- Geboren: in 1250 te Strijen
- Heer Strijen 1275 & Heer van Zevenberge
- Overleden: in 1294 (ongeveer 44 jaar oud)
In 1275 wordt Willem III vermeld als "domicilie in Striene" en in 1283 als ridder. Hij schijnt een lastige heer te zijn geweest, tot op het punt dat graaf Floris V moest ingrijpen en oordeel moest uitspreken. Hij eiste ten onrechte geld voor brood en wijn van de bourgeois van Dordrecht en bouwde het huis onder Oosterhout in Strijen, dat was in Brabant, de buitenste pluimveestal in Holland. In 1285 en 1287 bleef hij bij Floris V als borg voor de goede trouw van de heren Gijsbrecht IV van Aemstel en Herman van Woerden; sloot zich in 1290 aan bij het ontevreden Zeeland, maar verzoende zich met de graaf van Holland, van wie hij in 1293 garant bleef staan. Op 25 november 1294 was hij al dood, toen zijn twee dochters Aelyd, reeds echtgenote van Lord van Putten, en Hadewy, in 1300 aan heer Raes van Gravere, heer van Liedekerke en van Breda, uit elkaar gingen. In 1285 had hij zijn bezittingen vergroot door de halve tiende van Vorenzaterwaard (in het land van Altena, aan de Maas) te kopen van de heer van Altena. Anderzijds vervreemdde hij in het jaar 1287 het land Zevenbergen door het als erfdeel af te staan ??aan zijn neef Willem heer Hugemanszoon, heer van Zevenbergen De heerschappij van Strijen, hierboven in grote lijnen beschreven, keerde nu na zijn dood, conform de afspraak die Aleyds vader hierover heeft gemaakt met graaf Floris V; zijn tweede dochter Hadewij ontving inkomsten uit tienden uit de nalatenschap.
In 1275 wordt Willem III vermeld als "domicellus de Striene" en sedert 1283 als ridder. Hij schijnt een lastig heer te zijn geweest. Betwist in 1276 en 1277 Heiligenberg aan Ter Does waarbij graaf Floris V tussenbeide moest komen en uitspraak doen. Maakte het de abdij van St. Bernard bij Antwerpen moeilijk, vorderde, ten onrechte, brood- en wijngeld van de poorters van Dordrecht en bouwde onder Oosterhout het huis te Strijen, dat de burcht in Brabant, de voorburcht in Holland stond, zodat men terecht opmerkte, "dat hi quaet te vane ware van den hertoghe jof van den grave". Hij bleef in 1285 en 1287 bij Floris V borg de goede trouw der heren Gijsbrecht IV van Aemstel en Herman van Woerden, sloot zich in 1290 bij de ontevreden Zeeuwen aan, doch verzoende zich met den Hollandse graaf, voor wie hij in 1293 borg bleef bij de bisschop van Utrecht. Op 25 november 1294 was hij reeds overleden, wanneer zijn goederen tussen zijn beide dochters Aelyd, dan reeds echtgenoote van de heer van Putten, en Hadewy, in 1300 gehuwd met heer Raes van Gravere, heer van Liedekerke en van Breda, gedeeld werden. Zijn bezittingen had hij nog uitgebreid, door van de heer van Altena in 1285 de halve tienden van Vorenzaterwaard (in het land van Altena, aan de Maas) te kopen. Daarintegen vervreemde hij het land van Zevenbergen, door dit in erfleen te geven aan zijn neef Willem heer Hugemanszoon, heer van Zevenbergen, als wiens "overhere" hij in 1287 genoemd wordt. De hierboven in grote lijnen geschetste heerschappij van Strijen kwam nu, ingevolgen de overeenkomst daaromtrent door Aleyds vader met graaf Floris V gemaakt, na zijn dood aan zijn oudste dochter; zijn tweede dochter Hadewij kreeg uit de nalatenschap inkomsten uit tienden.
Laatst gewijzigd:
17 december 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-83560
Gekopieerd!