Hij was een aanzienlijk koopman te Amsterdam en behoorde tevens tot de voornaamste leden van de Waterlandsche Gemeente der Doopsgezinden aldaar. Munter was als koopman en reeder in de Warmoesstraat te Amsterdam gevestigd. In Jan. 1599 kocht hij het huis ‘de drie putgen’ op den Singel buiten Jan Roodenpoort. Daarna kocht hij het in 1595 door de Compagnie opgerichte bakhuis aan den Binnen-Amstel, waar de noodige scheepsbeschuit werd gebakken. Toen de Compagnie de beschikking kreeg over het Stadsbushuis (1603), vergaderde de gemeente van John Smyth (zie art.), een afgescheiden gemeente der Brownisten, in het zgn. bakhuis van Munter.
- Wikipedia - Jan Jansz. Munter (Harlingen, omstreeks 1570-Amsterdam, 1617) was een koopman op Venetië en reder, die in de Warmoesstraat woonde. Samen met zijn schoonvader, Abraham van Tongerloo (?) en zijn broer Bartholomeus investeerde hij op grootschalige wijze in de Zijpepolder (1597). Munter werd in 1610 eigenaar was een bakkerij van scheepsbeschuit, niet ver van de Binnen-Amstel gelegen, die voorheen toebehoorde aan Pieter Hasselaer en aan de Compagnie van Verre leverde. Hij verhuurde een deel van het complex aan de Brownisten, een sekte, afkomstig uit Engeland.
Jan Munter huwde in 1596 te Amsterdam met Sara Thomasdr. van Tongerloo (1578-1642), uit een geslacht, dat tot de Vlaamsche Doopsgezinde Gemeente behoorde. Na den dood van Munter (hij woonde bij zijn overlijden op de Heerengracht en liet een vermogen van ƒ 200.000 na) hertrouwde zijn weduwe 1 Mei 1622 met den Iijnwatier Anthoni Lievensz. Moens, weduwnaar van Margaretha Lijntgens, een dochter van den bekenden koopman Lijntgens.
Hij van Harlingen, 26 jaar, Warmoesstraat, geen ouders, zij 18 jaar, wonend als boven, geass. met Geertruijt van Tongerloo, haar moeder en Cornelis van Tongerloo, haar broeder (bij beiden staat van Tongeren). Zij tekende met Sara van Tongerlo.
Laatst gewijzigd:
4 juli 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-77705
Gekopieerd!