darius in de 5e eeuw v.Chr. Veel later probeerden Eustathius (die Beschrijving van het Universum van Denys de Périégète toelichtte) en Thomas de Pinedo, editor van de encyclopedist Stephanus van Byzantium, twee historische tradities te verenigen: die van Herodotus en de "Sauromaten" met die van Diodorus van Sicilië en zijn "Amazones". Ze vermelden dat de Amazones de naam "Sauromatiden" aannamen.
Volgens Plinius de Oudere, die Eudoxus van Cnidus citeert, waren de historische Sarmaten een volk aan de oever van de Don (Tanais), ten oosten van de Scythen. Ze verschenen rond de 4e eeuw v.Chr. en breidden zich vanaf de Oeral uit ten koste van de Europese Scythen. In de 3e en 2e eeuw v.Chr. verdrongen de Sarmaten deze laatste in Oekraïne. Hun westwaartse opmars ging door tot de 1e eeuw en hun sporen reiken van de Baltische Zee tot de Kaspische Zee.
Vanaf de 1e eeuw v.Chr., toen ze de Europese steppe domineerden, maken Strabo en Plinius de Oudere onderscheid tussen verschillende (vier?) stammen van Sarmaten: de Iazyges, de Siraques, de Urges, de Roxolani en de Koninklijke Scythen. Deze stammen erkenden de autoriteit van een koning en vormden een coalitie. Sommige groepen Sarmaten verkregen van Rome de status van federati (bondgenoten die in het rijk mochten verblijven in ruil voor militaire dienst) om kampen te beschermen langs de Via Agrippa op de as Rome-Boulogne-sur-Mer, zoals in Cora (Yonne). Drie van de vijf Franse steden genaamd "Sermaise" danken hun naam aan deze Sarmatische relais.
Tijdens de vele confrontaties met het Romeinse Rijk in de 2e eeuw werden Sarmatische lansiers gerekruteerd door Rome. Hun integratie als hulptroepen leidde tot de overname van steppetechnieken en -wapens, evenals tot de oprichting van gespecialiseerde eenheden. Vanaf de 3e eeuw werden delen van de Sarmaten onderworpen door de Goten en maakten zij deel uit van een coalitie van Germaanse en niet-Germaanse volkeren, bekend als de "Tcherniakov-cultuur" (of "Sintana de Mures-cultuur" bij Roemeense archeologen). Aan het eind van de 4e eeuw, onder druk van de Hunnen, namen sommige groepen Sarmaten deel aan migraties en vestigden zich op Romeins grondgebied.
Volgens de Notitia Dignitatum (Overzicht van Waardigheden) was er een prefectuur van Sarmaten en Taifalen in Gallië, in de stad Poitiers (Pictavis Gallia). Ze werden daar gevestigd als kolonisten met de status van gentiles. Tegen het einde van de 4e eeuw waren de belangrijkste Sarmatische groepen de Roxolani en de Iazyges in Pannonië aan de Romeinse grens, en de Alanen in Oekraïne en Zuid-Rusland, buren van de Ostrogoten en de Taifalen.
In 376 sloten de Sarmaten van de Zwarte Zee een alliantie met de Hunnen om het koninkrijk van de Goten te vernietigen en namen ze deel aan de Hunse invasies in West-Europa in de 5e eeuw.
Laatst gewijzigd:
4 maart 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-91713
Gekopieerd!