Wie was deze Ermgaert? Het grafboek van de Oude Kerk te Delft, hiervoor reeds genoemd, zegt over haar en haar verwanten: 'Jan Wit ver Lizebetten filius wan Ermegaert Gherijt Heermans, Jan Lizebert, Bokel ende Jan Wit bastaert. Ermgaert voirsz. van Jan Heerman, Pieter Heerman, Luten Dircs van Werve, Lysbert Ysbrant Gherijtsoens ende Baerte Dirc Niewenveens'.
Het geciteerde is onderdeel van een uitgebreide opsomming van de descendenten van ver Lizebet, die begint met haar kinderen: Costijn, Jan Wit, Aelwijn, Ysbrant Scuttelaer, Bokel, Gherijt Zoet en Dirc Zoet.
Daarna volgen van ieder van deze kinderen weer kinderen en soms kleinkinderen (35). Meer soortgelijke parenteelstaten komen in dit grafboek voor en waren bedoeld als hulpmiddel bij het vaststellen van degenen die recht hadden op een bepaald graf of de plicht tot onderhoud daarvan. De parenteelstaat van ver Lizebet maakt een betrouwbare indruk.
Haar kinderen zijn aanwijsbaar in andere bronnen, haar zoon Bokel dan wel als Dirck Bokel. Ook de kinderen van Gerijt Heerman zijn allen uit diverse bronnen bekend.
Wanneer men aanneemt dat Ermgaert, echtgenote van Gerijt Heerman, een dochter was van Jan Wit ver Lizebettenz. blijven er nog wel vragen te beantwoorden, maar men baant de weg naar verwantschap met het geslacht Van Swieten, zoals door voornoemde leenakte wordt vereist. Volgens het geciteerde grafboek had deze Jan Wit namelijk een zoon Bokel, die, evenals zijn oom, in feite Dirck Bokel werd genoemd. Nu werd op 8-5-1348 Jan Bogge Jansz.,
echtgenoot van Catharina van Swieten, beleend met goederen van zijn schoonvader Floris van Swieten onder voorwaarde dat deze zouden versterven op Dieric Boekel, stiefzoon van Jan Bogge en zoon van Jan Wit. Catharina was dus eerder gehuwd geweest met een Jan Wit, die een zoon Dieric Boeke, had nagelaten. Dit kan - zover bekend - alleen van toepassing zijn op Jan Wit ver Lizebettenz.
Het feit dat Pieter van Leyden Dircksz., Ermgaerts
kleinzoon, een zoon Dirc Buekel noemde wordt dan ook verklaarbaar: hij vernoemde een broer van zijn grootmoeder van moederszijde, zoals hij ook zijn grootvader maternel, Gerijt Heerman, met diens volle naam had vernoemd.
De stammoeder van deze parenteel is in één akte teruggevonden. Op 18 november 1311 kocht heer Jan, proost van Coninxvelt, van ver Lisabetthe ver Hadewiendochter en haar zoons Isebrande ver Lisabetthenz. en Jan die Witte en van hun zwager Evert Otziersz. 11 morgen 4 hond land in Hadewienhoeve in Vrijen- ban. Borg is Costijn ver Lisabetthenz.
In deze akte wordt zij vermeld als een dochter van Ver Hadewie, die volgens Van Wimersma Greidanus een dochter was van IJsbrant van der Made, ridder (1260) en zijn tweede vrouw.
IJsbrants eerste vrouw was Hadewig van Marlant Bartholomeusdr. (overl. ca. 1250), de moeder van Bartholomeus van der Made (stichter Oude Kerk te Delft).
Haar echtgenoot wordt in de parenteel niet vermeld; zij was vermoedelijk verschillende malen gehuwd en had uit verschillende huwelijken kinderen. Haar zoons komen in de parenteel, maar ook elders, voor met het ‘matronymicum’ Ver Lizebettenz. (bijv. Dirck Bokel ver Lisabethensoen als schepen van Delft in 1317). De titel ‘ver’ duidt op een vrouw of weduwe van een edelman.
Een van haar echtgenoten was waarschijnlijk Dirck Bokel, ridder, vermeld sedert 1273 en voor het laatst op 22 september 1290, Ver Lizabette was dan wel zijn tweede
echtgenote.
Deze relatie is gebaseerd op het wapen dat hun zoon Costijn voerde, een dwarsbalk vergezeld van drie leeuwekoppen, 2,1. Bokel zou in dat geval vader kunnen zijn van Costijn, Jan Wit, Aelwijn en IJsbrant Scuttelaer. De volgende zoon, Bokel, is dan naar hem vernoemd
Laatst gewijzigd:
25 februari 2024
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-79162
Gekopieerd!