Stamboom van Hagenbeek

Vader: Jan van Loo
Moeder: Syouck Abbedr

• Geboren: in 1583
• Advocaat
• Overleden: in 1641 (ongeveer 58 jaar oud)

in 1638 waren het echtpaar Dr. Albertus van Loo - Neeltie Rommerts en Éis van Eminga, weduwe van Haringh van Sytzma, in een proces gewikkeld tegen Dr. Gerardus van Loo. voogd en echtgenoot van Hiscke Ulenburch en vertegenwoordiger van Rembrandt van Rijn, voogd zijner vrouw Saskia Ulenburch, en Idzert Ulenburch. Lit.: Dr. C. Hofstede de Groot: Die Urkunden iiber Rembrandt, blz. 55. 's-Graven-hage, 1906. CBG Jaarboek 1981, pag. 139 en 140 Hij trouwde in eerste echt te Leeuwarden op 11 dec. 1612 met Antie Jurriensdr., en hertrouwde, eveneens te Leeuwarden, op 23 september 1627 met Hiskje Ulenburch, dochter van Dr. Rombertus Ulenburch en Siuckien Wickesdr Aessinga en zuster van Saskia. Op 14 juni 1628 werd hij door het Hof van Friesland tot voogd aangesteld over de minderjarige zusters en broer van zijn vrouw nl.over Titia, Edzert en Saskia Ulenburch "). Op 20 juli 1633 werden andere voogden aangesteld over de toen nog minderjarige Edzert en Saskia Ulenburch. De reden voor het terugtreden van Gerrit van Loo is niet duidelijk. Van der Meer schrijft hierover in zijn interessante Ulenburg-artikel ") onder meer: "In 1633 moest wederom in voogdijschap worden voorzien. De reden hiervoor wordt niet genoemd. Wellicht was de financiële toestand van de nalatenschap en van de beheerder van dien aard, dat Gerryts voogdijschap niet langer acceptabel was. Dirck Jansz., de Bildtboer en tijdgenoot van dr. Gerryt van Loo, schrijft over hem in zijn aantekenboek: "Den Secktaris Loo is int leste van Alovember ao. 1632 met het wyef ende vee/ hastigheit na Leverdt togen ende altemedt macht daeraen meer nobelen hale laten, als die banckerotten doen". Maar de mogelijkheid bestaat ook, dat Dirck Jansz. hier zijn 'gemoed lucht in de strijd tussen grietman Burmania en de Friese Staten tegen de Biltboeren. Dr. Gerryt van Loo zal zeker aan de kant van z'n grietman hebben gestaan en dus in de ogen der Biltboeren één der handlangers der Friese Staten. Trouwens Dirck lansz. had in 1632 tijdens de legering van soldaten op het Bildt ook voor z'n veiligheid 2 maanden in Holland doorgebracht." Zekerheid over de verhoudingen tussen de kinderen van dr. Rombertus van Ulenburgh sr. zullen we wel nimmer krijgen. Toch is het tekenend dat de in 1633 aangestelde voogden geen verwanten waren. Dr. Focko Feyckens, een Leeuwarder advocaat, werd op 20 juli aangesteld als voogd over de luitenant Edzert Ulenburgh, die toen vierentwintig jaar oud was. De aanstelling tot voogd geschiedde in verband met de scheiding tussen de erfgenamen van wijIen Dr. Rombertus Ulenburgh l"). Diezelfde dag, 20 juli 1633, werd Suffridus Rodehuys, notaris te Leeuwarden, tot voogd aangesteld over Saske Ulenburgh, die negentien jaar oud was. Dit in verband met de van haar vader en moeder geërfde goederen. Wij kunnen hier nog aan toevoegen, dat in een proces tussen o.a. Gerrit van Loo namens zijn vrouw Hiscke Ulenburch enerzijds en His van Emingha weduwe Van Sythiema en Dr. Albertus van Loo met zijn vrouw Neeltje Ulenburch anderzijds over de kooppenningen van een gedeelte van de Ulenburchboerderij, de gedaagden hun weigering om de restant koopsom aan Gerrit van Loo te betalen onder meer motiveerden door te stellen dat Dr. Gerrit van Loo en zun echtgenote een aanzienlijk bedrag schuldig waren aan Dr. Feijkens en bovendien met andere schulden en hypotheken belast waren. Op dit proces, waarin het Hof van Friesland 30 januari 1638 uitspraak deed, komen we aan het slot van dit artikel nog nader terug. Deze beweringen omtrent Gerrit van Loo's financiële toestand staan wel in schrille tegenstelling tot het commentaar over zijn weelderige bruiloft in 1627. Vast staat wel dat de wederzijdse ouders zeker niet onbemiddeld waren, eerder het tegendeel blijkt als we de nalatenschap van Gerrits vader Dr. Jan van Loo (waarover hierna meer) in ogenschouw nemen, terwijl ook de Ulenburchs tot de welgestelden behoorden, al was hun financiële toestand minder rooskleurig dan vroeger wel eens werd voorgesteld. Er waren tenslotte in beide gevallen acht kinderen die de spoeling verder verdunden. Gerrit van Loo was één van de acht - het Stamboek noemt erslechts zes: Abbe en Tyets worden niet vermeld - bij het overlijden van de vader in leven zijnde kinderen van Dr. Jan van Loo en Syouck Abbedr. In de inventaris van de nalatenschap van Dr. Jan van Loo worden in verband met de toewuzing van kleding e.d. de dochters en de drie oudste zoons in volgorde van leeftgd genoemd: Hester, Rins en Tyeske resp. Abbe, Gerrydt en Pyeter ll). De volgorde naar leeftijd van alle kinderen blijkt uit de eerste rekening en verantwoording van de administratie van de nalatenschap op 3 aug. 1602 (de tweede en laatste voigt op 16 maart 1605): Abbe, Hester, Gerrit, Rins, Pyeter, BoldewiJn, Jan en Tyedts lZ). Dr. Jan Loo, zoals hij veelal wordt aangeduid, vinden we als secre-taris van de grietenij Leeuwarderadeel vermeld vanaf 1580, zij het dat op 31 december 1583 Daniel de Blocq als zodanig optrad Is). Nog op 8 april 1587 komt Dr. Jan van Loo als zodanig voorl+). Dr. Jan van Loo zal zich daarnaast met de veenexploitatie hebben bezig gehouden, want in een akte van 18 juni 1613 is sprake van wijlen Dr. Jan Loo en Nanne Jansz. als zijn "compagnon van fenen". Dit blijkt ook uit de hierboven al genoemde inventaris van zijn nalatenschap, opgemaakt op 31 maart 1600 ca. vuf weken na zijn dood, waarin naast een uitgebreid huizen- en landbezit (o.a. Ulenburchsate te Rijperkerk) nogal wat venen worden vermeld (o.m. te Bergum, Opeinde en Rottevalle). Vermeldenswaard is nog dat we Dr. Jan van Loo nogal eens in de Sententieboeken van Leeuwarden tegenkomen als partq bij een weddenschap lF). Die goklust schijnt ook overgeslagen te zijn op zijn zoon Gerrit want die had eind 1609 een slede gekocht van Doede Siercxma met het beding dat hij daarvoor 18 goudguldens zou betalen als Doede Siercxma nog een jaar zou leven. Siercxma was echter een maand na de verkoop overleden zodat Gerrit van betaling afzag. Uit de proces-akte bleek dat Siercxma zelf de slede van hopman Jacob Pieters had gekocht en niet betaald 8) Rijksarchief in Friesland, Archief Hof van Friesland (hierna: Hof) HHH 1 folio 24. Q) D. 1. van der Meer, "Ulenburg", in: Genealogysk Jierboekje (1971) 98. 10) Hof HHH 1 folio 82.
Advocaat Hof van Vriesland en secretaris van het Bildt. Zij woonden te St Anna Parochie op het Bildt