In 1387 wordt hij vermeld als broer van Johan van Steenwijck en neef van Johan de Vos van Steenwijck en diens zoon Coenraad.
Na de dood van zijn vader in 1387 wordt hij beleend met de Norgse goederen. "Het zijn de goederen, die heer Hendrik van Norch van het sticht te houden placht".
Hij behoort tot de schildboortige mannen", die op 5 2 1408 moeten getuigen in het proces van Mensinge te Roden.
Met zijn neven Coenraad en Reinolt de Vos behoort hij tot de Vetkoopers die op zon
dag na L.Vr. Exaltatio 1415 Groningen veroveren op de Schieringers. Ze waren uit deze stad verbannen en naar Emden uitgeweken, toen de Schieringers op 23 okt. 1413 deze stad in hun macht brachten brachten
Op 7 augustus 1425 zegelt hij met anderen namens de Ridderschap van Drenthe het verbond met Salland, Twenthe en Vollenhove tot steun aan de postulaat Rudolf van Diepbolt.
Wederom treedt hij op voor de Ridderschap van Dre nthe als op 6 okt. 1426 ook het
Nedersticht zich met het Oversticht ten dezen verbindt en de tegencandidaat, Sweder van Culemborch als bisschop ontzegt.
In 1428 en 1431 komen we hem nog tegen als leenheer
van en getuige voor Hen drik de Vos van Steenwijck, zijn neef.
Hij wordt op 29-4-1394 beleend met diverse goederen te Norg.
Laatst gewijzigd:
21 juli 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-77988
Gekopieerd!