Vader:
Arlewijn Pietersz Tou van der Burch
Moeder:
Catharina Adriaensdr
- Geboren: op 6 januari 1528 [[https://gw.geneanet.org/ecouvret?lang=nl&pz=ellen&nz=couvret&p=adriaen+arlewijn+pieter+touwenszn+van+der&n=made]] te Delft
- Gedoopt: [[https://www.nikhef.nl/~louk/MESKW/generation17.html#86736)]]
- Brouwer, buitenhavenmeester, veertigraad, gasthuismeester, havenmeester, schepen
- Overleden: op 20 februari 1580 (52 jaar oud) te Delft
- Begraven: te Delft
Adriaen Arlewijnsz Pieterszoon Touwe (van der Made), geb. 6-1-1528, ovl. 20-2-1580, beg. Delft Oude Kerk, noemt zich sinds het verwerven van het leen Madewerf in 1563 Van der Made, beleend met een deel van het leen Elsgheestweer (1532) beleend (1563, 1566, 1578), woont te Delft en poorter aldaar(1566), veertigraad (1567), havenmeester te Delfshaven (1574),[42] tr. 19-3-1552 Machtelt Adriaensdr van Adrichem. Machteld Adriaens van Adrichem, ged. Delft 27-7-1535 (get. "Aeltgen Anthonis van Dijk'en huysvrouw"), ovl. 30-8-1597, beg. Delft Oude Kerk, dr. van Adriaen (Ni)C(o)laesz van Adrichem en Baertgen (Bartha) Corssendr (van der Woert van Vliet) (zie kw. nr. ? 21685 sub d). Grafschrift in de Oude Kerk te Delft:[43] Op 't Choor. Hier leyd begraven ADRIAEN ARLEWIJNSZ VAN DER MADE en starff Anno 1580, den 20 Febr. en MACHTELD ADRIAENSdr VAN ADRICHEM syn huysvr. starff 1597, den 30 Aug. en BEATRIX ADRIAENSdr. VAN DER MADE, starff 30 Oct. 1620. Met het wapen van VAN DER MADE en dat van zijne dochter. Het gemeente archief van Oost-Flakkee:[44] Nr. 607. 20-2-1561: Jacop Botter, landscriver op de Veluwe, mede namens Agniet van Dompselaer, zijn vrouw, verkoopt aan Adriaen Arlewijnsz 10 morgen land te Maeslant bij de kerk tussen de weg en de zeedijk, die zij heeft geërfd van haar broer Jan van Dompselaer en met de waarborgen, die Agniet die Groet en haar zoon Vincent van der Hoefve hem in 1551 hebben gesteld, onbelast en leenroerig aan de grafelijkheid van Hollant, tegen 1.600 karolus gulden, eventueel als jaarrente de penning 16. De verkopers vrijwaren het land met 2 erfpachten in de ban van Stompick, n.1. 27 gulden door Cornelis Jacobsz en 21 karolus gulden door Dirck Joestenz. Getuigen: meester Arent van der Meer Vranckenz, secretaris van Delft, Johan van Achtevelt, Willem Thonisz, Cornelis Harmansz van Naerden en Frans Pietersz Ouderschie. De Hofstede Van der Wateringe Nr. 9. Het Elsgheestweer.[45] 9 is gesplitst in 9A en 9B bis. Nr. 9B bis. 6 morgen 1½ hond land gemeen met de leenvrouwe 23-3-1468: Arent Tou Pietersz na overdracht door Allaert Aelbrechtsz, te versterven op zijn zoons Pieter en Jan, elk voor de helft. Het leen 9B is gesplitst in 9B en 9C. Nr. 9B. 3 morgen 1½ hont land 2-5-1478: Pieter Arent Touwenz bij dode van zijn vader Arent Pietersz Tou 8-12-1517: Huybrecht Pieter Touwenz bij doge van zijn vader Pieter Arents Tou 6-5-1521: Arlewijn Pietersz, onmondig, oom: Maertyn Aert Touw, bij dode van zijn broer Huybert . 15-8-1532: Adriaen Arlewijnsz, onmondig, voogd: Adriaen Cornelisz, bij dode van zijn vader Arlewijn Pietersz, die het leen verbeurd had, omdat hij het niet zelf had verzocht, toen hij mondig was, maar voor wie Willem Jansz Truythof hulde had gedaan als momber, omdat hij simpel was 26-2-1547: Adriaen Arlewijnsz doet zelf hulde .Nr. 9C. De helft van 6 morgen 1½ hond land .-. -1489: Jan Arent Touwenz. krijgt het leen ten vrij eigen.
Zijn beleningen:
Hofstad Van Der Wateringe 3 morgen 1½ hond land in een weer van 25 morgen te Wateringe:[46] nr. 9B ....: Pieter Touwe. 6-5-1521: Arlewyn Pietersz, onmondig, oom: Maartijn Aertsz, bij dode van Aernt Touwe. 15-8-1532: Adriaen Arlewijnsz, onmondig, voogd: Adriaen Cornelisz, bij dode van zijn vader Arlewijn Pietersz, die het leen verbeurd had, omdat hij het niet opnieuw verzocht had, toen hij mondig was. l-4-1580: Hadewije Adriaensdochter van der Maede, gehuwd met Symon Adriaensz van Groenewegen, bij dode van haar vader Adriaen Arlewynsz van der Maede. 18-7-1596: Katarina Adriaensdochter van der Made: voogd: Franck Claessen, na overdracht door Hadewije Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Symon Adriaensz.
Hofstad Hontshol Nr. 3. 5 hond land in de Noordinge te Naaldwijk ... 4-5-1578: Adriaen Arlewijnsz van der Maede na overdracht door Gerrit Jansz Cappitein. 1-4-1580: Haedewije Adriaensdochter van der Maede, gehuwd met Symon Adriaensz van Groenenwegen te Delft, bij dode van haar vader Adriaen Arlewijnsz van der Maede. 18-7-1598: Beatrix Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Gielis Cornelisz Fijck, na overdracht door Hadewije Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Symon Adriaensz 28-4-1621: Catharina Adriaens van der Made, gehuwd met Jacob Hogenhouck, bij dode van haar zuster Beatrix Adriaensdochter. 4-9-1625: Claes Govertsz van der Tack te Naeldwijck, na overdracht door Catharina Adriaens van der Made, gehuwd met Jacob Maertensz Hoogenhouck.
Hofstad Hontshol Nr. 89J. 3 morgen land te Maasland[47] 9-12-1566: Adriaen Arlewijnsz te Delft na overdracht door Jan Vos Claesz 1-4-1580: Hadewije Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Symon Adriaensz van Groenewegen, bij dode van haar vader Adriaen Arlewijnsz van der Made. 18-7-1598: Hester Adriaensdochter van der Made, hulde door Franck Claesz, na overdracht door Hadewije Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Symon Adriaensz 20-6-1626: IJsbrant Jansz Delff na overdracht door Hester Adriaensdochter van der Made en draagt de helft van het leen over aan Maerten Cornelisz Dorp te Maeslant. De Hofstad Groeneveld in 't Woud Nr. 6. 9 morgen 1 hond land te Wateringe [48] 2-4-1580: Hadewijch Adriaensdochter van der Maede, gehuwd met Symon Adriaensz van Groenewegen, bij dode van haar vader Adriaen Arlewijnsz van der Maede (21-11-1561: Octrooi voor Adriaen Arlewijnsz te Delft om bij testament over zijn leengoederen te beschikken, 6-2-1580: Adriaen Arlewijnsz van der Made gehuwd met Machtelt Adriaensdochter, testeren, waarbij hun zoon Arlewijn wordt uitgesloten en bepaald wordt dat het leen de Madewerf door de gezamenlijke erfgenamen zal worden bezeten). 15-4-1598: Lijsbeth Adriaensdochter, gehuwd met Symon Willemsz, na overdracht door haar zuster Hadewijn Adriaensdochter, gehuwd met Symon Adriaensz van Groenewegen, nadat bij dode van haar moeder Machtelt Adriaensdochter 5 morgen 2½ hond ontslagen zijn van het vruchtgebruik, dat deze erven hadden. 28-8-1612: Jacob Jansz Verloo te Delft na overdracht door Lijsbeth Adriaensdochter, gehuwd met Symon Willemsz van Dingenhoven. Leen van Naeldwijk:[49] één morgen land in het ambacht van Wateringen ... Jacob Arlewijnsz 20-3-1506: Jacob Arlewijnsz transporteert op zijne zuster Aleyt Arlewijn Vranckensdochter, hulde door haar man Pieter Arent Touwenszoon 20-4-1520: Arlewijn Pieter Touwensz na het overlijden van zijne moeder Aleyt Arlewijn Vranckensdochter, hulder trad op zekere Maerten Aertszoon, zijn oom. ...: het leen verstierf van Arlewijn Pieter Touwensz op diens zoon Aryaen Arlewijn Pieterszoon, die zich later van der Made noemde. Grafelijke Lenen te Delft Nr. 25A. De Madewerf met de laan, groot 11 hond, bij het klooster van de carthuysers buiten Delff, in de Vrijenban.[50] 16-10-1563: Adriaen Aerlewijnsz Touwe na overdracht ten overstaan van Cornelis Barthoutsz, griffier van het leenhof van Hollandt, en Pieter van der Houwe Cornelisz, leenmannen van Hollandt, op 8-10-1563 door Jan Govertsz namens Janneke Heyndrickzoonsdochter . 2-4-1580: Hadelijk Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Simon Adriaensz van Groenewegen, bij dode van haar vader Adriaen Arlewijnsz. 28-4-1631: Symon Adriaensz van Groenewegen bij dode van zijn grootvader Sijmon Adriaensz van Groenewegen, die het leen van zijn vrouw Hadewijk Adriaensz van der Made had geërfd. De Hofstad Van Der Wateringe Nr. 9E. De helft van 6 morgen 1½ hond land,[51] ... 7-12-1575: Claes Adriaensz te Delft na overdracht door Sasbout Beukelsz van den Borch 1-4-1580: Adriaen Arlewijnsz te Delft na overdracht op 2-5-1579 ten overstaan van Cornelis Korstiaensz van der Duyn, schout-, Adriaen Aertsz Waert en Cornelis Aertsz, schepenen te Wateringe, door Pouwels Comelisz te Leyden (1580: te Goude), borg: zijn broer Michiel Cornelisz te Goude. 17-8-1588: Machtelt Adriaensdochter van Adrichem te Delft, hulde door haar zwager Simon Ariënsz, na overdracht door Claes Adriaensz van Adrichem te Delft, die het leen bezat na overdracht door jonkvrouwe Maria Duyst van Voorhout 18-7-1598: Hadewyh Adriaensdochter van der Made, gehuwd met Simon Adriaensz van Groenewegen, bij dode van haar moeder Machtelt Adriaensdochter van Adrichem en draagt het leen over aan Beatrix Adriaensdochter van Adrichem, gehuwd met Gielis Comelisz Fyck. Uit dit huwelijk (o.a.?): aaaaa. Hadewyh Adriaensdochter van der Made, geb. 30-10-1555, ovl. 6-10-1624,[52] beleend (1580, 1598), woont te Delft (1580), tr. vóór 1578 Symon Adriaensz van Groenewegen, geb. 24-4-1554, ovl. 29-3-1629,[53] veertigraad (1586), schepen (1595) te Delft, zn. van Adriaen Simonsz. van Groenewegen, drapenier en Maria Woutersdr van der Burch. Hieruit verder nageslacht bekend. bbbbb. Beatrix Adriaensdochter van Adrichem, geb. vóór ca. 1580, ovl. (kort?) voor 1621, beleend (1598), tr. vóór 1598 Gielis Cornelisz Fyck. ccccc. Katarina Adriaensdochter van der Made, geb. vóór ca. 1600, beleend (1596), tr. vóór 1621 Jacob Maertensz Hoogenhouck. ddddd. Hester Adriaensdochter van der Made, geb. vóór ca. 1580, beleend (1598). eeeee. Lijsbeth Adriaensdochter van der Made, geb. vóór ca. 1580;, beleend (1598), tr. vóór 1598 Symon Willemsz van Dingenhoven.
Laatst gewijzigd:
9 september 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-77900
Gekopieerd!