Jan en Boudewijn van Avesnes, ridders, zien in jan. 1249 af van hun afspraken op Zeeland bewesten Schelde, Rijks-Vlaanderen en enige andere lenen die door de koning van Frankrijk en de pauselijke legaat van de bisschop van Tusculum aan hun broers Willem, Gwijde en Jan van Dampierre waren toegewezen, tegen welke toewijzing zij zich eerder hadden verzet. Het huwelijk van zijn ouders werd later onwettig verklaard, doordat zijn vader al een aantal lagere geestelijke wijdingen had ontvangen. Boudewijn kreeg in 1246 Beaumont in apanage, nadat hij, op aandringen van Lodewijk IX van Frankrijk, toch als wettige zoon werd erkend door paus Innocentius IV.
Samen met zijn broer Jan voerde hij zijn ganse leven strijd tegen de halfbroers uit het tweede huwelijk van zijn moeder met Willem II van Dampierre. Zo zou hij verantwoordelijk zijn geweest voor het dodelijk ongeval van een van hen, Willem III, in 1251 bij een steekspel in Trazegnies. Na het edict van Péronne (1256) en de dood van zijn broer Jan, verzoende hij zich met zijn moeder, die hem in 1263 op wraaktocht naar Namen stuurde. In 1287 verkocht Boudewijn Duinkerken en Waasten aan de graaf van Vlaanderen, Gwijde van Dampierre.
In 1243 was hij gehuwd met Felicitas van Coucy (1220-1307), dochter van Thomas II van Coucy, heer van Vervins, een zoon van Rudolf I van Coucy.
Laatst gewijzigd:
31 december 2022
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-7773
Gekopieerd!