in de bijdrage tot de Genealogie van dit geslacht in Herald. Bibl., N Pb. V (1883), zijn enkele fouten en misstellingen geslopen, terwijl bovendien nog een paar punten nadere toelichting en aanvulling vereischen, waartoe verder onderzoek en de welwillende opmerkingen van eenige vrienden en belangstellenden, die ik hierbij openlijk nogmaals mijn dank betuig, mij in staat stellen. Daar bovengenoemd tijdschrift tot mijne spijt gestaakt is, neem ik mijne toevlucht tot dit maandwerk. Navorscher XXXIII, 340, noot, 1. r. wordt gevraagd naar de beteekenis van den naam Mom. Om de beteekenis van een min of meer duisteren plaats- of geslachtsnaam uit te vorschen, moet men in de eerste plaats opklimmen tot de vroegere, en in den regel tot de oorspronkelijke of althans oudst bekende schrijfwijzen van dien naam. Dit doende vindt men hier Mummo en Mumme (blz. 97(7) 1). De beteekenis van dit woord, zoo het al eene bepaalde beteekenis heeft, weet ik niet op te geven, maar de afleiding van Mummius (bl. 220 (130)), en dientengevolge de door Fahne veronderstelde afstamming van de Romeinsche volkstribunen Quintus en Lucius Mummius, komt mij volstrekt niet gezocht of onmogelijk voor, te meer daar een Mummius Lupercus in het jaar 70 n. Chr. voorkomt als bevelhebber der Romeinsche troepen in Castra Vetera (het tegenwoordige Xanten), welke plaats door de opgestane Batavieren onder Claudius Civilis belegerd en ingenomen werd. Mummius Lupercus zou vrijen aftocht bekomen, doch werd gevangengenomen, tot offer voor de Velleda bestemd, maar onderweg vermoord (Tacitus, Historiae, libr. IV, Slichtenhorst, blz. 12 en Fahne I, blz. 10 noot). De naam Mummius was dus toen reeds in deze streken bekend, en, daar het gebruikelgk was, dat de Romeinsche bevelhebbers, wegens de langdurige afwezigheid, hunne familiën met zich voerden naar de ver verwijderde streken, waar zij met een bevel bekleed werden, zoo is het niet onwaarschijnlijk dat op deze wijze het geslacht Mummius naar deze gewesten werd overgeplant. Men treft nog meer geslachtsnamen aan, die een zelfde herkomst aanduiden. Ook de Latijnsche uitgang o in Mummo valt hierbij op te merken, terwijl bovendien nog opvallend is, dat men almede van de oudst bekend8 leden van het geslacht Mom juist in de Duffelt ontmoet. Blz. 194(104), r. 3 v. b. De daar volgende 16 kwartieren aldus te wijzigen : Mom Baers Huchtenbrock Mevert . Dript (lees: Baer) Baer (lees : Dript) Hundenberg (lees : Coeverden) Coeverden (lees : Hundenberg?) Diem (is : Didam ; niet : Dedem) Loë (lees : Branzenborg P) Branzenborg (lees : Loë) Rooftasch gend Zuilen Dornick (of: Jamerlo ?) Jamerlo (of : Dornick P) Bentinck (lees: Rode v. Heeckeren) grienen (2).
Beleend met de Hof te Driel, bij transport 1486 zijner moeder. Koopt het slot Schwarzenstein bij Wesel in 1514
Laatst gewijzigd:
18 november 2020
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-8437
Gekopieerd!