Hij wordt beleent met Peringe 9-7-1484 na de dood van zijn vader Henric Lepels. Ook wordt hi beleend op 8-7-1497 en 17-12-1517 steeds als Reynken, zoon van Henric Lepels. Hij is nog leenman op 2-6-1518. Op 13-1-1516 is hij gemachtigde van Henrick Schirenbeken, commissie als schulte van Zweeloo en Oosterhesselen door bissschop Philips van Bourgondie 27-8-1518. Later vervangen door Ernst van Millingen.
Tegelijkertijd leefde er een Reynken (Reijner) Lepel, brouwer te Groningen, die drie dagen na O.L.Vr. Geboorte (11 september) 1501 aan het convent van Ter Apel verkocht het hooiland de Noorthagen, in de marke van Emmen. Vermoedelijk is hij een neef.
Reyner Lepel heeft in 1495 een geschil met mester Johan ten Holte.
Ook in 1495 is er een geschil tussen Reyner Lepel en de erfgenamen van Bernt Thijss wegens een verwonden. 175 In 1496 is er een geschil van Reyner Leple over het Apinge erf te Wachtum.
In 1502 heeft Reyner Lepels een geschil met Albert ten Holte, "Roloffz. meijer" wegens het graven van turf.
In 1516 is Reiner Lepel volmacht van Hindrik Schierbeek en Gheert Stuven.
Relaties:
Relatie met onbenoemde persoon
Laatst gewijzigd:
19 juli 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-78027
Gekopieerd!