Er is gerede twijfel over de voorouders van deze Frans. Volgens een publicatie in Ons Voorgeslacht in 1969, gebaseerd op onderstaande vordering van 1622, zou hij een zoon zijn van Frans Jansz en een onbekende moeder. Op een andere website wordt juist aan de hand van diezelfde vordering er van uitgegaan dat Frans een zoon was van Frans Jansz en Françoise Van Rhoon. Hier is voorlopig uitgegaan van het laatste, maar met het voorbehoud dat het (nog) niet zeker is.
Hij is een niet onaanzienlijke grondbezitter, waarschijnlijk oefende hij het boerenbedrijf uit. In 1622 stellen Pieter Frans van Bodegom en Anna van Bodegom een vordering tegen Frans Frans van Bodegom, wonende in de jurisdictie van Hekelingen, in. Zij voeren aan dat zij de enige erfgenamen zijn van wijlen Frans van Bodegom hun vader, die grondbezit had in het hongerland onder Hekelingen, en dat hun natuurlijke broeder Frans van Bodegom, terwijl zij nog minderjarig waren en niet voor hun belangen konden opkomen dit land had geoccupeerd zonder recht of titel: tot hun mondige dag gecomen vorderen zij dit bezit thans voor schepenen op, nadat zij reeds tevergeefs voor het Hof van Holland hadden geprocedeerd. Frans van Bodegom voert verweer en stelt een tegeneis in. Het proces eindigt met een afwijzing van de vordering conventie en reconventie, zulks nadat de schepenen rechtskundig advies hadden ingewonnen. In 1627 koopt hij van Anna van Bodegom haar wooninge ende landen in Putten gelegen voor 7000 ponden. In 1630 draagt Pieter van Bodegom hem een leen op in het Ambagt van Brabant (onder Putten).
Jan Jansz Jonge Jan transporteert aan Frans Fransz van Bodegem ca. 3 gem. weiland in Hekelingen, belend: z. Jacob Claesz Oprel met zijn huis, w. en n. de erfgenamen van de Bronckhorsten en o. de Hekelingse zeedijk. Verkopers verklaren contant betaald te zijn. Datering: 11-05-1627
Haddeman Jacobsz, won. onder Spijkenisse, transporteert aan Frans Fransz van Bodegem 6 gem. 104 r. teelland in de Nieuwe Uitslag van Putten in kavel P, belend: w. de Droogendijck, n. Jacob Claesz Braet en Arijen Jacobsz, o. de gemeenlandswatering en z. de kinderen en erfgenamen van za. Pieter Claesz Proy. Verkoper belooft koper te vrijwaren van alle lasten voor datum dezes, uitgezonderd de gemeenlandskosten en de rente voor de grafelijkheid, en verklaart ten volle voldaan en betaald te zijn met een custingbrief. Heerman Lenertsz Roobol en Pieter Foppe stellen zich borg. Datering: 13-06-1629
Jan Jansz Jonge Jan machtigt voor schout en schepenen van Hekelingen zijn huisvrouw Maertgen Willems om een custingbrief t.l.v. Frans Fransz van Bodegem te transporteren aan Willem Jansz van Bergen, won. te Rotterdam. Datering: 05-08-1632
Laatst gewijzigd:
1 februari 2024
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-84704
Gekopieerd!