Stamboom van Hagenbeek

Vader: Jan Jansz van Foreest
Moeder: Geertje Pieters

• Geboren: [[https://gw.geneanet.org/ecouvret?lang=nl&pz=ellen&nz=couvret&p=jan+janszn+van&n=foreest]]
• Gedoopt: op 7 augustus 1588 te Naaldwijk [[https://www.genealogieonline.nl/genealogie-van-der-valk/I19822.php]]
• Bouwman, weesmeester
• Overleden: op 3 januari 1645 te Naaldwijk
• Begraven: op 8 januari 1645 te Naaldwijk

[fol. 94] (tekst doorgehaald) 21-1-1617:
Jan Jansz. van Foreest de jonge woonen(de) binnen Naeldwijck ende bekende vercoft te hebben joffrou Magdalena de G[… beschadiging] van Swindrecht wedue van za: mr. Willem van der Burch advocaet voor den hove van Hollandt een jaerlicxe losrente van vijffendetwintich gulden sjaers.
Soo hebben henluijden als borge ende mede als principalen daer vooren verbonden Jan Jansz. van Foreest den ouden (vader van(den) voors. Jan Jansz. van Foreest den jongen) woonende buijten Naeldwijck ende Joost Jacobsz. vader van(de) huijsvrou van(den) bovenges. Jan Jansz. mede woonende binnen Naeldwijck hier mede compareren(de). [marge: 28-4-1619 afgelost door Jan Jansz. van Foreest]

[fol. 63v.] 3-5-1631: (voor schepenen van Naaldwijk en Honselersdijk) Jan Jansz. van Foreest weduwenaer van za: Marigen Joosten wonende op de Geest in den bailliuschappe van Naeldwijck ende bekende dat hij de vier naegelate weeskinderen vande voorn. Maritgen Joosten uitgecoft heeft ter saecke van haer matrimonie en(de) moederlicke erve in manieren hier nae volgende daer van de uijtcoopcedulle luijdende es van woorde te woorde aldus:

‘Up huijden den XIIen aprilis anno XVIC een endertich sijn metter minne ende vruntschappe te samen geaccordeert ende verdragen Jan Jansz. van Foreest weduwenaer ende boelhouder van za: Maritgen Joosten geassiteert met Antonis Cors van Vliet, Joost Jansz. Vos de Hogewerff ende mr. Gillis van Noordergraft ter eenre, Olivier Vrancken Inhouck als oom ende bloetvoocht vande vier naegelate weeskinderen van sa: Maritgen Joosten geassisteert met Jacob Corn(elis)z. Vercrocht anders genaempt Toorenburch, Abraham Claesz. als man ende voocht van Neeltgen Thonis beijde in dier qualite als neven vande voors. kinderen ende Jan Dircxz. Vercrocht als arbiter, mitsgaders den heere bailliu ende weesmeesters van Naeldwijck ter andere sijde nopende des voors. weeskinders matrimonie en(de) moederlicke goet, in manieren hier nae volgende te weten dat de voorn. Jan Jansz. van Foreest belooft de twee onmondige weeskinderen vande voorn. Maritgen Joosten genaemt Thonis Jansz. van Foreest out ontrent vijftien jaren ende Joosgen Jans van Foreest out kersmis lestleden anno XVIC dertich negen jaren te onderhouden in eeten drincken (enz.) tot dat de selve gecomen sullen wesen tot den ouderdom van haer achtien jaren ende daer enboven aende voorn. vier kinderen uijt te reijcken de somme van ses envijftich hondert car(olus) gul(den), namentlick aen Vranck Jansz. ende Jan Jansz. van Foreest elcx de somme van viertienhondert guldens op meije eerstcomende in desen jegenwoordigen jaere XVIC een endertich ende de resteren(de) acht entwintich hondert guldens belooft den selven Foreest uijt te reijcken aende twee onmondige kinderen een ijder sijn portie soe wanneer deselve gecomen sullen wesen tot den ouderdom van haer achtijen jaeren, ende daer en boven ten behouve vande voors. vier kinderen te laten volgen alle de clederen soe van wolle als linde met de juwelen gedient ende behoort hebben(de) ten rugge lijve ende gerijve vande voors. Maritgen Joosten, ijtbesondert een gouden latringh die voorn. Foreest tot sijnen behouve bedongen heeft … jegens alle tgene voors. es den voorn. Jan Jansz. van Foreest weder in vrijen eijgendomme sal behouden den voorderen boedel ende goederen. Den voorn. Foreest belooft ten behouve van Vranck Jansz. onvermindert alle tgene voors. es noch uijt te reijcken de somme van tsestich gul(den) in plaets van een pack clederen tot vermaninge vanden selven Vranck Jansz. mitsgaders noch elck kint tot een breugoms ofte bruijtstuck vijftich guldens, ende noch tachtich guldens den voorn. Vranck Jans competerende ter saecke van sijn vaderlicke erffenisse in den inventaris vande voorn. Maritgen Joosten, ende inden uijtcoopbrieff van sijn overleden vader gestelt