Vader Louys III de Geer, grootgrondbezitter in het prinsbisdom Luik, geldschieter voor de Zweedse koning en investeerder in de ijzer- en kopermijnen van Zweden, week van Luik uit naar Aken. In 1595 gaf hij zijn tweede vrouw Jeanne de Neille opdracht om gedurende zijn afwezigheid al het onroerend goed in Luik te verkopen, uitgezonderd het huis en goed Gaillarmont. Het jaar daarop, in 1596, vertrok hij met zijn gezin definitief naar Dordrecht, waar zijn dochter Marie en andere familieleden al woonden en ook diverse andere Luikse kooplieden zich hadden gevestigd. Als reden voor deze migratie wordt vaak de geloofsvervolging in het Luikse genoemd, maar hoewel Louys de Geer inderdaad naar het protestantisme was overgegaan, in Dordrecht en elders een aantal protestantse kooplieden als handelspartners koos en daar ook een actief lid van de Waalse gereformeerde gemeente werd, lijkt het hoofdmotief voor zijn emigratie veeleer van sociaaleconomische aard te zijn geweest, vanwege de onrust in de stad Luik als gevolg van de daar steeds oproerige ambachten en de militaire operaties aan het eind van de zestiende eeuw, alsmede de achterstelling van protestantse ondernemers en industriëlen in het prinsbisdom. In 1593 had hij in Luik nog een begijnhof gesticht, dat hij aan zijn schoonzoon Elias Trip overdeed. In de Dordtse Augustijnenkerk bevindt zich boven het familiegraf een Franstalige grafsteen voor hem en zijn vrouw.
Laatst gewijzigd:
5 juli 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-77616
Gekopieerd!