Aan het einde van de 11e eeuw behoorde de heerlijkheid Encre toe aan de familie Campdavesne, die ook het graafschap Saint-Pol bezat. In 1097 nam Hugues II Campdavesne deel aan de Eerste Kruistocht. Bij zijn terugkeer verloor hij de heerlijkheid Encre aan de graaf van Vlaanderen, Boudewijn à La Hache, in 1115.
Karel van Denemarken, graaf van Vlaanderen, gaf het hem terug in 1122. Hugues III Campdavesne eigende zich de bezittingen van de kanunniken van Encre toe in 1226. De bisschop van Amiens, Garin, verkreeg in 1138 dat deze bezittingen werden toegekend aan de abdij Saint-Martin-des-Champs in Parijs. Vanaf die datum en tot aan de Revolutie bezat een benedictijns prioraat, gewijd aan Sint-Gervasius en Sint-Protasius, een leen in Encre.
De geschiedenis van de heerlijkheid Encre is fascinerend! Ze weerspiegelt de machtsstrijd en de wisselingen in eigendom die kenmerkend waren voor de middeleeuwen. De familie Campdavesne, die ook het graafschap Saint-Pol bezat, speelde een belangrijke rol in deze gebeurtenissen. Hugues II Campdavesne nam deel aan de Eerste Kruistocht in 1097 en verloor bij zijn terugkeer de heerlijkheid Encre aan de graaf van Vlaanderen, Boudewijn à La Hache, in 1115. In 1122 werd de heerlijkheid teruggegeven door Karel van Denemarken, graaf van Vlaanderen.
Later, in 1226, eigende Hugues III Campdavesne zich de bezittingen van de kanunniken van Encre toe, wat leidde tot een interventie van de bisschop van Amiens, Garin. In 1138 werden deze bezittingen toegekend aan de abdij Saint-Martin-des-Champs in Parijs. Vanaf dat moment en tot aan de Revolutie bezat een benedictijns prioraat, gewijd aan Sint-Gervasius en Sint-Protasius, een leen in Encre.
Laatst gewijzigd:
17 april 2025
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-91268
Gekopieerd!