Hendrik III is bij veel transacties betrokken. In 1251 verkoopt hij met toestemming van de mede-erfgenamen, het goed Hertinc (bij Varsseveld) aan het klooster Betlehem. Deze mede-erfgenamen zijn mogelijk Albero van Sinderen, Gerlach van Winterswijk, Herman van Marhulsen en Sweder van Langele. De Groot beschouwd alleen Albero als rechthebbende en de anderen als getuigen.
Op 9-3-1259 schenkt Hendrik III ter zielenheil van zijn vrouw en zichzelf enkele schepels graan van het goed Sievering (bij Burlo) en Enekinck aan het klooster Groot Burlo. In 1261 is Hendrik III aanwezig bij de vrede tussen de bisschop van Utrecht en de graaf van Gelre. In 1262 treedt hij op in Drenthe bij de verkoop van het tiende van Dickenijnghe (Dikninge) en in hetzelfde jaar staat hij de graaf van Dalen bij, wanneer deze een erf afstaat aan de Johanniter-orde.
Hendrik van Borculo moet in hoog aanzien hebben gestaan bij het Geldersche grafelijke huis en zijn naam word in tal van oorkonden uit de tweede helft der 13de eeuw gevonden. Dat hij in 1275 voorkomt als burggraaf van Coevorden, kan worden gezien in het Oorkondenboek van Groningen en Drente , deel I n° 145
Laatst gewijzigd:
20 juli 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-78004
Gekopieerd!