Huwelijk (met Lysbeth Jan van der Strompe)
Overleden voor 3 maart 1552
Vestbrief 3 maart 1552
Samenvatting:
Priester Henrick Peter Meren is overleden, en zijn pachten en renten zullen met loting gescheiden en gedeeld worden.
Ze zijn in het sterfhuis van zijn natuurlijke zoon Jan, en zijn rechten zijn vervallen.
Aanwezig zijn:
als 1e partij:
- de klein kinderen van zijn broer Cornelis Peter Meren, namelijk die van zijn neefje Joost: Hubrecht, Anthonis, Pauwels en Lysbeth (voor haar is de man Jan Pauwels Mertens er bij)
- de kleinkinderen van zijn broer Cornelis Peter Meren, namelijk die van zijn neefje Peter: Jan, Anthonis, Henrick, Mathijs, en voor hun broer Peter en voor hun zus Mechteld, getrouwd met Jan Jacoppen Adriaens
als 2e partij:
- de kinderen van zijn broer Anthonis Peter Meren: Anthonis en Peter
als 3e partij:
- de zoon van zijn zus Engele Peter Meren: Henrick Cornelis van Rijen
Er is ook sprake van een testament van Meester Henrick Meren. Hierin staat dat Jaenken Ghijben de Maerte, die zijn sonswijf of souswijf was, haar leven lang tocht mag heffen op Adriaen Denys tot Seters onder Oosterhout.
Wat een sonswijf of souswijf is,is niet duidelijk, dus ook niet welke rol zij speelt.
Henrick wordt aangeduid met Meester, en zoon Jan met Heer. Het verschil is nieyt duidelijk
Aertssen, Buysen
Quamen
Hubrecht, Anthonissen, Pauwels, gebruederen wijlen Joost Cornelis Meren zoons sonen voir hen selven.
Jan Pauwel Mertens sone, als man ende voight, in den name van Lysbethen, des voirschreven wijlen Joost Cornelis Meren dochter, zijn huysfrou, voir den welck sij hem sterck maecte ende de selve verving.
Jan, Anthonis, Henrick ende Mathijs, gebruederen, wijlen Peter Cornelis Meren zoons sonen, voir hen selven.
Verder samen sterck oick in den name van Peteren, des voirschreven wijlen Peter Cornelis meren zoons zone, honnen brueder,
ende oick in de name van Mechtelden, honne suster, ende Jan Jacoppen Adriaens sone van de Kyeboom, heuren man, voir welcke zij samentlick hen sterck maecken ende de selve vervingen.
Alle in de eerste parthije.
Peter ende Anthonis, gebruederen, wijlen Anthonis Peter Meren zoons sonen in de tweede parthije.
Ende Henrick Cornelis sone van Rijen, woonende tot Rsonderte (?), daer moeder af was wijlen Engele Peter Meren dochter, in de derde parthije.
Kenden ende lijden dat zij bij Rechtvaerdiger van de enige Lotinge, in tegenwoordicheijt van ons, schepenen voorschreven, tussen hen gebeurt zijnde, minlick ende vrientlick van malcanderen gescheijden ende gedeelt zijn van de pachten, van de Renten naebeschreven, die hon luijden als erfgenaemen van wijlen Meester Henricken Meren, priester, honnen oom ende outoom, respectieve was, mits doot ende aflijvichheijt van Heer Jan Meren, priester, des voirschreven wijlen Meester Henricken Meren natuurlicke soon was, die de selve pachten ende Renten achtervolgende den testamente van den voirschreven wijlen Meester Henricken Meren, zijn vader, zijn leven lang in tochte beseten ende gegeven heeft, vervallen zijn in de manieren hier naevolghende.
Te weten:
in den yersten parthije
zoo zijn de kynderen van den voirgenoemde wijlen Joost ende van den voirgenoemde wijlen Peter Cornelis Meren sonen, tesamen bijde comen te bevallen ende gedeelt op
6 1/2 veertelen rogs erfreht op 's jaers van den IJser goet tot Oosterhout, die bij den voirgenenoemde wijlen Heer Jan Meren, bynnen sijnen leven vercoft zijn, alsoo wij verstonden.
daer af de tynden van wijlen Joosten ende Peteren Meren voirschreven hebben, zullen t recht, t zij de cooppenningen oft den Rog zoo sals dat desen erfgenaemen compenteert endes.tich als t is.
Noch op 12 Rijns gulden t stuck tot 40 Grooten Vlaems erfcijns ten quytinge den penninc 16 die de voirgenoemde Peter Anthonis Peter Meren sone uut den tijt jaerlicx uutreijckt uut zekere beemden en hatte, onder de Hage gelegen, alle jaer op Lichtmisse verschijnende is. (Pennic 16 = % rente dat betaald moest worden 16e deel op 100 = 6 1/4%)
Item noch op 6 Rijns gulden erfchijns te lossen met 100 Rijns gulden eens,
die gegeven worden op t huijs ende erve, genaempt Den Rooden Leeuw tot Breda op te hoek van de Corte Brugstrate, dewelck Peter van Aerde erfgenaemen toe te behoiren plach. Alle jaer erfchijns op Sint Jans dach Baptiste in junio (= tussen Grote Markt en Lange Brugstraat).
Item noch op 5 Rijns gulden erfchijns ende quytinge den penninc 16, die men jaerlicx lossende is op t huys ende erve, genaempt Jerusalem op te hoeck van de voirschreven Corte Brugstrateende van de Koestrate, alle jaer erfchijns op Sint Jans dach Baptiste in junio is.
Item noch op 2 rijns gulden ende derhalve stuver erfchijns te quytinge den penninc 16, die jaerlicx uutgereijckt worden op te hoeve Ten Aert, die Heijlwich Cornelis Keijen, weduwe ende heur kynder, hier voirtijts in handen te hebben placgen. Alle jaer verschijnende op Sint mertens dach in den winter.
Is enen hier tegens zoo ijn de voirgenoemde Peter ende Anthonis, gebruederen, wijlen Anthonis Peter Meren zoons zonen, bijde cavelen bevallen ende gedeelt op een zester Rogs erfpacht, dewelcke jaerlicx ende erfelick tot Rijsbergen geheven wordt.
Item noch op 2 veertelen Rogs erfpachts, die Jan Oubosch sone te Oosterhout te Vrachel jaerlicx uytreijct.
Item noch op 6 Rijns gulden erfchijns te lossen de penninc zestien ende met 10 stuers eens meer, die Jan Aerts sone van den Voirtbosch uut zijn huyse ende erve tot Breda op ten Haeghdijck jaerlicx uutreijct. Alle jaer verschijnende op ten yersten dach in meije.
item noch op 6 Rijns gulden erfchijns te lossen den penninc zesteine ende met 10 stuvers 's jaers meer die men jaerlicx lossend is op omtrent derdalt buynder beemden achter den eendren, die eertijts toe te behoiren plagen, wijlen Peters Dyrven weduwe ende erfgenaemen alle jaer te Bamisse verschijnende.
Item noch op 7 Rijns gulden ende 10 stuvers erfchijns te lossen den penninc zestien, die in 2 parthijen op Rombout Claessone jaerlicx gegeven worden. De 4 Rijns gulden ende 10 stuvers daer af verschijnende alle jaer op Sint jans dcach Baptiste in junio. Met de 3 andere Rijns gulden alle jaer op ten Kerstavond verschijnende.
item noch op 3 Rijns gulden erfchijns te lossem den pennic 16 ende met 10 stuvers eens meer die men jaerlicx tot 's jaeren heffende is, alle jaer p[ Sint Mertens dach in de winter verschijnende.
item noch op 2 rijns gulden erfchijns te lossen den penninc zestien ende met 10 stuvers eens meer die jaerlicx gegeven worden op te erfgenaemen wijlen Peters Cornelis Meren zoons alle jaer op Lichtmisse verschijnende is.
Item hier tegens zo is te
voirgenoemde Henrick Cornelis sone van Rije bij de caelen bevallen ende gedeelt op 7 veertelen Rogs erfpachts, die jaerlicx ende erfelick geheven worden op Juete Schoemaeckers oft Joose genaempt is, met heure.sorth to Oosterhout.
Item noch op 10 Rijns gulden erfchijns te lissen den pennnc zesthien ende met 10 stuvers eens meer op wijlen Gherit Mathijs Denys sone weduwe en erfgenaemne tot Rijsbergen, jaerlicx verschijnende op Sinte Gertruyden dach te half meerte.
Item noch op 5 rijns gulden ende 10 stuvers, te lossen den penninc 16 ende met 10 stuvers eens meer op wijlen Jan Jan Chiel Damen zoons als blerinch gehouden waren onder de Hage gelegen. Alle jaer erfchijns op Lichtmisse.
Item noch op 6 Rijns gulden erfchijns, te lossen den penninc zesthien die men heffende is to Alfen te Vijfhuysen, jaerlicx op Bamisse verschijnende.
Ende noch op 2 rijns gulden erfchijn te lossen den penninc 16 ende met 10 stuvers een meer op Dyrck van ooserzeel, jaerlicx te half oighst verschijnende.
Item van alsulcke penningen als desen erfgenaemne tesamen comen ten sterfhuyse van wijlen Heer jan Meren voirschrevendie denselve Heer Jan Meren hen schuldich is bleven, ter saecken van den Renten, die hij in tochten besat, ende die bynnen sijn leven t geen gelost oft vermindert zijn zullen, de kynderen van wijlen Joosten ende van wijlen PeterenMeren zonen voirschreven. voiraf hebben 2 rijns gulden eens en de 2 sonen wijlen Anthonis Peter Meren zone voirschreven 10 stuvers eens in verlijckinge van cavele.
Ende voirts sullen dan de selve penningen bij de erfgenamen voirschreven enegelijck gedeelt worden ende elck sal daer af hebben sijn derden deel.
Item het is voirwaert ende tusschen de parthijen voirschreven, geaccordeert ede overcomen, dat elck van de selve parthijen zijn erfpachten ende Renten daer elck op gedeelt is als boven, hebbne sal, de pachten ende chijnsen die de af na de doot van den voirschreven wijlen Heer Jan Mere, verschenen zijn ende erfchijnsen sullen nyet tegenstaende dat doe daer af vroeger of later verschenen is of verschijnen sal dan d eandere de welck is ende sal wesen blijven tot profijt of achterstel van de gheen die daer op bevallen ende gedeelt is, zonder dat de parthijen voirgenoemd daer af malcanderen eenige verlijckinge doende sullen.
Item het is vorwaert ende in 3 deijlinge besproken dat de parthijen voirgenoemde
tot gelijcken cost malcanderen helpe sullen tot brieven ende bescheijt van de Renten daer af men de brieven nyet ende benyet.
item of enige chijnsen meerder of minder be.ouden mochten wordendan die elcken aengedeelt zijn als boven, zoo sullen de parthijen voirgenoemd, malcanderen daer af verlijcken end te gevinden die hen is neven ende ten sterfhuyse van wijlen Heer Jan Meren voirsegd in saecken als voirschreven.
irem of ment bevindt ergens in gedeelt oft misrekent te zijn, zoo sullen d eparthijen voirschreven malcanderen daer af sich verlijcken ende altijt ten goede verbrengen.
Item de parthijen voirgenoemde houden alsnoch te samen goeden ende ongedeelt, de 2 veertelen Rogs erfpachets op Adriaen Denys tot Ceters, oud Oosterhout, die jaerlicx Ghijben de Maerte of souswijf (of sonswijf?) was van de voirgenoemde wijlen Meester Henrick Meeren in tochten heffende in ende heffen moet heur leven lang achter.gende den testamente van de selven meester Henrick Meren.
Ende oft men mocht bevynden dat desen erfgenamen.. ten sterfhuyse van de voirschreven ende wijlen Heer Jan Meren oft na de doot van de voirgenoemde Meester Henrick enige goeden meer competeert, die zullen zij gelijck deijlen.
Ende in dyer manieren bovengeschreven, zo bedancth hen d eparthijen voirgenoemde goede cavelingen, scheijdinge ende dijlinge van d epachten ende Renten voirschreven.
Verthyenst (?) de een des anders gedeelt, zoo dat behoirt.
Actum. 1552 drie dagen in meerten.
Bronnen: Breda Vestbrieven inv 457 f 35r scan 75 van 3 maart 1552
Laatst gewijzigd:
12 juni 2024
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-87907
Gekopieerd!