Stamboom van Hagenbeek

Vader: Egbert de Chievres
Moeder: Adelida de Toscane

• Geboren: ± 990 te Chievres
• Gedoopt: [[https://gw.geneanet.org/dupuisl?lang=nl&p=rasse+ii&n=de+chievres]]
• Sire de Chièvres, Seigneur Chatelain d'Ath

In 1180, na de dood van Eve van Chièvres, namen de families van Gavre en Rumigny het lot van de stad Chièvres in handen. In 1181 werd een eerste, kleine stadsomwalling gebouwd en in 1186 was er al sprake van een tol op handelsgoederen. Nicolas van Rumigny, de tweede zoon van Hugues van Fagnolle, was gedeeltelijk heer van Chièvres; hij was een van de leiders van de partij van de Ronden. Hij stierf zonder nakomelingen en liet zijn land in Chièvres na aan zijn neef Nicolas de Bègue. Deze verkocht het op 7 december 1289 aan zijn neef Jan van Avesnes, graaf van Henegouwen.

De 'vrije stad' Met een stadskeure (1194) die de stad een bevoorrechte juridische status verleende, werd Chièvres een 'vrije stad' binnen het graafschap Henegouwen. De belasting van 92 pond, die op Sint-Remigius (1 oktober) werd geheven, bleef nog lange tijd bestaan, minstens tot in de 18e eeuw. Chièvres ontwikkelde zich verder tot een stad. Vanaf 1336 is er bewijs van een dinsdagmarkt. Een paardenmarkt werd opgericht in 1363. In 1365 telde de stad 470 huishoudens. Tussen 1366 en 1388 kreeg de stad een tweede stadsomwalling en werd ze verdedigd door boogschutters en kruisboogschutters (bevestigd in 1382). De nieuwe lakenindustrie (1389) bracht welvaart. Er waren vele ambachten actief en er was sprake van de aanwezigheid van Lombarden op de graanbeurs. In 1406 werd Chièvres een van de 'goede steden' van Henegouwen. In 1411 werden de bastaarden en vreemdelingen vrijgesteld van lijfeigenschap. De stad werd toegelaten tot de Staten van Henegouwen in 1413.