- Geboren: in 1525 te Arnhem
- Overleden: op 14 mei 1576 (ongeveer 51 jaar oud)
ORA Arnhem, toegangsnr. 2003 inv. 394, fol. 7v, d.d.
Op gudesdag post Purificationis Marie virginis 1550: De jonge Henrick Hoick dedit Merry Borchart Hoeffsmyt dochter uxori sue in dote 200 Joachim daler ex bonis utriusque.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 396, fol. 40r, d.d. 13-08-1551:
Henrick Hoick en Merry, zijn vrouw, Arnt, Gryete en Ryckxken Hoick, broeders en zusters, potentiaverunt Henrick Hoick, hun vader, en Henrick Hoick voorzegd, hun broeder, dat zij zullen mogen manen, heffen en opboeren alle alzodane versterf, erf en goed, rede en onrede, roerende en onroerende, woe en in wat herenlanden en gerichten dat gelegen en bevonden mag worden, geenrehande goed daarvan uitgescheiden, als hun aanbestorven en aangeerfd is van Wilhemken Brouwerss zal., hun moei, wijlen echte huisvrouw van Wolter Roest.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 398, fol. 57v, d.d. Postridie Sacramenti 1560: 247
Henrick Hoyeck de jonge en Merrhy, zijn vrouw, sub et re Jan Haessert en Gerritgen, zijn echte wijf, 18 keizers gl. 's jaars uit hun huis en hofstede, waarin zij nu ter tijd wonen, gelegen in de Oeverstraat, de steeg en vrouw van Wamell ab una en Sibert van Maenen ab alia, te betalen op Sondach Letare in de vasten nu naastkomend eerstaan en zo voort en te lossen de 6 gl. met 100 gl.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 400, fol. 283v, d.d. 17-02-1565: Henrick Hoeyck de jonge heeft vanwege zijn huisvrouwen vader Burchardt Hoeffsmyt als principaal gelijk zijn eigen schuld te betalen beloofd aan handen van Joffer Aleidt Boschhoff, weduwe van zal. Winandt Hackfordt, 50 Carolus gl., herkomende van pachting van zeker weiland, in de Laer gelegen, nu S. Johan Nativitatis toekomende zonder wijder vertooch gans en al wel betaald te zijn.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 399, fol. 95r-95v, d.d. 08-02-1566: Borchart Hoeffsmyt en Henrick Hoick als man en momber zijner huisvrouw, Borcharts voorzegd dochter, sub et re Wynant Int Ross en Gryete, zijn vrouw, 3 rijder gl. 's jaars uit zijn huis en hofstede, gelegen in de Turfstraat, Derick van Velen zal. ab una en Jan van Olborgen ab alia, te betalen op onzer lievervrouwen Lichtmissedag Ao. 1567 eerstaan en zo voort en te lossen met 50 rijder gl. payments [enz.]; en Borchart en Henrick voorzegd hebben beloofd voor Borcharts voorzegd hebben andere kinderen dat zij tot gezinnen van Wynant en Gryete voorzegd ook opdracht en vertichnisse van deze 3 rijder gl. 's jaars zullen doen, believen en overgeven gelijk zij gedaan; [in margine: 23-02-1567: Wynant Int Ros en Grieta, zijn vrouw, hebben verlijd en bekend dat hun Borchart Hoeffsmit deze 3 rijder gl. jaarlijks afgelost heeft.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 402, fol. 118v-119r, d.d. 17-08-1575: Henrick Heuck en Merrij, zijn vrouw, Jan van Raij en Lijsbet, zijn vrouw, heer Aelbertt Hoeffsmitt als gemachtigde van Gerrit Burchardtss en gedachte heer Aelberth als gemachtigde der nagelaten kinderen van zal. Herman Burchardts vermogens een volmacht, voor burgemeesters, schepenen en raad der stad Amsterdam gepasseerd, hebben verlijd en bekend dat Branth Thonissen hun goedlijk en wel afgekocht, gevrijt en gelost heeft ieder alzulke 3 goud gl. 's jaars als hun aanbestorven is van hun zal. zuster Geertt, die zij geldende gehad uit een bongart, te Isseloort gelegen.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 403, fol. 146v-147r, d.d. 14-05-1576: Heer Hermen van Hoemen, provisor des hospitaals van St. Peter, met Derick van Wetthen als zijn momber, Evert Pannekoeck als man en momber van Geert, zijn huisvrouw, en Henrick van Hoemen potentiaverunt Henrick Wissinck in alzulke zaak als zij semptlich aan de bank te Elst tegen de executoren van zal. Henrick Heuck te doen hebben en daarom met recht te spreken;
ORA Arnhem, Regesten, inv. 402, fol. 359v, d.d. 28-06-1578: Arnth van Brienen en Wessell Heimericx hebben verklaard dat Henrick Hoyck zal. en Merry Bongers dochter e.l. geboren burger en burgerse alhier zijn en hun handwerk als verwen veel jaren alhier gedaan hebben en zich altijd eerlijk als goede burgers toestaat gehouden;
Maria Burcherts, weduwe van Arnhem legt op 9-8-1578 haar poorterseed af in Amsterdam.
ORA Arnhem, Regesten, inv. 404, fol. 98v, d.d. 24-04-1582: Maria, nagelaten weduwe van zal. Henrick Heuck, met Wessell Heymerix als haar momber voor haar zelf en mede als gemachtigde van haar dochters Naele, Maria en Feusken, van wie zij een bezegelde volmacht, op 20-04-1582 voor schepenen der stad Nijmegen op haar gepasseerd, toonde, ook mede procuratie hebbende van haar zoon Joachim Heuck, voor notaris en getuigen op 27-02-1582 binnen Ludick op haar gepasseerd, Item Ryck Heuck voor hem zelf en mede als man en momber zijner huisvrouw Geertruidt van Loen en Gerrit Heuck, zich sampt mede sterk makende voor Johan Heuck, hun broeder, dezer tijd binnen [Ments] zijn residentie houdende, alsook voor Geertgen Heucken, hun zuster, nog onmundig zijnde, sub et re Brandt van Elst en Marie, zijn vrouw, hun huis en hofstede, staande in de Oeverstraat, de gemene steeg en Atris van Wamel ab una en het huis dat Cornelis Hoymaecker dezer tijd ook van hunluiden gekocht heeft, ab altera, schietende wes achter de stadmuur [enz.]
ORA Arnhem, Regesten, inv. 405, fol. 13v-14r, d.d. 25-04-1582: Merriken, weduwe zal. Henrick Heuck, met haar beide zonen, met name: Rijck en Gerrit Heuck, gebroeders, en mede vanwege hun zusters Naelken, Merriken, Jochum en Feusken, als daarvan hebbende volmacht, alsook wegens het onmundig kind, als ook zich sterk makende voor Johan, buiten lands wezende, sub et re Gerriken, weduwe Haesserth voorzegd, en Adriaen, haar zoon, een schuldbrief, slaande op Cornelis Hoijmaker, inhoudende 207 gl., gaande uit het huis, staande in de Oeverstraat, Brandt van Elst ab una en de weduwe Siberth van Maenen ab altera [enz.];
ORA Overbetuwe, Gerichtssignaat Bank van Elst, inv. 100, fol. 53, d.d. 10-1-1583: Opten 10 januarij anno LXXXIII heeft Rijck Heucken burger der statt van Nijmegen den amptman Carell van Lijnden oirkont gerichtluden Augestijn Joosten ende Gerrit Kerkman eenen borghen volmachtsbrieff gepasseert van burgemeester ende rade der stede van Amstelerdammer, onder derselver stede segelen ten saecken, in dato den XXVII dach in Junio anno den XVc ende tachtich, daerin Gerrit Burcherts voor hem selven ende uijten name van Catharina Jacobs dochter sijner huijsfrouwe gerichticheit ende machtich gemaeckt hebbe Rijck Heucken, omne van wege hem comparant, ende in sijnen naeme te transporteren ende opte draegen voor voor den amptman van Betuwe, tot behoeff van Jan Guertssen burger tot Arnhem een hoffstede gelegen inde Betuwe in kerspell van Driell,
Een derde van het leen, 1678: in Dodewaard in de buurschap Afferden; 1702: genaamd Quickstaart, met huis, hof en boomgaard:
Laatst gewijzigd:
15 juni 2023
link:
https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-76618
Gekopieerd!