Stamboom van Hagenbeek

• Geboren: circa 950

De oorsprong van Chérisy gaat terug tot de vroege tijden van de Gallische overheersing. Aan het begin van deze periode was Fermaincourt, tegenwoordig een gehucht van Chérisy, een belangrijke stad vanwege zijn ligging aan de rand van het bos van Dreux. Hier bloeide de druïdische cultus sterk. Chérisy was destijds slechts een afhankelijkheid van Fermaincourt.

Tijdens de Merovingische dynastie vestigden de koningen hun paleis in Fermaincourt, gelegen in de vallei van de Blaise. In de 10e eeuw werd er in Chérisy een kerk gebouwd, die toebehoorde aan de collegiale kerk van Dreux. Tegelijkertijd werd er een belangrijk kasteel gebouwd om de steeds frequentere invallen van de Noormannen in de regio Beauce tegen te gaan.

Het kasteel, waar koningen regelmatig de Staten-Generaal bijeenriepen, werd rond 1591 belegerd door Hendrik IV tijdens de godsdienstoorlogen. Uiteindelijk werd het vernietigd. De Franse Revolutie in 1793 maakte een definitief einde aan de dominantie van Fermaincourt door de kerk in brand te steken.

Vanaf die tijd begon Chérisy aan belang te winnen. Het werd een cruciale doorgangsplek op de weg van Parijs naar Dreux en verder naar Basse-Normandie, langs de koninklijke weg nr. 12 (de oude Romeinse weg).

Moderne geschiedenis In 1870, tijdens de Frans-Pruisische oorlog, werd het dorp, op twee huizen na, volledig afgebrand door de Pruisen. De wederopbouw begon echter onmiddellijk en hoewel de bevolking rond die tijd ongeveer duizend inwoners telde, begon deze vanaf dat moment geleidelijk af te nemen. In 1954 nam het aantal inwoners weer toe.

De oorsprong van de naam Chérisy is tot op heden niet met zekerheid vastgesteld. De eerste geschreven vermelding van de naam dateert uit de 10e eeuw. Volgens het topografisch woordenboek van Frankrijk heeft de naam Chérisy in de loop van acht eeuwen verschillende vormen aangenomen. Hedendaags Chérisy Chérisy is een Franse gemeente in het departement Eure-et-Loir in de regio Centre. Het ligt ongeveer vijf kilometer ten oosten van Dreux, in de vallei van de Eure. Het omvat de gehuchten Fermaincourt, Osmeaux, Petit Chérisy en Raville. De gemeente wordt doorkruist door de rivier de Eure en heeft talrijke vijvers en zijrivieren, waaronder de Blaise. Langs de Eure werden in het verleden veel molens gebouwd, waarvan vandaag alleen die van Chérisy en Osmeaux nog bestaan.

Quierzy, ooit een strategisch en prestigieus gebied, heeft in de loop der eeuwen grote veranderingen doorgemaakt. Het werd verwoest door de Noormannen en verlaten door de koningen, waardoor het kasteel begeerd werd door machtige lokale heren, zoals die van Coucy. In 1070 eigende een zekere Gérard, gesteund door de heer van Coucy, zichzelf de titel toe van heer van Chérisy. Hij betwistte het eigendom van het kasteel van Quierzy met Radbod, bisschop van Noyon. Dit conflict leidde tot een langdurige rechtszaak, waarvan de uitkomst in de historische verslagen onduidelijk blijft.