Stamboom van Hagenbeek

• Geboren: ± 1564
• Secretaris van Heeze, Leende en Zesgehuchten
• Overleden: op 4 augustus 1634 (ongeveer 70 jaar oud) te Heeze

In 1634 verschijnt Joostgen, de weduwe van Andries voor de schepenen van Heeze om te getuigen en te bevestigen dat haar man onder uiterst trieste omstandigheden is overleden. Andries Swuesten wordt hierin genoemd als pachter van de hoeve van de heer Graaf van Warfuse, beter bekend als de hoeve Borgward. De graaf van Warfuse was in die tijd de Heer van Heeze en Leende.
"Deze boerderij werd door het leger van Frederik Hendrik behoorlijk beschadigd, zowel het gewas te velde als hetgeen dat al geoogst was. De weduwe Swuesten bevestigd dit onder getuigen door mede te delen dat de hoeve 'bij die swaere ende langhdurighe inlegeringhe van den leegere der Hog.Mog. Heeren Staten van Hollandt t'enenmael is bedorven ende veraermt geweest, als hebbende denselven legere nyet alleen berooft ofte ontbloot van alle sijne vruchten dewelck alsdien noch ten velde waeren staende, maer oock diegene hij hadde ingeschuert, soo rogge, garst, hoy ende anderssints'.
Daarna vertrok het leger naar Dommelen, Weert (Valkensaard) en Waalre, echter voor korte tijd. Hetzelfde leger keerde weer terug naar Heeze en opnieuw naar het huis van Andries Swuesten. Zij hebben hem toen beroofd van alles uitgezonderd 'ennighe schaepen ende beesten, die daervan oock terstonts daernaer veele en meestendeel van honger ende aermoede sijn gestorven'.
De arme Andries bleef berooid op de puinhopen achter. Maar het werd nog erger. 'Terstonts naer het vertreck van den voirseijden legere is den huijsinghe mette schroomelijcke sieckte der pestilentie besmet ende geïnfecteert geworden'.
Als Job achtergelaten, de ene plaag na de ander. Het werd Andries te veel. Al die elende heeft hem 'alsulcke swaerigheyt ende verdriet veroorsaeckt dat hij corte daernaer is comen te overlijden achterlatende de voorscreven Joosten, sijne desolate weduwe'.

1595/96: Andries Swuesten borgemeester van Eimerik,eveneens in 1603. Wederom in 1609/10 en in 1621/22.
23-11-1607: Andries Frans Swuesten bekent 234 gulden ontvangen te hebben van Jacob Jan van Stercxel en belooft die weer terug te geven.