Stamboom van Hagenbeek

Gerrit Rijkhof

Gerrit Rijkhof (Rikhof)
Vader: Hendrik Rijkhof
Moeder: Aaltje Ophuis
  • Gedoopt: in 1725 te Volthe
  • Rentmeeste havenzathe Everlo, later grenadier regiment Prins van Oranje

Gerrit woonde in1748 op het Everlo.

Gerrit Rijkhof is met vrienden naar Ootmarsum geweest naar het z.g. ‘maaksmaal’ van de familie Scholte Splinterinks.

Op de terugtocht naar Volthe, door drank verhit, begint Gerrit, zonder enige aanleiding, met een stok te slaan, waardoor Wense Rijnink aan het hoofd wordt verwond. Uit angst voor mishandeling loopt deze weg en wordt de volgende ochtend gevonden in een sloot, gewond en onderkoeld. Hij overlijdt enige tijd daarna.

Gerrit Rijkhof vlucht naar Duitsland; hij wordt bij verstek veroordeeld tot verbanning uit de provincie.

In de nacht van 23 op 24 maart 1750 vond er een drama plaats op Everlo.

Verschillende knechten en boeren waren in het bouwhuis bijeen, onder wie Gerrit Rijkhof, de rentmeester van Everlo.

’s-Avonds laat na veel onenigheid en ruzie, waarbij het tussen diverse personen nog net niet tot handtastelijkheden was gekomen, gaf Rijkhof uiting aan zijn ergernis over de relatie tussen Van den Clooster (eigenaar van de havezate) met ‘zwarte Gerrit’ ( de jager Gerrit Mensink) en dreigde hem in hechtenis te laten nemen. In grote woede schoot Rijkhof met een geweer in de richting van Gerrit. Het schot hagel miste hem op een haar na – zijn hemd werd verschroeid – maar trof wel zijn eigen vrouwAnna Schrevelius, die ter plekke overleed.

Toen Rijkhof zag wat hij had gedaan, bedreigde hij de anderen met een degen en riep dat de Heer van Everlo en ‘zwarte Gerrit’ de oorzaak waren van de dood van zijn vrouw. Vervolgens vluchtte de dader naar het buitenland, waarschijnlijk het graafschap Bentheim.n de nacht van 23 op 24 maart 1750 vond er een drama plaats op Everlo.


Bladzijde gevoegd bij het getuigenverslag inzake de doodslag van Wense Rijnink:

Gerrit Rijkhof

Hiet an kledagin mede genomen:

een blauwe korte broek met rode voeringe
een groenagtige met silvere knopen
een rood kammisool met silvere knopen
een leer kleur kammisool met de knopen overtrokken
een ligt kleurde jasch
een swarte paruck met twe bockels van agteren
een ib parucke
nog een met een korte steert met lind bewonden
een vierkant koffer enigsints met ruig leer overtrokken
effene hoed zonder kriel(?) of haarsel
een degen versilvert
van postuur is Gerrit Rijkhoff middelmatig, niet dick maar tenger, blank van wesen met roodachtige wangen, zwartagtige ogen en zwarte wijnbrauwen

Verschillende knechten en boeren waren in het bouwhuis bijeen, onder wie Gerrit Rijkhof, de rentmeester van Everlo.

’s-Avonds laat na veel onenigheid en ruzie, waarbij het tussen diverse personen nog net niet tot handtastelijkheden was gekomen, gaf Rijkhof uiting aan zijn ergernis over de relatie tussen Van den Clooster (eigenaar van de havezate) met ‘zwarte Gerrit’ ( de jager Gerrit Mensink) en dreigde hem in hechtenis te laten nemen. In grote woede schoot Rijkhof met een geweer in de richting van Gerrit. Het schot hagel miste hem op een haar na – zijn hemd werd verschroeid – maar trof wel zijn eigen vrouwAnna Schrevelius, die ter plekke overleed.

Toen Rijkhof zag wat hij had gedaan, bedreigde hij de anderen met een degen en riep dat de Heer van Everlo en ‘zwarte Gerrit’ de oorzaak waren van de dood van zijn vrouw. Vervolgens vluchtte de dader naar het buitenland, waarschijnlijk het graafschap Bentheim.

Verslag van de brief van de advocaat van Gerrit Rikhof, eind maart 1750, aan de Ridderschap:
Op de requeste van Doctor van Ludik, advocaat tot Nijenhuis (Neuenhaus) als last en procuratie hebbende van Gerhard Rijkhoff, rentmeester van Edzard Rudolph van den Clooster toe Everlo, houdende dat gem. deszelfs principael op den 23 Maart deses jaars (1750) ten zelven huise zodanig ware mishandelt, dat door 3 boeren en van deselve geschofden en geslagen, dat hij een snaphaan in een gemak deszelven huises staende, heeft moeten gebruiken tot deszelfs defensie tegen deselve boeren, welke geladengeweest zijnde, het ongeluk zoude gewilt hebben, dat door afgaan van deselve, deszelfs huisvrou in een ander gemak van den zelven huise zittende, zodanig ware getroffen, dat daer door ’t leven gelaten zoude hebben, hetwelk gem. Gerhard Rijkhoff alsonmogelijk voorgecomen sijnde, egter sig had geabsenteerd .oog (?) soo vermeinde in staat wijl ook daer toe geen de minste redenen had gehad, zig dienaengaende in allen dele te cunnen verontschuldigen, als waarom deszelfs geblevene trouwen broeder de Capitain Mettenberg (m.i. Plettenberg) zig ook met hem, Gerhard Rijkhoff, wel had willen versoenen.Versoekende dat haar Ed. Mo. ten einde voorsr.: et ad finem usque litis (?) aen gem. deszelfs principael vrijgeleijde gelieven te verlenen.


Vermits de requeste gedestitueerd is van alle bewijs van depositie daer bij ter nedergestelt, so kan opt versoek bij deselve gedaen niet worden gedisponeerd.

Relaties:

Gehuwd met Anna Schrevelius (1725-1750) Gehuwd met Janna Hampsink (~1727)
  • Huwelijk: op 14 januari 1761 te Oldenzaal

Laatst gewijzigd: 23 januari 2023
link: https://ngv-stambomen.nl/gdp/index.php/pers/get/5-72310 
Kopieer permalink
Gekopieerd!
...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

...rapport wordt opgesteld... een ogenblik...

Database: GensDataPro 3.1