Stamboom van Hagenbeek

Vader: Cornelis Jansz Post
Moeder: NN

• Geboren: vóór 1614
• Overleden: ± 1693 (ongeveer 79 jaar oud) te Kethel

Oud rechterlijk archief Kethel en Spaland (Dingboek) 1603-1646

Nr. 788 folio 223 d.d. 15-06-1639.
Maerten Arentsz. Soeteman wonende Schiedam contra Pieter Cornelisz. Post gedaagde voor betaling van ? 1- en nog 50 van een kustingbrief in dato 02-05-1634.

Nr. 856 folio 248v. d.d. 01-02-1651.
Leendert Ariensz. Ouwerkerck eiser contra Gijsbrecht Pietersz. Goutappel als principaal en Pieter Cornelisz. Post als borg, gedaagden voor betaling van f 41-05-00 als restant van meerdere somme volgens de obligatie in dato 25-06-1650 verleden te Kethel.

Pieter Post wonende in het ambacht van Kethel, stelt zich borg i.p.v. Arien Vermaat, overleden op de plaat te Overmaas, in dato 20 december 1671. O.N.A. inv. no.: 774 blz.: 716 zie Cornelis Cruijck, regent van het weeshuis te Schiedam, in dato 3 december 1672. O.N.A. inv. no.: 774 blz.: 980

Pieter Cornelisz Post zie Johan Duneveld, deurwaarder van de gemenelands- middelen te Schiedam, veklaring. in dato 14 april 1666. O.N.A. inv. no.: 781 blz.: 365

Pieter Cornelis Post wonende in de Kethelpolder in het ambacht van Kethel, gehuwd met Grietgie Jansdr., zie Arijen Arijensz. Braeck de jonge, wonende in Schiedam, in dato 6 mei 1658. O.N.A. inv. no.: 760 blz.: 49 compareerde met zijn echtgenote 16 nov. 1663 tot het maken van een testament, revocerende en te niet doende alle voorgaande testamenten, en nu opnieuw disponerende over hun natelaten goederen, zo benoemen zij elkander tot universeel erfgenaam van de natelaten goederen van de eerststervende van hun beiden, mits de langstlevende gehouden is hun onmondige kinderen te alimenteren enz. en gekomen zijnde aan hun mondige dage of huwelijk aan ieder van hen 100 car. guldens en op hun trouwdag nog 200 car. guldens, tot egalisatie van hetgeen hun gehuwde dochter Maertge Pieters heeft ontvangen.
O.N.A. inv. no.: 761 blz.: 877


Pieter Cornelis Post. als principael, en Jan Pietersz. Post, als borg en mede principael, beiden wonende in de Ambachte van Kethel, compareerden 6 maart 1665, en bekenden wel en deugdelijk schuldig te zijn aan Claes Gerritsz. van der Valck, de somma van 540 car. guldens, ter zake van het casseren, annuleeren, dood en te niet doen van zekere obligatie van 500 gulden capitael met twee jaren intrest van dien, die op 6 mei d.a.v. verschenen zouden zijn.
O.N.A. inv. no.: 762 blz.: 29


Pieter Cornelisz Post wo. in de Kethelpolder, verklaring op verzoek van de brouwer Heijndrick van der Heijmen over het afhalen, veraccijnzen en vervoeren naar huis van een half vat bier door Jan Pietersz., zoon van voorn. Pieter Cornelisz. Post zie aldaar, in dato 11 november 1655. O.N.A. inv. no.: 770 blz.: 1726 zie rekening, bewijs en reliqua van de nalatenschap van Jan Ariensz. Suijckerbosch, in dato 22 november 1655. O.N.A. inv. no.: 770 blz.: 1744 schoonvader va Arien Ariensz. Braeck, stelt zich voor laatstgenoemde borg tesamen met diens vader, Arien Ariensz.Braeck, welke laatstgenoemde eveneens in Kethel Ambacht woont, in dato 22 maart 1658. O.N.A. inv. no.: 771 blz.: 577 zie Dirck Jansz. Schipper. 4 februari 1661. O.N.A. inv. no.: 772 blz.: 332 zie Leendert Dircsz. Stolck. 9 februari 1665. O.N.A. inv. no.: 773 blz.: 33

Bron: Gemeentearchief Schiedam, Notariele Indices