Stamboom van Hagenbeek

• Geboren: ± 1331

hij stamt uit een Cleefs adellijk
geslacht. Hij was gegoed te Emmerik en in Gelre. In de Cameraarsrekeningen van Deventer komen, we hem in de periode 1365-‘82 veelvuldig tegen. Men krijgt de indruk, dat het
echtpaar te Zwolle woonde, Evenals zijn aangehuwde neef
Johan van Kuinre, op wiens huis ,,Baerlo” hij regelmatig te
vinden is, zien we hem vaak optreden aan de zijde van het
stadsbestuur. Toch neemt ook hij deel aan diverse twisten,
althans.in 1371 meldt Deventer aan ,de bisschop van Utrecht,
dat Willem de Rode een aantal lieden uit Veluwe heeft gevangen op de Yssel (Cam. rek. Deventer III b+p. 380). In 1374 klaagt de stad Utrecht over Willem de Rode en Henric van Essen (id. IV p. 177).
Het echtpaar heef’t twee zonen, die zich minder rustig gedragen. Het zijn Everf en Berend. Op 8 juni 1371 klaagt Dirk
van Kemenaede over de zoon van Willem de Rode. Evert is
met Herman van Engehuysen in 1373 in oorlog met de stad
Deventer; in 1375 wordt vrede gesloten (id. IV p. 66, 69, 76,
97, 98, 102, 154, 205, 208). In januari 1380 worden ,,de kinderen de Rode” gevangen gehouden door de burgers van
Hasselt. Zij zijn partijgangers van Event van Essen, die het
zo bont maakt, dat zijn slot Eerde in 1380 belegerd en verwoest wordt door de bisschop (Negge dl 1, p. 176). In 1385
is Evert in krijgsdienst van de stad Deventer (Cam. rek. Dev.
dl VI p, 237 en 264). Hij trouwt dit jaar te Deventer met
Bertha van Ampsen, dochter van Derk en Aleyd van Sfeenbergen (Heraldieke Bibl. 1883 p. 340 e.v.) en laat ter ere hiervan de pijpers van Woher van Voerst naar Deventer overkomen.
Hij is in 1387 huwelijksvriend van Sweder van Rechteren
en Fye van Gruysbeke (Hluisarch. Almelo). In 1393 zit
hij weer gevangen (Cam. rek. Dev. VII p. 358 en 361). Hij
is in 1396 voogd over de erfgenamen van Johan Rodenkoc van Isselmuden, hetgeen op een familiebetrekking wijst. In 1400 is hij magescheidsvriend van Johan en Wolter, gebroeders de Rode van Hekere.n (ms. Van Spaen). Hij overlijdt in 1401.
Zoon Berend gedraagt zich minder opvallend. Hij bouwt
een huis (slot?) te Hellendoorn.. Men gaalt hier in 1384 heen
om zijn ,,timmering” te bezien. In 1405 sticht hij met enkele
anderen het kloo’ster Sibculo, (Dumbar. An. 11 p. 382)